donderdag, april 09, 2015

de versleten lul; zo schreed de beschaving voort

Voorbeeldfunctie voor iedereen


Het valt te betreuren dat er een menselijk drama op massamediaschaal nodig was om het debat over verkrachting op te drijven.   

Bieke Purnelle

De Morgen

8 april 2015



    Als bij toverslag wordt het wijdverbreide probleem erkend en tonen beleidsmakers hun bereidheid om het daadwerkelijk aan te pakken. Mooi toch?


De acht aangiftes per dag die worden opgetekend, komen zelfs niet in de buurt van het reële aantal feiten. Uit onderzoek blijkt dat negen van de tien slachtoffers nooit aangifte doen. Uit schaamte, uit angst om niet ernstig genomen te worden.

Dat die angst wel degelijk gegrond is, zo blijkt uit perverse en aanmatigende opmerkingen, facebookstatussen en tweets van mensen “die beter zouden moeten weten”. Zo bleek ook uit de recente #wijoverdrijvenniet-storm op de sociale media. Meisjes en vrouwen getuigden over wat hun overkwam en over de reacties die ze vervolgens over zich heen kregen. Wie verkracht wordt, rekent na de feiten veelal af met ongeloof en beschuldigingen, in plaats van empathie en troost te ontvangen.

Wie een verkrachting wil aangeven, moet ook bewijzen kunnen leveren. Laat dat nu net lastig liggen. Wie geen verwondingen kan aantonen, heeft weinig om op terug te vallen. Getuigen zijn er zelden. Zo wordt een aangifte al snel een kwestie van woord tegen wederwoord. De kans dat je je gelijk haalt, is dus behoorlijk klein. Geen wonder dat een beschadigde vrouw ervan afziet om de pijnlijke gebeurtenissen in gênant detail met wildvreemden te delen zonder veel garantie op een louterende uitkomst.

Voorbeeldfunctie
Wanneer feministische groepen het ontslag eisen van een decaan, die op zijn publieke facebookprofiel verkrachting minimaliseert of excuseert, dan is het die straffeloosheid die speelt. Dat de wet vrouwen niet kan beschermen, is al ondraaglijk genoeg. Dat – al dan niet hooggeplaatste – individuen slachtoffers stigmatiseren en kleineren, is er te veel aan.


Dat Willem Elias een voorbeeldfunctie heeft, zo klinkt het. Natuurlijk heeft hij die. Maar hebben we niet allemaal een voorbeeldfunctie? Wat met de bakker die elke ochtend tientallen boterkoeken verkoopt aan tieners die thuis geen tijd hadden om te ontbijten, mag die wel ongestoord en zonder gevolg geweld vergoelijken dat jongens ongevraagd hun hand tussen een stel meisjesbenen stoppen?

Wat met de zwembadopzichter die ziet hoe een stel tieners meisjes hun badpak afstropen, voor de grap. Is het aanvaardbaar dat die eens grinnikt en de meisjes vertelt dat ze er maar niet zo uitdagend moeten bijlopen? Heeft niet elke ouder, en dus het merendeel van de bevolking, een voorbeeldfunctie?

Wetten en waarden
Ik ken weinig vrouwen, al dan niet slachtoffers van verkrachting, die bezwaar hebben tegen een strenger en vooral afdwingbaar rechtssysteem dat seksueel geweld remedieert. Dat dat nodig is staat buiten kijf. De vraag is of het volstaat. We hebben wetten tegen discriminatie en drugs, tegen rijden onder invloed en diefstal. De ene wordt al strikter toegepast dan de andere, onder meer omdat het ene misdrijf nu eenmaal makkelijker te bewijzen valt dan het andere.

Het spreekt vanzelf dat wetten gemaakt zijn om na te leven. Dat een overheid erover moet waken dat ze ook daadwerkelijk nageleefd worden en dat er gesanctioneerd wordt wanneer wetten worden overtreden. Maar wat met die enorme grijze zone? Wat met de moraal achter die wetten? En kan je moraal wel afdwingen?

We kunnen mensen aanklagen of hun ontslag eisen zo vaak we willen, hoe terecht zo'n aanklacht ook moge zijn, zonder een diepgeworteld en algemeen aanvaard ethisch kader raken we amper vooruit. Waar ligt de grens tussen vrije meningsuiting (waar we sinds Charlie Hebdo zo’n vurig pleitbezorger van blijken te zijn) en aantoonbare discriminatie? Of bedoelen we dat vrije meningsuiting enkel van toepassing is voor ideeën die we zelf aanhangen?

Hoog tijd dus voor een waardendebat bovenop een wettendebat. De wet dient om waarden te beschermen, niet andersom. Dat debat speelt zich bij voorkeur niet af op sociale fora, waar empathie en luisterbereidheid uitblinken door afwezigheid, maar in levensechte dialoog. Laat die dialoog traag zijn, met af en toe wat stilte tussendoor. Denken en luisteren zijn lastig wanneer je onafgebroken aan het woord bent.

Educatie

Waarden overdragen, daar hebben we de ietwat wat stoffige term educatie voor bedacht. Die educatie moet verder gaan dan een campagnespot van de overheid of een lessenpakket rond discriminatie of seksisme. “It takes a village to raise a child”, zo luidt een van oorsprong Afrikaans gezegde. Dat dorp in kwestie bestaat al lang niet meer. Maar dat de opvoedkundige kwaliteit van de leefomgeving van belang is voor de burgerschapsvorming en aanzienlijk bijdraagt aan de preventie van heel wat maatschappelijke problemen, daarover zijn experten en leken het eens.

Die leefomgeving, dat zijn u en ik en alle anderen. Dat zijn overheden, de ouders, de leraar, de bakker en de voetbaltrainer, maar ook de media die ons een spiegel zouden moeten voorhouden, maar dat zelden doen.

Aan al wie met de ogen rolt of verveeld gaat zuchten van zodra er iemand haar of zijn ongenoegen uit over een artikel of kop in P-magazine, misplaatste seksistische grapjes of kontknijperij op het wielerpodium: de grens tussen wat kan en wat niet is geen muurtje waar je in een wip over springt.
bron
Beeldvorming is het veld waarop we zaaien wat we later hopen te oogsten. Tijd om na te denken welke oogst we beogen en ons daarnaar te gedragen.


Geen opmerkingen: