Nieuwsbericht | 22-02-2013
De privacy van slachtoffers moet beter worden beschermd, het moet
voor verzekeraars makkelijk worden de schade op de dader te kunnen
verhalen, slachtoffers moeten – maar niet als procespartij - zonder
inhoudelijke beperkingen het woord kunnen voeren in de rechtszaal, er
wordt gekeken naar de totstandkoming van één slachtofferdienst, de
reikwijdte van het schadefonds wordt uitgebreid, om te kunnen beoordelen
of alle genomen maatregelen in de hele keten goed werken worden
prestatie-indicatoren ontwikkeld en ondanks de zware bezuinigingen wordt
op de ondersteuning van slachtoffers niet gekort. Dat schrijft
staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) vandaag in een brief
aan de Tweede Kamer waarin hij zijn visie op het slachtofferbeleid
uiteenzet. In de visie van Teeven staat de behoefte van slachtoffers
centraal. Teeven benoemt (onderstaande) vijf beleidsdoelstellingen die
de komende vier jaar het speerpunt vormen van het slachtofferbeleid.
Jaarlijks wordt een kwart van alle inwoners van Nederland van 15 jaar en
ouder één of meerdere keren slachtoffer van gewelds-, vermogens- of
vandalismedelicten.
1. Erkenning en zorgvuldige bejegening
Erkenning van het leed dat is aangericht, zorgvuldige bejegening en
tijdige en adequate informatievoorziening is cruciaal voor het
vertrouwen van burgers in de rechtsstaat. Teeven acht een cultuuromslag
noodzakelijk in hoe er over slachtoffers wordt gedacht. Alle
organisaties binnen de justitiële keten zijn daarom inmiddels een
gezamenlijk project gestart om binnen de beroepsopleiding meer aandacht
te richten op (de rechten van) slachtoffers. Om de informatievoorziening
verder te verbeteren wordt momenteel gewerkt aan één informatiekanaal
voor slachtoffers. De eerste resultaten worden dit voorjaar verwacht.
2. Toegang tot het recht
De rechten van slachtoffers hebben tot doel de belangen van het
slachtoffer mee te wegen bij de beslissingen in het proces.
Staatssecretaris Teeven dient daarom nog dit jaar een wetsvoorstel in om
– conform het regeerakkoord - het spreekrecht verder uit te breiden.
Daarmee moet het voor slachtoffers ook mogelijk worden zich uit te laten
over de door hen gewenste straf voor de dader. Op basis van een
doorlichting van het hele slachtofferbeleid wordt aan het einde van dit
jaar bekeken of nog verdere maatregelen nodig zijn.
3. Bescherming van slachtoffers
Slachtoffers van criminaliteit moeten worden beschermd. Niet alleen
hun fysiek, maar ook hun privacy kan in het kader van het strafproces
in het geding zijn. Omdat elk slachtoffer andere bescherming nodig
heeft, zal een ‘assessment’ worden ontwikkeld die de specifieke behoefte
van elk slachtoffer in beeld brengt. Daarnaast moet de veiligheid van
het slachtoffer nadrukkelijker worden meegewogen bij de
tenuitvoerlegging van straffen. Daarvoor moet standaard worden bekeken
of bijvoorbeeld een gebieds- of contactverbod kan worden opgelegd bij
verlof of voorwaardelijke invrijheidsstelling. Om de privacy van
slachtoffers beter te kunnen beschermen (bijvoorbeeld in de media of de
rechtszaak) wil Teeven samen met het Openbaar Ministerie en de
Rechtspraak bekijken wat de mogelijkheden zijn om het noemen van de
volledige naam van het slachtoffer tijdens de zitting te beperken.
4. Ondersteuning van slachtoffers
Slachtoffers van criminaliteit kunnen in Nederland voor
ondersteuning bij verschillende organisaties terecht. Zo spelen
Slachtofferhulp Nederland, het Schadefonds Geweldsmisdrijven en het
Centraal Justitieel Incasso Bureau ieder hun rol in de dienstverlening
aan slachtoffers. In het regeerakkoord is afgesproken dat er één loket
komt voor de hulp aan slachtoffers. Staatssecretaris Teeven gaat daarom
de mogelijkheden bekijken of (delen van) deze organisaties kunnen worden
samengevoegd tot één slachtofferdienst.
5. Schadeloosstelling en herstel
Slachtoffers van criminaliteit hebben na het misdrijf problemen op
allerlei terreinen, van financieel tot praktisch en emotioneel. Vaak is
er ook letterlijk schade. Uitgangspunt daarbij is: de dader betaalt. In
de praktijk is het voor verzekeraars – als niet direct betrokkene – soms
lastig de schade op de dader te verhalen. Teeven werkt daarom, samen
met het OM, aan het opheffen van belemmeringen die verzekeraars
momenteel in dit opzicht nog ervaren. Als de dader niet kan betalen,
bijvoorbeeld omdat hij niet bekend is, kan het SGM een tegemoetkoming
uitkeren. In lijn met het regeerakkoord zullen ook
dood-door-schulddelicten voortaan onder de werking van het SGM vallen.
In sommige gevallen vindt herstel niet (alleen) via de financiële weg
plaats, maar door middel van interactie tussen dader en slachtoffer
(herstelbemiddeling). Voor slachtoffers die daar behoefte aan hebben
moet deze vorm van herstel landelijk beschikbaar zijn. Teeven heeft
daarom een beleidskader herstelbemiddeling ontwikkeld. Hierin staan de
behoeften van het slachtoffer centraal. Dit beleidskader zal dit jaar
worden getest in de praktijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten