Het is vier uur ’s middag als ik uit een overleg stap. Op mijn telefoon staat een reeks gemiste oproepen. Ik bel terug. Een gezin in crisis. Of ik vanmiddag nog een plek kan regelen voor peuter Philip die met spoed het huis uit moet.
advertentie
Als ik het dossier doorneem, zie ik talloze Veilig Thuis-meldingen. Een verslaafde moeder en een overprikkelde vader. Vandaag is het drama compleet: de moeder van Philip is die ochtend overleden.
Gisterenmorgen werd in Amsterdam op klaarlichte dag, in de straat waar hij woonde en in het bijzijn van zijn vrouw, Derk Wiersum doodgeschoten. Hij was de advocaat, die kroongetuige Nabil B. bijstond in het liquidatieproces Marengo rond het criminele kopstuk Ridouan Taghi. Wiersum was naast advocaat ook rechter.
Mijn hart huilt als ik de foto zie van een knappe man van in de veertig met een frisse uitstraling, een vader van twee jonge kinderen, die gisteren genadeloos werd geliquideerd door iemand die volgens de signalementen rond de 16 tot 20 jaar moet zijn geweest.
Maar ook omdat ik tegelijkertijd intens blij en opgelucht ben dat ik in herstel ben gegaan van mijn verslavingen en al bijna zeven jaar niet meer gebruik en dat ik geen mobiele nummers van cokedealers meer in mijn mobieltje heb staan. Want dat is een extra zegen als je besloten hebt om abstinent door het leven te gaan.
Dat je niet meer een industrie spekt, die geleid wordt door moordenaars van onschuldige mensen. Ook daar kun je als verslaafde in herstel dankbaar voor zijn.
Opvoedhulp voor het pleeggezin. Maatwerk, maar zo is de zorg voor Philip toch zo ‘thuis als mogelijk’.
BRON |
Kleine (jeugd)zorgorganisaties in Amsterdam zijn goed in dit soort werk. We zoeken en bedenken steeds iets nieuws om het passend te maken. Maar het is een kostbaar proces en dus zitten we halverwege het jaar en is het ons opgelegde normbudget al op. En dus kunnen we geen enkele nieuwe plaatsing meer doen.
Maatwerk is nodig bij de meeste pleegzorgzaken. Als kinderen als Philip geen goede hulp wordt geboden, worden ze voortdurend doorgeplaatst en gaan ze eindeloos van plek naar plek. Dat zorgt telkens voor nieuwe verlieservaringen en nieuwe littekens terwijl de oude nog niet zijn geheeld. Het resultaat op de lange termijn: volwassen Philips in de problemen die de stad en staat aanzienlijk meer geld kosten.
't Is dochtersdag vandaag, broodje paling en weten wat ik schijn te horen te denken wanneer ik die beer zie.
Wie wil er vechten met de beer? Niemand? Dan heeft de beer gewonnen.
Wie wil er vechten met de beer? Niemand? Dan heeft de beer gewonnen.
mijn vadersgeboortedag.
Maar ik mis mijn broertje, die naar de klote ging.
En ben blij dat ik die fiets heb gejat en naar huis fietste wetend dat Amsterdam ongeveer die kant op was, en lezen, dat kon ik wel.
Dat had mijn vader me geleerd, toen mijn moeder beter wist dan ik hoe mijn juf heette.
Mijn vader had ook een wapen. Het zal een pistool zijn geweest, geen idee, ik weet no gteeds het verschil tussen een pistool en een revolver niet, maar ik weet wél waar het lag: in een van die lades van zijn bureau.
Die lades waar die spannende dingen in lagen. die paperclips en zijn potje arabische gom.
Mijn vader moet ook als hij niet een van zijn hoeden op had groot zijn geweest en bij grote mensen horen grote handen. Hij had ook grote zonen En soms een gaatje in het hoofd.
Mijn vader had zo'n gaatje in zijn hoofd.
Dat hebben mensen met zo'n groot houten bureau met lades achter deurtjes soms, want die kruipen nooit op de traptrede van een naaimachine, daar hebben ze hun eigen auto's voor,
Maar die naaimachine had een veel mooier stuur dan mijn step of dat houten steppie van mijn kleine broertje, waar niet eens een rem op zat.
Een brandweerauto met ladder is natuurlijk leuk, maar op die trapper konden we omstebeurt achterop zitten en sturen, wat heel handig was als iedereen in de kamer moest zijn omdat we aan tafel moesten en er gedekt moest worden.
Mijn vader paste netzomin als zijn grote zoons niet op op onze trapper.
Hij - en zij - pasten ook niet onder zijn bureau.
Bij grote mensen horen grote handen.
Misschien moest hij daarom wel deurtjes met sleutels voor de laden in zijn bureau hebben en had die ene lade een slot met sleutel die er nooit in zat.
Bij kontkrumels horen kleine handen. En de kennis van de timmerman.
Bij mannen met een hoed een bureau en de kennis aan sleutelmakers.
Bij mijn vaders dochter de kennis dat mijn broers hebben leren schieten wanneer ze niet bij de verschillende kazernepoorten hadden staan dromen en de verbijsterende ontdekking dat ze dat - net als de andere katholieken - ook in de kerk hadden kunnen doen , omdat er een bisschop kwam: we hebben een patronaatsgebouw! daarom mochten ze schieten vertelt het Stadsarchief.
Ook mijn grote broers hadden gaatjes in hun hoofd.
Maar het zou nog een paar jaar duren voor zij geknield achter de vensterbank mij leerden schieten, vanuit het raam op de laatste tram naar de remise, die daarvoor emailleborden aan de zijkanten had, zodat je kon horen of je raak had geschoten.
Niet onwaarschijnlijk hebben hun vriendjes behalve een hoed en kennis aan sleutelmakers inmiddels ook petten.
Maar vóórdat mijn vaders kleinkinderen leerden schieten wisten ze verdomd goed dat er in Artis springbokken zijn met een schietschijf achterop en waarom ze daar niet enthousiast daar heeft mijn vader op geschoten van die vader over mochten juichen waardoor ze wisten dat ze - naast die onvermijdelijke vette grijns - maar beter de nodige tact konden hebben bij het informeren van hun moeder over hun nieuwe kunstjes die, nu ze de olifanten ook herkenden niet alleen meer voorbehouden waren aan de pinquins en de manenwolf.
En het is jammer dat ik nooit zal weten of mijn vader niet ook een sleutelmakerkennis heeft gehad die wist hoe je een aap met een banaan in een cocosnoot kon vangen; hij wist immers ook hoe je dat met een slak die misschien wel een vogel was deed: zout op z'n staart.
Om dat te weten hadden mijn kinderen een anders vader nodig, zo eentje die wist waar China lag.
Bron
Maar ik mis mijn broertje, die naar de klote ging.
En ben blij dat ik die fiets heb gejat en naar huis fietste wetend dat Amsterdam ongeveer die kant op was, en lezen, dat kon ik wel.
Dat had mijn vader me geleerd, toen mijn moeder beter wist dan ik hoe mijn juf heette.
Mijn vader had ook een wapen. Het zal een pistool zijn geweest, geen idee, ik weet no gteeds het verschil tussen een pistool en een revolver niet, maar ik weet wél waar het lag: in een van die lades van zijn bureau.
Die lades waar die spannende dingen in lagen. die paperclips en zijn potje arabische gom.
Mijn vader moet ook als hij niet een van zijn hoeden op had groot zijn geweest en bij grote mensen horen grote handen. Hij had ook grote zonen En soms een gaatje in het hoofd.
Mijn vader had zo'n gaatje in zijn hoofd.
Dat hebben mensen met zo'n groot houten bureau met lades achter deurtjes soms, want die kruipen nooit op de traptrede van een naaimachine, daar hebben ze hun eigen auto's voor,
Maar die naaimachine had een veel mooier stuur dan mijn step of dat houten steppie van mijn kleine broertje, waar niet eens een rem op zat.
Een brandweerauto met ladder is natuurlijk leuk, maar op die trapper konden we omstebeurt achterop zitten en sturen, wat heel handig was als iedereen in de kamer moest zijn omdat we aan tafel moesten en er gedekt moest worden.
Mijn vader paste netzomin als zijn grote zoons niet op op onze trapper.
Hij - en zij - pasten ook niet onder zijn bureau.
Bij grote mensen horen grote handen.
Misschien moest hij daarom wel deurtjes met sleutels voor de laden in zijn bureau hebben en had die ene lade een slot met sleutel die er nooit in zat.
Bij kontkrumels horen kleine handen. En de kennis van de timmerman.
Bij mannen met een hoed een bureau en de kennis aan sleutelmakers.
Bij mijn vaders dochter de kennis dat mijn broers hebben leren schieten wanneer ze niet bij de verschillende kazernepoorten hadden staan dromen en de verbijsterende ontdekking dat ze dat - net als de andere katholieken - ook in de kerk hadden kunnen doen , omdat er een bisschop kwam: we hebben een patronaatsgebouw! daarom mochten ze schieten vertelt het Stadsarchief.
Ook mijn grote broers hadden gaatjes in hun hoofd.
Maar het zou nog een paar jaar duren voor zij geknield achter de vensterbank mij leerden schieten, vanuit het raam op de laatste tram naar de remise, die daarvoor emailleborden aan de zijkanten had, zodat je kon horen of je raak had geschoten.
Niet onwaarschijnlijk hebben hun vriendjes behalve een hoed en kennis aan sleutelmakers inmiddels ook petten.
Maar vóórdat mijn vaders kleinkinderen leerden schieten wisten ze verdomd goed dat er in Artis springbokken zijn met een schietschijf achterop en waarom ze daar niet enthousiast daar heeft mijn vader op geschoten van die vader over mochten juichen waardoor ze wisten dat ze - naast die onvermijdelijke vette grijns - maar beter de nodige tact konden hebben bij het informeren van hun moeder over hun nieuwe kunstjes die, nu ze de olifanten ook herkenden niet alleen meer voorbehouden waren aan de pinquins en de manenwolf.
En het is jammer dat ik nooit zal weten of mijn vader niet ook een sleutelmakerkennis heeft gehad die wist hoe je een aap met een banaan in een cocosnoot kon vangen; hij wist immers ook hoe je dat met een slak die misschien wel een vogel was deed: zout op z'n staart.
Om dat te weten hadden mijn kinderen een anders vader nodig, zo eentje die wist waar China lag.
Bron
Geen opmerkingen:
Een reactie posten