't Was prachtig weer geweest. De minuten stilte van 's lands jaarlijke dodenherdenking duurt 2 maal langer dan de tijd die nodig is om bij het de balkondeur open doen en laag te kijken naar zoonlief aan de hand die bloedmooi is met strandzand nog tussen zijn haren geplakt de haak van de balkondeur zoekend, omhoog te kijken naar dat kreng dat veel te laag over vliegt en die vloeiende bewegingen van de door de luchtdruk uit je hand geslagen balkondeur weer te pakken je kind naar binnen te trekken om de ander ook tegen je aan te houdend samen naar een onbegrijpelijk gigantische groeiende oranje bal die op een zwarte staart naar boven klimt te staren en de flat te voelen verschuiven of de tijd die volwassenen nodig hebben om die paar meter vanuit een keuken naar diezelfde deur te lopen.
Het duurt achttien jaar om naar die minuut en al die minuten daarna die maanden moesten worden tot Sams zijn kont afvegen met een Kostolijst in zijn mededeling tussen neus en Fantilippen door nu langs het politiebureau te kunnen lopen zonder bang te zijn te kunnen weten zonder duizenden uit je hoofd geleerde zinnen en woorden en tussen die bakken geraniums en Oostenrijkse lucht door te kunnen lopen grinnikend er de pest in hebbend dat ik die hoed uit de zakken van het Leger des Heils die ik beloofde niet meer af te zetten tot het klaar was ergens kwijt raakte om nooit meer terug te hebben kunnen vinden en heel erg veel plezier te hebben in een verdomd goeie meid van Slachtofferhulp ook ooit eens afgescheiden door diezelfde Kosto en blij te zijn met die dikke zoen die wij elkaar bij Deetman gaven.
Maar ik denk dat het Moses was, in die binnenstraat op zijn knieen vallend, Please Ma'am, please, die niet alleen mij leerde de Mounaïms en Rachids te verstaan toen zij moesten kiezen of zij slachtoffers waren maar me vooral leerde dat er naast doden, slachtoffers en overlevers nog 2 soorten bestaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten