zondag, augustus 05, 2012

Amateurisme tekent de vrijlating van Michelle Martin


Bonnie, Bonnie  Bonnie kom je buiten spelen



Opinie De Morgen
Door: Peter Adriaenssens − 
04/08/12
Enkel het juridische luik van het dossier lijkt belangrijk te zijn, stelt Peter Adriaenssens, kliniekhoofd en hoofddocent kinderpsychiatrie aan het UZ Leuven en directeur van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling.
De gepaste straf voor daders als Dutroux en Martin is een complexe opdracht. Twee doelen moeten bereikt worden. In de eerste plaats is er de sanctie, daar zijn transparante wetten voor. Zoals deze dagen genoeg gezegd werd, is het gevaarlijk dat daaraan wijzigingen gebeuren louter op basis van het debat over een zaak. Het tweede doel is dat van bescherming. De bescherming van de slachtoffers en hun families die hersteld moet worden. Wat ze moet toelaten een leefbaar leven terug te vinden. Tenslotte moet ook de samenleving zich opnieuw beschermd voelen.

De heftige reacties wijzen er op dat aan het eerste voldaan is. Er is een logica in de strafmaat van Martin en de mogelijkheden voor vervroegde vrijlating. Maar het tweede spoor werd ernstig verwaarloosd. De brede golf van verontwaardiging wijst er op dat onderschat wordt hoe diep deze zaak vele burgers gekwetst achterliet. Zij reageren nu omdat alleen het juridische luik van het contract goed werd afgewerkt.

Beschermd voelt men zich te weinig, en dat is niet uitzonderlijk. De zaak-Dutroux was buitensporig gewelddadig. Ontvoering, verkrachting en moord op kinderen overschrijdt alle grenzen van wat we kunnen begrijpen. Het was ook nog eens het proces van een falende politie en justitie. Geschokt was het publiek, wat betekent dat velen zich getraumatiseerd voelden. Het gevoel dat geweld je overal kan overvallen en dat je niet moet rekenen op een juiste aanpak door de overheid sloop binnen, en speelt ons nog steeds parten.
 
Oude ziekten
Er werden heel wat inspanningen gedaan door politiek en justitie om dat vertrouwen te herstellen, en dat lukt ook in bepaalde domeinen. Maar een hypergevoeligheid bleef aanwezig voor al wat naar het Dutroux-thema verwijst. Bij de zaak-Dutroux was er collectieve blindheid, weinigen konden geloven dat kinderen ontvoerd waren voor misbruik. Die fout willen we niet meer herhalen. Het gevolg is dat er meteen fel wordt gereageerd telkens er aanwijzingen zijn dat 'ze' het weer niet goed aanpakken.

Het publiek ruikt de oude ziekten: slecht voorbereid werk ( want hoe noem je dat anders als de slachtofferfamilies samen met ons moeten vernemen wat zal komen) en amateurisme in de oplossing ( want hoe noem je anders de idee dat het in 2012 volstaat dat een kloostergroep zegt 'ja ze mag komen' opdat het in orde is.) We selecteren streng kandidaat-pleeggezinnen, een crèche moet aan allerlei voorwaarden voldoen omdat we zeker willen zijn dat er geen ongewenste volwassenen binnenstappen, maar de vervroegde vrijlating van iemand die aan de ergste criminele feiten deelnam, dat laten we over aan bereidwillige kloosterzusters.

Laten we eerlijk zijn: de kennis die de zusters hebben over dit soort daders is nul. Het is pijnlijk dat zij nu met publieke agressie geconfronteerd worden want hun intentie staat buiten elke twijfel. Maar een overheid had hen moeten beschermen tegen naïviteit. Het is schokkend dat in ons stelsel het beleid bedelt naar wie gevangenen wil opvangen, en niet zelf de professionaliteit heeft zelf hiervoor te zorgen. Het zou nochtans het echte goede antwoord zijn.

 De kansen op herstel voor slachtoffers en hun familie, en het herstel van het gevoel van de samenleving dat bescherming van alle burgers ernstig genomen wordt, kan enkel bereikt worden door een beleid dat van bij de aanvang mikt op een pakket maatregelen.

Fundament dat terugkeert bij ieder onderzoek is dat slachtoffers eerst antwoorden nodig hebben op alle vragen waar ze nog mee zitten, voor je ook maar kan denken aan een begin van vervroegde wat dan ook. Er is deze dagen in vele opinies geschreven dat het lijden van de families nooit zal stoppen. Dat is niet helemaal terecht. Meer zelfs: het komt ons iets te goed uit, want als dat letterlijk zo is hebben de critici gelijk: wat er ook gedaan wordt, voor de families van de slachtoffers zal het nooit goed zijn. Dat is pertinent onjuist. Families kunnen niet tot rust komen en meedenken over wat haalbaar is, als er niet met zorg geluisterd is naar de vragen die hun nog verteren en waarvan de dader meestal de antwoorden op zak heeft. Hoe pijnlijk moet het zijn voor hen in de krant te lezen dat volgens diverse bronnen in de gevangenis en rechters Martin echt spijt heeft en inzicht. Met het woord spijt herstelt niemand. Wel met antwoorden. Moeten zij het niet zijn, de families van de slachtoffers, die dit als eerste hadden moeten horen van haar? Een slachtoffergevoelige justitie investeert in de opbouw van gesprekken tussen dader en slachtofferpartijen. Dat start zo snel mogelijk, in de gevangenis dus, want er moet gerekend worden op een lange langzame weg. Er kan gewerkt worden met advocaten, bemiddelaars of rechtstreeks, er kan gesproken of geschreven worden. Als ze van dichtbij kunnen meemaken of er bij de dader besef van verantwoordelijkheid groeit, vragen waarop men antwoorden wil ook effectief een antwoord kunnen krijgen. Zij moeten haar kunnen vertellen wat het voor hen betekend heeft, door welke hel ze gingen en gaan, zodat ze met eigen ogen zien of er een mens tegenover hen groeit, dan wel iemand die uit juridische handigheid zegt 'ik heb spijt'.

Procedure hertekenen
Ze krijgen daardoor ook zicht op wat het verblijf in de cel doet met de betrokkene. En ook buiten de gevangenis kunnen de families rekenen op ondersteuning. Het kan stilvallen en weer hernomen worden. Op die manier wordt ongelijkheid rechtgezet. Het is niet zomaar bemiddelen, het gaat het over de betrokken families deelnemer te laten worden, vanuit keuze, in staat geacht om voor zichzelf te praten. Als families zich echt betrokken kunnen voelen bij het zoeken en ontwikkelen van de beslissingen, zullen zij dit ook overbrengen naar het publiek. Een publiek dat ziet en hoort dat voor de families het goed is wat nu gebeurt, zal dit steunen. Een procedure die gevoelig is voor de slachtoffers, heeft respect voor hen als burgers met een mening en houdt hen niet aan de kant van het proces.

Het kan niet dat slachtoffers de rechtspraak gaan bepalen, werd deze dagen geschreven, onafhankelijkheid is noodzakelijk. Volgens mij staat het een het andere niet in de weg. Er bestaat heel wat gedegen onderzoek over deze zaken. Ook de resultaten op termijn zijn gekend. Helaas blijven de bevindingen van internationaal gevoerde research naar een goed slachtoffergericht proces al te vaak in vakbibliotheken verborgen. De middelen die er vandaag voor justitie zijn gaan vooral naar het onderzoek van de feiten en al wat aan de besluiten van de rechter vooraf gaat, maar al wat na de uitspraak komt moet het stellen met afdragertjes in de budgetten: de gevangenis, de herstelprocedures, de begeleiding . Dat kloosters hun goed hart moeten tonen om zwaar veroordeelden op te vangen, laat dat tot de geschiedenis behoren. Er moet nu gekozen worden voor professionele aanpak, van begin tot slot van het verhaal. 

Geen opmerkingen: