donderdag, juni 30, 2016

BRON

KLIK

opdat een ieder het voor éénmaal eens kan zijn met bisschoppen en KNR
Dit nóóit méér ! 

maar dan moet er wel geluisterd worden! 




RCAU # 40














TRANSCRIPT 30 - 06



























woensdag, juni 29, 2016

Panel member quits 'doomed' Scottish Child Abuse Inquiry; hakken in het zand

BBC
28 - 6 - 2016
A key member of the Scottish government's child abuse inquiry has resigned, saying it is "doomed" by government interference.
Psychology professor Michael Lamb said there had been "repeated threats" to the independence of the Scottish Child Abuse Inquiry.
The major review is scheduled to last four years, but has been criticised by survivors of abuse.
The Scottish government said it "entirely rejects" Mr Lamb's comments.
The inquiry, which concerns historical allegations of child abuse in Scotland, will examine the extent of abuse of children in care, and identify any systemic failures.
It launched a formal call for evidence in March, but has already heard from some seriously ill or very elderly survivors.
Mr Lamb - one of three members of the panel, alongside chairwoman Susan O'Brien QC and Glenn Houston - said the project had "noble and worthy goals", but that it was ultimately "doomed".

'Continuing interference'

In a letter to Education Secretary John Swinney, he said: "It has become increasingly clear over the last nine months that the panel cannot act independently and that the Scottish government intends to continue interfering in ways large and small, directly and indirectly.
"Continuing interference threatens to prevent the inquiry from investigating thoroughly and taking robust evidence of the highest quality.
"Repeated threats to the inquiry's independence have undermined the panel's freedom and have doomed the inquiry before the first witness has been heard.
"The Scottish government has delayed or prevented the appointment of crucial members of staff for prolonged periods of time while its officials have questioned the decisions made by the supposedly independent inquiry."
A spokesperson for the Scottish government said: "We entirely reject Prof Lamb's comments about the Scottish government.
"The Scottish government has a clear obligation to fulfil its responsibilities within the requirements of The Inquiries Act 2005 and other relevant legislation. Our primary focus remains on supporting the successful operation of the independent statutory inquiry.
"Ministers are grateful to Prof Lamb for his work."
The government spokesperson added: "The deputy first minister has also written to survivors and their representatives about Prof Lamb's departure and assured them that his primary objective is to ensure that this does not impact on the progress that the independent inquiry has been making."
Survivors and their representatives are due to attend a ministerial meeting to discuss the progress of the inquiry and support for victims.
Angela Constance, who established the inquiry in 2015, said the inquiry would "aim to shine a light in the dark corners of the past, to shape how we respond in the present and guide how we go forward in the future."
Ms Constance was forced to defend the inquiry's remit after campaigners claimed institutions such as the Catholic Church and Boy Scouts could be "let off the hook" by its terms of reference.



29-6-2016
The credibility of the Scottish government's child abuse inquiry is at risk after a key panel member resigned, an abuse survivors group has said.
Psychology professor Michael Lamb stood down on Tuesday over what he claimed were "repeated" threats" to the inquiry's independence.
Helen Holland, from In Care Survivors, said those who had already given evidence deserved answers quickly.
The Scottish government has rejected Prof Lamb's comments.
The Scottish Child Abuse Inquiry - which concerns historical allegations in Scotland - will examine the extent of abuse of children in care, and identify any systemic failures.
It launched a formal call for evidence in March, but has already heard from some seriously ill or very elderly survivors.

"I have been wracking my brains to find out what gain there would be in him making a statement like that if there wasn't any truth in it and there is no answer to that," she said.
"Until Prof Lamb is interviewed himself and we are able to identify exactly in what way the government were seen to be hindering the inquiry then that's something that definitely needs to be done."

Inquiry 'doomed'
Ms Holland said she had co-ordinated a lot of survivors to give evidence to the inquiry.
"They have already given their statements and they deserve answers, they deserve answers quickly," she said.
"I was really surprised that the chairperson herself didn't come forward and make a statement yesterday on the back of this and I think that needs to happen for the inquiry to gain credibility."
Prof Lamb was one of three members of the panel, alongside chairwoman Susan O'Brien QC and Glenn Houston. He said the project had "noble and worthy goals", but that it was ultimately "doomed".
In a letter to Education Secretary John Swinney, he said: "It has become increasingly clear over the last nine months that the panel cannot act independently and that the Scottish government intends to continue interfering in ways large and small, directly and indirectly.
"Continuing interference threatens to prevent the inquiry from investigating thoroughly and taking robust evidence of the highest quality.
"Repeated threats to the inquiry's independence have undermined the panel's freedom and have doomed the inquiry before the first witness has been heard."
Prof Lamb also accused the Scottish government of delaying or preventing the appointment of "crucial" members of staff.
A spokesperson for the Scottish government said on Tuesday: "We entirely reject Prof Lamb's comments about the Scottish government.
"The Scottish government has a clear obligation to fulfil its responsibilities within the requirements of The Inquiries Act 2005 and other relevant legislation. Our primary focus remains on supporting the successful operation of the independent statutory inquiry.
"Ministers are grateful to Prof Lamb for his work."

Het was in het allerholst van den nacht

en twee groote volle manen
stonden 

Het belastingparadijs MCU update Bert

28 - 6 - 2016

Hallo Vrienden

Na twee maanden revalidatie kom ik langzaam weer als mens te voor schijn. Ik heb jullie allen gemist en ben aan de betere hand. Ben nog steeds erg moe maar met hulp van vrienden, familie als mijn zoon Ramon en zijn vrouw Jody, Judith en Judith mijn vertrouwde vriendenkring is hun steun essentieel geweest bij mijn herstel. Jesse komt iedere dag meestal met Jules en rijdt mij overal naar toe; het helpt zulke steun dus ik ben gezegend met jullie.

 In het begin wist ik niet wat gebeurd was, ik kwam na een aantal dagen uit coma en later heb ik de verhalen gehoord wat me is overkomen. Gewoon neergevallen in de boekhandel in de Dominicaner kerk. Hartstilstand. Mijn broer Paul stond naast me dus ik ben vrijwel meteen geholpen naar ziekenhuis gebracht en nu na weken belandt in Adelante (Hoensbroek) waar ik veel therapieën
onderga; ze zijn zeer alert hier en het herstel verloopt uitstekend.

Ik denk aan mijn bestuursleden MCU en aan allen die de strijd met ons zijn aangegaan. Ik moet een klein stapje terug doen, ik heb het Ramon beloofd en we zien wel hoe wij de komende weken een weg vinden. Ik blijf van jullie houden.


Gespreksnotitie voor de vaste commissie voor Veiligheid & Justitie Rondetafelgesprek 29 juni 2016


BRON
(ingevoegd 29-6-2016 >22 uur)



Het VPKK wil bij u pleiten voor parlementaire interventie in het proces van erkenning en genoegdoening voor voormalig slachtoffers van seksueel misbruik binnen de RKK. U heeft indertijd besloten de RKK het voordeel van de twijfel te geven en te bezien of zij de aanbevelingen van de Cie. Deetman I naar behoren zou uitvoeren en u heeft de monitoring van die uitvoering overgelaten aan Deetman. Wij menen dat in de afgelopen jaren, ondanks de bijzondere inspanningen van de Stichting Beheer en Toezicht (met inbegrip van het Meldpunt, de Klachtencommissie, het Platform Hulpverlening en de Compensatiecommissie) de belangen van onze lotgenoten niet adequaat zijn behartigd. Wij menen bovendien dat Deetman heeft meegewerkt aan ontwikkelingen die de belangenbehartiging verstoorden.
De achtergrond van de problematiek wordt gevormd door het gegeven dat de RKK minder dan verwacht openheid van zaken heeft gegeven. Twee aspecten daarvan willen wij hier kort uitlichten, te weten het leveren van steunbewijs en de druk die vanuit bisdommen en KNR wordt uitgeoefend om zaken van misbruik in parochies en congregaties niet binnen die parochies bespreekbaar te maken.
De Cie. Deetman bepleit in zijn eerste rapport herhaaldelijk een meldplicht voor bisschoppen en hogere oversten om aan hen bekende zaken van misbruik te melden aan het Meldpunt (zie bijv. het rapport van de Cie. Deetman I, blz. 495). De bisschoppen en hogere oversten hebben op aanbeveling van de Cie. Deetman toegezegd mee te werken met de Klachtencommissie, hetgeen onder andere inhield dat zij in een procedure zouden melden wat in hun organisaties door archiefonderzoek of navraag eventueel bekend was over misbruik dat door aangeklaagden was gepleegd. Vaak is dat ook gebeurd. Maar vaak ook niet: bij dat deel van het relatief beperkte aantal klachtzaken waar wij op de hoogte zijn van alle ins en outs zijn ook een aantal zaken waarvan wij weten dat het betreffende kerkelijk gezag informatie achterhield en zaken waarbij getuigen door het kerkelijk gezag zijn beïnvloed. De klachtencommissie heeft er soms doorheen kunnen prikken, maar niet altijd.
Daarnaast zijn er de schikkingen, in mediation bij Slachtoffer in Beeld, herstelbemiddeling bij Stichting Triptiek, of onderhands. Het is de verantwoordelijkheid van de bisschoppen en de hogere oversten om bij het Meldpunt te melden wat zij in die context voor klachten hebben aangehoord over welke beschuldigde, maar dat is niet, althans niet altijd gedaan. Het kerkelijk gezag verschuilt zich dan achter de geheimhouding die in de herstelbemiddeling is afgesproken. Maar ten eerste is die geheimhouding relatief: zij kan met instemming van de andere partij worden doorbroken. En ten tweede dient die geheimhouding voor zover zij van het kerkelijk gezag wordt gevraagd ter bescherming van de privacy van de klager en niet die van de aangeklaagde. De melding bij het Meldpunt kan door het kerkelijk gezag worden gedaan zonder de naam van het slachtoffer prijs te geven. Het achterhouden van wat over een aangeklaagde bekend is, is in strijd met de toezegging mee te werken in de klachtenprocedure.
In parochies spelen zich andere processen af. Juist in parochies kon het voorkomen dat kinderen jarenlang door één persoon ernstig worden misbruikt, waarbij ouders ongewild medeplichtig konden worden bijvoorbeeld doordat zij hun kind geregeld naar het parochiehuis stuurden voor klusjes, soms ook had de pleger toegang tot het thuis van een kind en konden zij zich daar, bijvoorbeeld onder het mom van bijles, met het kind afzonderen. Veel parochies waren hechte gemeenschappen, waar ieder gezin meerdere banden had met de kerk, als parochielid, als lid van het koor, als vrijwilliger bij een of andere door de kerk geleide organisatie. Soms was er ook sprake van economische afhankelijkheid. Er zijn overigens nog steeds parochies waar zulke sociale verhoudingen tussen de RKK en burgers een rol spelen en hoewel er veel is veranderd, is het niet ondenkbaar dat juist in parochies nog steeds kinderen worden misbruikt. Dat maakt dat er een bijzonder belang kleeft aan het doorbreken van het zwijgen in parochies.
Maar juist in parochies wordt nog veel verzwegen en de betreffende bisdommen spelen daar een grote rol in. Zo is er in een van de bisdommen in het zuiden van het land een aangeklaagde actief geweest in vier verschillende parochies. Zes jaar na zijn benoeming in 1963 als kapelaan werden de eerste meldingen van misbruik gedaan bij de pastoor, die dit meldde bij het bisdom. De man werd overgeplaatst, en dat gebeurde na latere misbruikzaken nog twee keer. Totdat in 1992 ook aangifte werd gedaan bij de politie - en de aangeklaagde zelfmoord pleegde. De huidige bisschop heeft, nadat er meerdere zaken over deze man door de Klachtencommissie gegrond zijn verklaard uit alle vier de parochies, onder druk van de slachtoffers en de media in de laatste parochie meegewerkt aan het bespreekbaar maken van het daar gepleegde misbruik door deze man en een oproep gedaan aan slachtoffers zich te melden - maar weigert pertinent ondanks herhaald aandringen van de lotgenoten, mee te werken aan een soortgelijke openheid in de andere drie parochies, naar zijn zeggen uit medeleven met de familie van de betreffende pleger.
In een ander dorp, iets noordelijker in het land, zijn door de koster van de RK parochie tussen 1968 en zijn ontslag in 2005 vrijwel zeker minstens negen meisjes en jongens misbruikt, onder wie één meisje gedurende 10 jaren. Er zijn twee klachten ingediend bij de Klachtencommissie en beide zaken zijn gegrond verklaard. Een van de klagers is in gesprek gegaan met het huidige parochiebestuur en is met het bestuur overeengekomen dat het misbruik door deze koster binnen de parochie besproken zou worden middels een artikel over de gegrond verklaarde klachten in het parochieblad. Het betreft een tamelijk klein dorp met een hechte RK parochie, waar geruchten over het misbruik al heel lang de ronde doen. De gemeenschap is verdeeld: de een gelooft de klachten, de ander wijst ze van de hand. Families van de lotgenoten wonen nog steeds in het dorp, minstens een van de slachtoffers ook. Het misbruik door deze koster heeft, behalve de aanzienlijke schade voor de lotgenoten, ook sporen getrokken in de gemeenschap. Maar het aartsbisdom verbood de publicatie in het parochieblad en tot op de dag van vandaag heeft vrijwel niemand in de parochie weet van de gegrondverklaringen.
Een enkele maal heeft de aartsbisschop toegestemd in een gesprek met de voorzitter van het VPKK; de laatste heeft in dat gesprek het gebrek aan openheid in parochies en congregaties ter sprake gebracht, uitgelegd welke schade dat nog steeds aanricht, en om opheldering gevraagd. De aartsbisschop erkende het afgedwongen zwijgen en bracht twee redenen naar voren: enerzijds zou men bij het noemen van namen beducht zijn voor aanklachten wegens smaad, anderzijds zou openheid zonder daarbij de naam van de betreffende pleger te noemen, leiden tot verdachtmaking van alle pastoors die ooit in de parochie werkzaam waren geweest. Hij wenste zijn beleid in dezen niet te wijzigen.
BRON
Anders dan KLOKK wordt het VPKK door de RKK en door Deetman niet beschouwd als vertegenwoordiger van lotgenoten. De voorzitter van KLOKK voert met enige regelmaat overleg met de voorzitters van de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen. De agenda van en de gemaakte afspraken in dat 'voorzittersoverleg' worden niet bekend gemaakt aan lotgenoten. Eén maal kwam zo'n afspraak wel naar buiten, namelijk de afspraak dat de Klachtencommissie zou sluiten. KLOKK heeft ingestemd met die sluiting zonder overleg met lotgenoten of lotgenotengroepn. De rechter heeft in een door het VPKK aangespannen kort geding bepaald dat de Klachtencommissie nog (ten minste) negen maanden moest aanblijven en daardoor konden nog 80 mensen een klacht indienden. Onbekend is of er nog meer afspraken die tegen de belangen van slachtoffers ingaan zijn gemaakt in dat voorzittersoverleg.

Sinds het vrouwennetwerk - het samenwerkingsverband waaruit het VPKK is ontstaan - kritiek uitte op het rapport van de Cie Deetman I in die zin, dat te weinig onderzoek gedaan was naar misbruik van en geweld tegen meisjes, is de verhouding tussen Deetman en het VPKK aanmerkelijk bekoeld. Deetman heeft geweigerd met het VPKK te overleggen over de wijze waarop men zich bij de Cie. Deetman II kon melden of over de termijn waarbinnen meldingen gedaan konden worden. Ook tijdens het tweede onderzoek heeft Deetman elk overleg geweigerd. Pas toen het rapport bij de drukker lag, mochten wij langs komen bij zijn toenmalige secretaris Cora de Witt. Als mosterd na de maaltijd - al onze vragen en twijfels werden zonder meer weggewuifd. Na publicatie van het rapport troffen wij veel fouten in de weergave van de daar genoemde meldingen en bleek ook dat een aantal meldingen, die elk aanwijzingen bevatten voor grootschaliger misbruik binnen eenzelfde congregatie of door eenzelfde pleger, niet was weergegeven - bij navraag bij de secretaris van de Cie. Deetman Bert Kreemers bleken deze meldingen 'onbekend' of 'zoekgeraakt'. De voorzitter van het VPKK heeft een aantal geconstateerde fouten geïnventariseerd, beschreven en gepubliceerd - Deetman heeft ook toen niet met het VPKK willen spreken. Mocht binnenkort weer een monitoring van de heer Deetman verschijnen: het VPKK, dat in de loop van de afgelopen jaren ca. 350 vrouwen en mannen heeft begeleid, dat 2 maal per jaar een drukbezochte lotgenotendag organiseert en over de eigen activiteiten ook met de achterban communiceert middels een website, een facebookpagina en een nieuwsbrief is voor die monitoring tot nu toe niet geraadpleegd.
 dan moet er wél geluisterd worden
Wij weten niet welke afspraken zijn gemaakt tussen KLOKK, Deetman en de RKK. Wij hebben er wel
veel vragen over, omdat wat tussen deze partijen besproken en mogelijk uitonderhandeld is, direct de belangen van onze achterban raakt. De onderzoeksjournalistiek heeft een aanzet gegeven in de radio-uitzending van Argos op 30 april jl. Dat onderzoek heeft onze twijfels doen toenemen en nog meer vragen opgeroepen. Wij menen dat het nu aan het parlement is om te onderzoeken wat zich in de periode 2010-2016 achter de schermen heeft afgespeeld.
Het bestuur van de Stichting Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik:
Annemie Knibbe
Brigitte Rezk-Kicken
Marjan van der Kooij
Maud Kips
Pascale Rademakers




# 40 RCAU

klik

















bron

dinsdag, juni 28, 2016

# 40

Klik

Law of torts









transcripts



"We went back to his house after one of the shoots and he brought us alcohol and there were other navy cadet instructors at his home at the time when the incident took place," she said.

klik


wikipedia
BRON 

maandag, juni 27, 2016

vrijdag, juni 24, 2016

MCU Update Bert

Na een lange ziekenhuis opname is Bert net voor het afgelopen weekend opgenomen in een revalidatiecentrum om verder te werken aan zijn herstel.

Wij willen iedereen mede namens Bert en de familie heel hartelijk danken voor alle belangstelling in welke vorm dan ook.
Hartelijke groet,
Bestuur MCU
Corrie en Leo Bel
Willem en Anita Bosch

BRON

donderdag, juni 23, 2016

"Don't give up," he said. "Just don't give up." # 40 RCAU

The Royal Commission is holding a public hearing in Sydney from Tuesday, 21 June 2016

The public hearing will inquire into the experiences of men and women who were sexually abused as children in certain divisions of the Australian Defence Force.

Location

The hearing will be held [in] Sydney.

The scope and purpose of the public hearing is to inquire into:

1. The experiences of survivors of child sexual abuse of the following institutions operated by the Australian Defence Force (ADF):


a. HMAS Leeuwin in the period 1960 to 1980
b. The Army Apprentice School Balcombe in the period 1970 to 1980, and
c. ADF Cadets in the period 2000 to present.

2. The systems, policies, practices and procedures of the ADF and the ADF Cadets to prevent child sexual abuse, and raising and responding to concerns and complaints about child sexual abuse, in the above listed institutions.       
 3. Any related matters.     

The Age 
A man has detailed how he tried to end his own life after being raped repeatedly as a Navy apprentice in Sydney.

Ken McIlwain, now in his 60s, joined the Navy as a 16-year-old, and was based at the HMAS Nirimba training base in Schofields in the city's west.

He was frequently raped by two men in the early 1970s, sometimes as often as once a week, leaving him with injuries to his backside.




ingevoegd 26-6

Why I resigned from the UN; Anders Kompass

 on the UN’s failure to uphold its principles

By the time I reported the sexual abuse of children by peacekeepers in Central African Republic in 2014, I had worked for the UN for nearly 20 years.

There is no hierarchy in the horror and brutality I witnessed during those two decades – massacres, torture, killings, the displacement of populations – but an eight-year-old boy describing in detail his sexual abuse by the peacekeepers meant to protect him is the kind of account I wish I’d never had to read.
I’d also seen a lot of the UN’s dysfunction over the years, but I wasn’t prepared for how the organisation would deal with these events, with the ensuing scandal – and with me. 
Cholera in Haiti, corruption in Kosovo, murder in Rwanda, cover-up of war crimes in Darfur: on too many occasions the UN is failing to uphold the principles and standards set out in its Charter, rules and regulations. Sadly, we seem to be witnessing more and more UN staff less concerned with abiding by the ethical standards of the international civil service than with doing whatever is most convenient – or least likely to cause problems – for themselves or for member states.
Why?
Principally, because the cost to the individual of behaving ethically is perceived as too great. Put another way, the benefit to the individual of not behaving ethically is perceived as greater than the cost of taking an ethical stance.
Fear and a feeling of worthlessness


Staff are afraid. This fear is based on widespread experience. Many staff members have been the victims of retaliation or have witnessed retaliation against those who have taken unpopular ethical stances (including reporting on internal unethical conducts), in the form of sidelining, harassment, sudden transfers, poor evaluations, and non-renewal of contracts. They are convinced that the system does not protect them.

What has happened to me has greatly strengthened this conviction. I acted ethically when I reported the child sex abuse in CAR to external law enforcement authorities. I provided them with the details they needed, in the midst of a civil war, to quickly find and protect the victims; stop the perpetrators; and get information from UN investigators. And yet I was asked to resign, I was suspended from my job following my refusal to do so, and I was publicly pilloried by UN senior officials and their spokespersons over a period of months while being investigated for improperly disclosing confidential information.
In spite of this, more staff would brave this fear if taking the risk led to serious follow-up, including investigations and punishment. But, from the top down, the UN leadership fails to take principled stands, particularly when there might be political ramifications. A clear recent example was the secretary-general’s decision to remove Saudi Arabia from a list of parties that kill or maim children because of threats to withdraw funding.
The UN rarely holds employees to account for unethical actions, particularly those in positions of power. Even when it does, meaningful punishment seldom follows. The UN’s accountability system is broken. It simply doesn’t work.
The UN claimed the internal system of justice worked in my case. This is preposterous. Under sustained pressure by member states, the secretary-general was forced to appoint an external panel to independently investigate the issue. It found that the chief of the very UN entity that should, by mandate, have investigated the case abdicated the body’s independence and abused her authority. But neither she nor many others who abused their authority to varying degrees, including by ignoring the horrific reports of children sexual abuse, were punished.
The inevitable result of cases such as this is that the staff members experiencing or witnessing this impunity lose their faith in the system – I know I did.
In my country, Sweden, ministers quit over allegations of misappropriating the equivalent of $10 of public money. In contrast, at the UN, staff found to have concealed the sexual abuse of children, or to have displayed questionable conduct, do not feel it necessary to resign; nor does the organisation seek their dismissal. 
To make matters worse, those who take an ethical but unpopular stance, including by reporting the misconduct of others, have learned that the pain of disclosure and retaliation far exceeds any benefit: the system is cumbersome, the process is protracted, structural changes to address the issues highlighted do not necessarily ensue and compensation is often minimal.
After months of agonising wait, I was exonerated by both the external and internal entities that investigated my case. This means that having been portrayed as guilty by the UN – over what felt like a very long period of time – and then having been recognised as innocent, there was a reasonable expectation that the principles of justice that the organisation preaches to member states would have been applied. However, to my knowledge and up to this date, the UN has neither taken any initiative to address the systemic issues of internal accountability raised by the behaviour of UN officials towards me, nor initiated any process of redress for the “very real negative consequences” suffered by me and my family and recognised by the external panel.
I could have applied to the United Nations Dispute Tribunal for redress, but, if granted, this would have consisted almost exclusively of monetary compensation, with the money coming from the UN budget – generously provided by taxpayers all over the world – rather than from the salary of those who actually committed offences.
Ethical standards within the UN will not improve until those responsible for misconduct, rather than the organisation, are personally made to suffer for their actions.
So if going through the UN system is ineffectual or even harmful to oneself, what do staff who feel strongly about unaddressed ethical issues do? Well… they leak.

Leaking as last resort
Leaks force the UN to act upon ethically compelling issues that are purposefully ignored or hidden by those internally responsible. A leaker uses the leverage of public opinion. This means that UN staff entrust the defence of ethics to the publicoutside rather than to the managers inside the organisation. 
This is how bad it is.
Had a number of indignant staff members not leaked information about my case to NGOs and the press, I would likely have been fired in 2015 or resigned out of desperation and humiliation, with my – and my family’s – moral strength sapped. Were it not for those organisations, press outlets, and unknown individuals, the truth would have been buried inside the UN. I am enormously grateful to all of them – but equally sad that their intervention was necessary.
Human rights violations in the Democratic Republic of Congo, corruption and exploitation in Bosnia and Herzegovina, ongoing abuses by peacekeepers in a number of peace missions – the world only knows about them because someone broke the silence and leaked. This is quickly becoming a systemic response to the UN’s ethical failure.
And yet the organisation reacts to these scandals by punishing those who try to hold an ethical stance, hiding the truth to the extent possible, and striving to tighten its control over information. Instead of creating a culture that welcomes whistleblowing as an opportunity to strengthen organisational values and standards, the UN promotes an atmosphere of fear and marginalises individuals seen as not toeing the line.
Even after all the dust had settled on my case, I was never made to feel that I was fully accepted back on board as a valuable staff member. Indeed, it became impossible for me to meaningfully contribute any longer. And, if I cannot be useful and continue to fight for what I have always believed in, then it is my time to go.
That is why, after 21 years of service, I have resigned from the United Nations.

I still believe in the defence of human rights. I still believe that a universal organisation is needed to improve the chances of world peace and progress. But I also believe that without great changes aimed at resurrecting ethical behaviour within the UN, the organisation will not be able to successfully address the challenges of today and of tomorrow.
And, on that last point, my experience has unfortunately left me sceptical.
Anders Kompass recently resigned from the UN Office of the High Commissioner for Human Rights, where he ended a 17-year career as the director of field operations. Formerly a Swedish diplomat, he had also previously served as the UN’s representative in El Salvador.


KLIK