maandag, juni 20, 2011

hoogleraar privaatrecht Lindenbergh eens met deel slachtoffers voorstel: schaf God af.; z'n 2 vrouwelijke kerkadvocaten voegen Mariabeeld toe.

door Joep Dohmen
20 juni 2011,
NRC
Slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk krijgen schadevergoedingen tot 25.000 euro. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt meer betaald, tot 100.000 euro. Dat staat in de financiële compensatieregeling die de commissie-Lindenbergh heeft opgesteld op verzoek van de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland.

Strenge toelatingseisen leiden ertoe dat waarschijnlijk maar een kwart van de meer dan tweeduizend slachtoffers die zich gemeld hebben, in aanmerking komt voor uitbetaling. De regeling kost naar schatting dan zo’n 5 miljoen euro. Daarvan kan de Kerk één miljoen euro betalen uit een verzekeringsfonds. De rest dragen katholieke instellingen collectief bij. De Kerk lijkt hierdoor niet in financiële problemen te komen.

In de Verenigde Staten moesten eerder gebouwen verkocht worden om één miljard dollar aan schadevergoedingen te kunnen betalen. In Ierland kostte de compensatie Kerk en Staat samen een half miljard.
De Nederlandse regeling is er gekomen nadat de commissie-Deetman, die het misbruik onderzoekt, pleitte voor collectieve compensatie. Het misbruik wordt ook vergoed als het wettelijk is verjaard. De regeling is opgesteld door een commissie onder voorzitterschap van de Rotterdamse hoogleraar privaatrecht Siewert Lindenbergh.

De twee andere commissieleden zijn advocaten die namens de Kerk optreden in misbruikzaken.


De commissie adviseert dat een onafhankelijke stichting per geval de hoogte van de compensatie bepaalt.
Die stichting mag niet zelf oordelen of een klacht gegrond is.
Wie een vergoeding wil, moet naar het katholieke meldbureau Hulp en Recht die de klacht gegrond moet verklaren, of naar de rechter.
Ook een schuldbekentenis van dader of Kerk geldt als bewijs.

Deze eis beperkt de groep die gebruik kan maken van de regeling. Weinig daders of instellingen hebben het misbruik erkend en er is slechts een bescheiden aantal rechtelijke uitspraken.

Hulp en Recht kreeg sinds vorig jaar 455 klachten. Naar verwachting wordt daarvan niet meer dan dan de helft erkend.
Van de 52 tot nu behandelde klachten zijn er 24 gegrond verklaard. Overigens wisten slachtoffers niet dat ze een klacht moesten indienen om te kunnen claimen.

Een klacht of melding bij de commissie Deetman is niet voldoende om een claim in te dienen. Wie wordt toegelaten, krijgt een korte procedure zonder beroepsmogelijkheid. De vergoeding hangt af van de ernst van het misbruik. Slachtoffers worden ingedeeld in vijf categorieën: van seksueel getinte handelingen (maximaal 5.000 euro) tot meervoudige verkrachting (25.000 euro).

De bedragen zijn afgestemd op de hoogte van het in Nederland gebruikelijk smartegeld, zegt Lindenbergh. In Ierland kregen slachtoffers gemiddeld 63.000 euro en was het maximum 300.000 euro.
Maar dat land heeft “een grotere claimcultuur”, zegt hij.

Het maximum in Nederland is 100.000 euro voor slachtoffers in een vijfde categorie van “langdurig ernstig misbruik” of misbruik met “aanzienlijke vermogensschade”. Het slachtoffer moet dan verband tussen schade en misbruik aantonen.

Advocaat Martin de Witte, die slachtoffers vertegenwoordigt, wijst de regeling af. “De Kerk beslist via Hulp en Recht of een claim gegrond is. Dat moet de onafhankelijke commissie zelf doen. Wij wijzen ook een maximumbedrag af. Ik heb cliënten met meer schade. Waarom krijgen ze die niet vergoed?

En er is niets geregeld voor niet-seksueel mishandelden.”



De financiële compensatieregeling:

5.000 euro voor seksueel getinte handelingen of uitlatingen waardoor de integriteit is geschonden;
7.500 euro voor betasting intieme delen (geslachtsdelen, anus en borsten);
10-20.000 euro voor een langere periode van betasting van intieme delen;
25.000 euro voor eenmalige of herhaalde verkrachting;
100.000 euro voor uitzonderlijke gevallen, zoals groepsverkrachtingen, of zeer ernstig misbruik met blijvende schade, of in lichtere gevallen waarin financiële schade aantoonbaar substantieel is.














































Geen opmerkingen: