De inspectie voor de Jeugdzorg vindt dat de “waarheidsvinding” door jeugdwerkers in rapportages en onderzoeken tekort schiet. Ook moeten de professionals beter omgaan met hun cliënten. Er zijn te veel klachten van cliënten die vinden dat ze ‘niet goed geïnformeerd worden’ en zich ‘vals beschuldigd’ voelen.
Zorgwekkend is, volgens de Inspectie Jeugdzorg, dat veel meldingen van cliënten – 80 van de 309 signalen – gaan over de waarheidsvinding door de jeugdwerker. Dat is: in een casus zo feitelijk mogelijk achterhalen wat er aan de hand is. 'Een heikel en kritisch punt binnen de kwaliteit van de jeugdzorg', aldus de inspectie.
In verslagen en rapportages is 'lang niet altijd sprake van een duidelijke scheiding van meningen en feiten'. Beweringen van betrokkenen worden niet voldoende gecheckt. Cliënten krijgen geen of te weinig de mogelijkheid om feitelijke onjuistheden te corrigeren.
Bejegening
klik |
Seksueel gedrag
De Inspectie Jeugdzorg maakt in het Jaarbericht 2014 duidelijk dat
zij speciaal op signalen heeft gelet over de kwaliteit van de zorg
vanwege de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. Op het gebied van
bescherming van jeugdigen tegen seksueel overschrijdend gedrag – binnen
en buiten de jeugdzorg – vindt de inspectie de ontwikkelingen 'positief,
maar nog pril en kwetsbaar'.
Veiligheid
De inspectie heeft onderzocht of en hoe het zogenoemde
"risicotaxatie-instrument" wordt gebruikt. Met dat instrument wordt
gestandaardiseerd veiligheidsrisico's van jeugdigen in kaart gebracht.
Vaak wordt dat wel gedaan bij aanvang van de zorg, maar niet meer als de
zorg voor de jeugdige verandert. In de ambulante jeugdzorg gebruikt 19
procent van de instellingen het risicotaxatie-instrument helemaal niet.
'Zorgelijk', aldus de inspectie, 'juist instellingen en professionals
moeten zich er van blijven overtuigen dat de jeugdige in een veilige
situatie leeft.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten