dinsdag, mei 08, 2012

Waarvoor mijn dank! RAPPORTAGE Raad van Bestuur van de Stichting Koraal Groep Commissie onderzoek sterfte St. Anna te Heel, in de periode 1952 tot en met 1954

PDF Tekst rapportage

 "Alle gevallen van overlijden van kinderen in de periode 1952 tot en met 1954, over wie gegevens zijn aangetroffen, betreffen kinderen met een zeer ernstige lichamelijke en/of verstandelijke handicap.
Het overgrote deel van deze kinderen is overleden vóór het tiende levensjaar.
 Dit gegeven is conform de levensverwachting die kinderen met ernstige lichamelijke of verstandelijke handicaps hadden in de jaren ’50 van de vorige eeuw."

Op 16 augustus 2011 is bekend geworden dat het Openbaar Ministerie in St. Joseph
te Heel een onderzoek zal verrichten naar het overlijden van cliënten in de leeftijd
van 12 tot 18 jaar gedurende de periode 1952 tot en met 1954. Dit onderzoek vindt
plaats op verzoek van de commissie Deetman, die onderzoek doet naar sexueel
misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk. Kort nadien maakten de media melding
van het feit dat in genoemde periode in St. Anna te Heel 40 cliënten in de leeftijd van
12 tot 18 jaar zouden zijn overleden. De media hebben hieraan veel aandacht
besteed. Dit leidde tot vragen over de hoogte van de sterfte onder cliënten van St.
Anna in de periode 1952 tot en met 1954 en over de mogelijke oorzaken daarvan.

De Raad van Bestuur van de Stichting Koraal Groep, waartoe St. Anna behoort,
heeft hierin aanleiding gezien om in zijn hoedanigheid van bestuur van St. Anna een
onderzoek uit te voeren naar de sterfte onder bewoners van St. Anna in de jaren
1952, 1953 en 1954.
Daartoe heeft de Raad van Bestuur een onderzoekscommissie
ingesteld, bestaande uit prof.dr. P.J.J. Sauer, hoogleraar kindergeneeskunde,
prof.dr. J.P. Mackenbach, hoogleraar van maatschappelijke gezondheidszorg en
epidemioloog, en prof.mr.dr. J.H. Hubben, hoogleraar gezondheidsrecht, voorzitter.
Prof. Mackenbach heeft zich laten bijstaan door dr. P.L.J.M. Mertens, arts
maatschappij en gezondheid en forensisch geneeskundige.

De onderzoeksvragen aan de onderzoekscommissie luiden als volgt:
1. Zijn de sterftecijfers in St. Anna gedurende het tijdvak 1952 tot en met 1954 als
hoog aan te merken in relatie tot andere jaren? In het bevestigend geval wordt
aan de commissie verzocht om na te gaan of voor dit sterftecijfer oorzaken zijn
aan te wijzen?
2. Zijn er aanwijzingen dat bij de sterfte van de betreffende 40 cliënten in het tijdvak
van 1952 tot en met 1954 sprake is geweest van onnatuurlijke dood?
Werkwijze

De commissie heeft haar opdracht in hoofdzaak opgevat als betrekking hebbend op
de vrouwelijke cliënten die in de onderzoeksperiode in St. Anna verbleven. Omdat
tijdens het onderzoek naar voren kwam dat in de onderzoeksperiode mogelijk ook
mannelijke cliënten (zg. voogdij-jongens) in St. Anna verbleven, is deze categorie in
de beschouwingen betrokken.

Bericht
NRC Joep Dohmen
De Limburger 

Geen opmerkingen: