Leesbeperking
Het internationale verdrag van Marrakesh hanteert de volgende definitie van mensen met een leesbeperking:
Een persoon met een leesbeperking is iemand die:
1. blind is;
2. een visuele beperking, waarnemingshandicap of leeshandicap heeft die niet kan worden verbeterd tot de visuele functie die gelijk is aan die van iemand die niet zo'n beperking of handicap heeft, en die daardoor niet in staat is gedrukte werken te lezen in wezenlijk dezelfde mate als iemand die niet zo'n beperking of handicap heeft;
3. anderszins, door een lichamelijk handicap, niet in staat is een boek vast te houden of te hanteren, te focussen of in die mate de ogen te bewegen wat gewoonlijk acceptabel is om te lezen.
1. blind is;
3. anderszins, door een lichamelijk handicap, niet in staat is een boek vast te houden of te hanteren, te focussen of in die mate de ogen te bewegen wat gewoonlijk acceptabel is om te lezen.
Op basis van deze verklaring onderscheiden wij globaal vijf categorieën van mensen met een leesbeperking:
1. Blinden
2. Slechtzienden
3. Dyslectici
4. Mensen met een cognitieve beperking, zoals afasie, een verstandelijke beperking, of andere beperkingen van cognitieve aard
5. Mensen met een motorische beperking, zoals reuma, fibromyalgie, dystonie, Multiple Sclerose, Parkinson, of andere motorische beperkingen
1. Blinden
2. Slechtzienden
3. Dyslectici
4. Mensen met een cognitieve beperking, zoals afasie, een verstandelijke beperking, of andere beperkingen van cognitieve aard
5. Mensen met een motorische beperking, zoals reuma, fibromyalgie, dystonie, Multiple Sclerose, Parkinson, of andere motorische beperkingen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten