dinsdag, oktober 09, 2012

niet gecensureerd versie




 

De prevalentieschattingen op basis van gegevens verkregen via informanten
en via rapportages door de jongeren zelf lopen sterk uiteen. Dat geldt niet
alleen voor deze studie naar seksueel misbruik in de Nederlandse jeugdzorg
maar is wereldwijd vastgesteld in honderden prevalentiestudies naar
kindermishandeling in het gezin (Stoltenborgh et al., 2011). De verklaring
hiervoor is dat informanten alleen de zichtbare gevallen van misbruik kunnen
rapporteren terwijl jongeren op een anonieme vragenlijst ook ervaringen
kunnen weergeven waarover ze schaamte voelen en die ze (nog) niet hebben
kunnen bespreken met de groepsleiding, mentor of pleegzorgwerker. 
Het was
in onze studie opvallend dat zelfs in de beslotenheid van de vragenlijst bijna
de helft van de jongeren niet wilde (of durfde?) aangeven wie de dader van het
misbruik was.

Geen opmerkingen: