zaterdag, oktober 02, 2010

Peter Adriaenssens over de moeilijkste maanden uit zijn carrière


Diarmuid Martin: "Er waren maar 2 bisschoppen die mij belden en mij vroegen hoe het met mij was" 26-11-2009, RTE

" Ik heb mij nog nooit zo alleen gevoeld"

[30-09-2010]

Nu het eindrapport van de commissie-Adriaenssens is afgeleverd en Peter Adriaenssens zelf even rust heeft genomen, kijkt hij voor het eerst terug op de storm rond het misbruik in de Kerk. “Ik ben er zelf niet zonder littekens uitgekomen. De honderden pijnlijke verhalen bezorgden me nog een hele tijd nachtmerries.”

Tien september. Onder grote mediabelangstelling leest kinderpsychiater Peter Adriaenssens het eindrapport voor van de naar hem genoemde commissie, die seksueel misbruik in de Kerk onderzocht. Een dag later zit hij op het vliegtuig naar Dubrovnik. “We hadden gezegd wat we te zeggen hadden”, vindt hij. “Voor de bisschoppen moest er ruimte komen om zelf in contact te treden met het publiek.”

“Ik had ook absoluut verlof nodig. Geen van ons is hier zonder littekens uitgekomen. Ik heb wel 23 jaar ervaring met traumaslachtoffers maar in deze dimensie – het ene pijnlijke verhaal na het andere – stoot je op de grenzen van wat je kan dragen. Tijdens mijn vakantie had ik nog altijd nachtmerries. Mijn kinderen zeiden dat het op geen enkele vakantie zo lang duurde eer ik een ontspannen gezicht had. Je loopt het risico van ‘secundaire victimisatie’, van getraumatiseerd te worden door wat je hoort. Je wordt mee ziek.”

“Die stompen in je maag heb je nochtans nodig om nabij te zijn bij wie het meegemaakt heeft. Mensen behoeden zichzelf voor dit soort gruwel door het in een
lichte vorm tot zich te laten komen. ‘Hoe kan je er nu na dertig jaar nog last van hebben dat er iemand je kont gestreeld heeft, of aan je piemel getrokken heeft?’, klinkt het. Je kunt de samenleving alleen maar dichter bij de slachtoffers brengen door de waarheid te spreken en te tonen, in klinische termen. Iemand zegt niet meer: ‘Ik ben seksueel misbruikt’, maar ‘Ik was zes jaar en werd anaal gepenetreerd.’”

Veilig eiland

En zo kregen Adriaenssens en zijn elf collega’s in de commissie het ene verhaal na het andere te horen, 475 in totaal. “Ik voelde me machteloos, kon het niet rijmen met het mensbeeld waar wij mee leven. Zelfs je verontwaardiging klinkt hol. Er is alleen stilte en verdriet. Wat je eigen verwerking blokkeert, is dat je moeilijk kan zeggen: ‘Ik word daar ziek van’, want wie ben ik om te durven klagen?”

Adriaenssens had nochtans een zware taak. “De hele samenleving zat op mijn vingers te kijken, ik voelde een enorme druk en verantwoordelijkheid. Voor de slachtoffers wilde ik gerechtigheid. Daarom hing ik ook zo in de touwen toen het gerecht onze dossiers in beslag nam (op 24 juni – red.). Ik zou al die getuigenissen geen plaats kunnen geven. Ik ging door de hel. Tijdens de persconferentie stond het team van het vertrouwenscentrum (dat Adriaenssens leidt – red.) in de zaal, zonder woorden.”

“Na de inbeslagname ben ik drie dagen ondergedoken in Duitsland met mijn vrouw. Je hebt een thuisfront nodig, een veilig eiland. Het was de enige plek waar ik me nog echt kon ontspannen. Ik werd er niet met andere problemen geconfronteerd. Mijn vrouw, ook een arts, en mijn volwassen kinderen begrijpen het.”

“Het is ook essentieel dat je als ploeg een familie wordt, en daar heb ik ontzettend veel geluk mee gehad. Ons team was nochtans holderdebolder samengesteld nadat op 24 april de bom viel. Maar door de ontmoeting met de slachtoffers zaten alle collega’s snel op één lijn. Het is belangrijk bij elkaar te kunnen luchten, iemand eens in alle discretie een ongelooflijke rotzak te kunnen noemen, om daarna verder te kunnen werken met die persoon.”

Excuustruus
“Ik ben blij dat ik 56 ben”, zegt hij. “In mijn vak heeft ouder worden alleen maar voordelen. Tien jaar geleden zou ik misschien gestruikeld zijn, al was deze omgang met de media compleet nieuw voor mij. Voor het eerst werd ik bestookt en achtervolgd, ook door haatmails van mensen die zich anoniem blijkbaar alles kunnen permitteren. Het helpt dat ik de mechanismen van seksueel misbruik ken, en weet dat als je dat openbreekt in groepen – zoals nu – dat er een soort paranoia toeslaat. Je riskeert deel te worden van verdenkingen.”

Aan opgeven heeft hij echter nooit gedacht. “Ik zou het mezelf nooit toestaan. Je moet je bewust blijven van het geluk in je leven. Ik besef hoeveel tijd en ruimte ik gekregen heb om mijn werk te doen, en hoeveel ik geleerd heb. Het laat me toe dingen beter te begrijpen, en het is mijn taak dat te formuleren voor het publiek. Erkenning van wat er is gebeurd kan een leven weer leefbaar maken. Daarom wilde ik dit werk tot een goed einde brengen.” Ondanks het collectieve ontslag van de commissie na de inbeslagname levert ze een eindrapport af. “Iets afronden is belangrijk voor de heling.”

Ondertussen stellen de bisschoppen een centrum voor erkenning, heling en verzoening voor. “Vooral de huidige Vlaamse bisschoppen hebben hun nek uitgestoken. Het vroeg moed om ons aan het werk te laten, zonder zich ook maar één keer te moeien. Ze ontbeerden ook de uitdrukkelijke steun van hun hiërarchie, en riskeren straks het mes in de rug te krijgen.”

“De toekomst is moeilijk te voorspellen. Belangrijk is dat er een creatieve kans ligt, en er al mensen zijn – criminologen, magistraten – die willen meedenken over betere modellen. Er zaten tekorten in het onze. Zo hebben we de relatie met justitie onderschat.” Zijn persoonlijke inbreng relativeert hij. “Er zijn veel zaken gelijktijdig veranderd in april, los van mij. Het is belangrijk de Kerk opnieuw voor haar eigen verantwoordelijkheid te plaatsen. Ik wil geen excuustruus zijn.”
Adriaenssens wil terug aan de slag als kinderpsychiater. “We hebben in Leuven net een nieuwe spoedafdeling geopend. Ik moet dringend terug naar mijn normale werk.” Maar helemaal loslaten kan hij nog niet. “Ik blijf de aanpak van justitie betreuren. We zitten nu met z’n allen opnieuw op een nulpunt. Gelukkig weet je dat er in het dal van elk rouwproces nieuwe energie ontstaat. Je denkt: ‘Op deze manier mag het niet eindigen.’”

‘Ons eigen Vangheluwe-spel van de zwemclub werd niet toegestaan en dat vonden we overdreven.’

Geen opmerkingen: