De Uitspraak: Mag een zedenverdachte een schoolexamen worden geweigerd?
NRC 12-1-2015
Folkert Jensma
Op 'De Uitspraak' geven experts van het Nederlands Juristenblad commentaar.
Mag een MBO-opleiding een student weigeren voor
het eindexamen sportcoördinator omdat Justitie hem verdenkt van ontucht
met leerlingen?
Met commentaar van NJB-experts Tom Barkhuysen, Leids hoogleraar staats- en bestuursrecht, tevens advocaat bij Stibbe. En Machteld Claessens, advocaat bij Stibbe.
Met commentaar van NJB-experts Tom Barkhuysen, Leids hoogleraar staats- en bestuursrecht, tevens advocaat bij Stibbe. En Machteld Claessens, advocaat bij Stibbe.
De Zaak. Een laatstejaars student sport- en bewegingscoördinator wordt verdacht van ontucht met leerlingen van alle drie basisscholen waar hij stage liep. De opleiding schorst hem en verbiedt hem de toegang. Het openbaar ministerie kondigt aan hem te vervolgen. De rechter-commissaris beslist dat de student niet in voorarrest hoeft.
Wat eist de student?
De student wil dat hij wordt toegelaten tot de laatste proef die hij moet doen voor zijn diploma. De opleiding wil dat alleen bij vrijspraak of een sepot.
Hoe onderbouwt de school dat?
De opleiding vindt dat zij een zorgplicht heeft om geen diploma’s af te geven aan studenten die ongeschikt zijn voor het beroep waarvoor wordt opgeleid.
Wie gaat werken met minderjarigen dient zich niet aan hen te vergrijpen is het argument. Voor de laatste ‘proeve van bekwaamheid’ moet de student bovendien een dag op een basisschool werken. Welke basisschool zou toestaan dat een zedenverdachte er examen als docent komt doen?
De opleiding vindt op basis van de onderwijsovereenkomst dat ze bevoegd is studenten te verwijderen als ze schuldig zijn aan ‘ernstig wangedrag’. ‘In gevallen waarin de overeenkomst niet voorziet’ is de directie ‘na overleg’ met de deelnemer bevoegd om andere maatregelen te nemen, zoals examen weigeren en schorsen.
Hoe oordeelt de civiele rechter?
Weigeren is onbillijk.
Verder staat het nog niet vast dat er inderdaad sprake was van ‘ernstig wangedrag’. De student hoefde immers niet in voorarrest. Of de aangiften inderdaad tot een veroordeling zullen leiden is niet onderbouwd. Net zo min als de eventuele onrust op de opleiding als de student blijft komen. De rechter erkent dat het voor basisschoolleerlingen niet zonder risico is, voor de opleiding ‘ongemakkelijk’, gezien de eigen reputatie, en ook lastig om een school te vinden waar deze student zijn examen kan doen.
Anderzijds duurt het maar een dag, personeel van de opleiding is toch aanwezig en kan dan best op de student letten. Deze inspanning mag van de opleiding worden gevergd. De belangen van de student zijn te groot. Hij investeerde vier jaar en slaagde voor alle examens. Als hij niet mag afstuderen kan hij ook niet naar eventueel een andere HBO opleiding. Het wachten op de strafzaak kan nog jaren duren, zegt de rechter. En vooralsnog is hij onschuldig.
De school moet hem tot het examen toelaten.
uitspraken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten