donderdag, maart 01, 2018

Trommels; Wat is de vastentijd?



Door: Charlotte Kleyn

We zitten midden in de periode tussen carnaval en ­Pasen en dat betekent: vasten. Althans, in katholieke kringen, áls het nog wordt gedaan. Eeuwenlang was vasten in Europa wel ontzettend belangrijk.

Niet alleen tijdens de veertig dagen voor Pasen (zondagen uitgezonderd) en op vrijdagen, maar ook in de periode voor Kerstmis, soms op woensdagen en heiligendagen. Dat kon in ­totaal wel oplopen tot een derde van het jaar.

Katholiek vasten houdt in dat je minder eet, of bepaald voedsel niet eet. Dit om het lichaam te laten afzien, ­nader tot de ziel te komen en Christus' offer aan de mensheid niet te vergeten. Wijn, vlees en dierlijke producten komen niet op tafel, vis mag wel.

Dat begrip 'vis' is altijd lekker ruim opgevat. Niet alleen vissen en schelp- en schaaldieren, ook kikkers en slakken zijn toegestaan. Er zijn zelfs middeleeuwers geweest die ­bevers en otters aten. Die leven immers ook in het ­water?

Boter, melk, reuzel en spek waren in eerste instantie verboden tijdens de vasten. Die verving je in het Middellandse Zeegebied, waar het katholicisme vorm kreeg, door olijfolie en amandelmelk - en boter. In het noorden waren die geïmporteerde producten echter flink aan de prijs.

Vanaf de vijftiende eeuw kwamen er in Noord-Europa dan ook steeds meer uitzonderingen op de boterregel. In het Franse Rouen kon je dispensatie kopen om tijdens de vasten toch boter te eten. Van het verdiende geld werd een toren aan de kathedraal gebouwd, die nog steeds toepasselijk Tour de Beurre heet.
Anna van Bretagne kreeg van de Heilige Stoel ­speciale dispensatie in 1491. Niet alleen zij, maar haar hele hertogdom mocht voortaan altijd lekker aan de ­geliefde boter.

Overigens kon je als middeleeuwse rijkaard op een jour maigre toch overdadig eten. Een beetje handige kok vormde vis zo dat het net een stuk vlees leek, of maakte chique surrogaatboter.

Van amandelen, rijst, suiker, saffraan, zoete witte wijn en blauwe viooltjes, bijvoorbeeld (uit Eenen nyeuwen coock boeck, 1560). Met al die ontzettend dure ingrediënten is er weinig over van onthouding, afzien en vroomheid, nietwaar?

Dat vonden de protestanten ook, die de vasten ­afschaften. Toch bleven 'magere' recepten opduiken in kookboeken uit de protestante republiek. De volmaakte Hollandsche keuken-meid (1746) geeft bijvoorbeeld een recept voor 'taart voor roomsgezinden', met oesters, amandelen, suiker, peper, kaneel en rozenwater.

Apart? Best wel. Maar een béétje creatieve hippe chef kan daar vast wat mee.
Het liefst nog voor Pasen.

Maar je kunt er natuurlijk ook steekselpap van maken! 

 Joh. 10,14

Geen opmerkingen: