Misbruikslachtoffers voelen zich voor de zoveelste keer geschoffeerd door de katholieke kerk. Nu omdat de klachtencommissie definitief stopt. 'Dit is zó arrogant.'
Het is 16 december 2011. De commissie-Deetman komt met haar eindrapport over seksueel misbruik van minderjarigen in katholieke instellingen tussen 1945 en 1981. Het rapport slaat in als een bom.
Deetman onderzocht 2100 meldingen, maar het werkelijke aantal slachtoffers ligt volgens hem vele malen hoger: tien- tot twintigduizend in totaal. 'Nieuwsuur' wijdt een uitzending aan het rapport, vanuit Amsterdams debatcentrum Felix Meritis. Uitgenodigd zijn ook aartsbisschop Wim Eijk en Cees van Dam, voorzitter van de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR). Bij hoge uitzondering verschijnen ze op tv. Eijk maakt excuses. Er is "inadequaat gehandeld", zegt hij, een understatement. Maar ze gaan het vanaf nu helemaal anders doen. Van Dam: "Wij stellen ons open voor de slachtoffers."
Tweeënhalf jaar later heeft de kerk 13,7 miljoen euro uitgekeerd aan schadevergoedingen. De media-aandacht is geluwd, veel meldingen komen er niet meer binnen. De kerk maakt zich op om het misbruikhoofdstuk te sluiten. Vorige week ging het Meldpunt Seksueel Misbruik dicht.
Alleen voor niet-verjaarde zaken en voor levende daders kunnen in de toekomst nog klachten worden ingediend. Maar de meeste meldingen betreffen verjaarde zaken, misbruik dat in de jaren vijftig of zestig plaatsvond. Van de in totaal 1600 meldingen moet het meldpunt er nog 500 afwikkelen, dus er zal nog wel een paar miljoen uit de katholieke schatkist naar de slachtoffers stromen. Maar dan is de kous ook af. Zo langzamerhand kunnen de bisschoppen het hoofdpijndossier 'seksueel misbruik' sluiten. Of toch niet?
Over je verleden praten
"Dit besluit komt te vroeg", zegt Raymond Lelkens, woordvoerder van de lotgenotengroep Jezuïeten en in het verleden betrokken bij slachtofferorganisatie Klokk. Lelkens vindt het aanvaardbaar dat de kerk op enig moment een streep trekt. "Maar pas als ál het mogelijke is gedaan om bekend te maken waar slachtoffers terecht kunnen. Dat is niet gebeurd. Het vergt ontzettend veel tijd om de stap te kunnen zetten om over je verleden te praten. Dat wordt telkens weer onderschat."
Annemie Knibbe van de stichting Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik kan dat alleen maar beamen. Vrouwelijke slachtoffers wisten het meldpunt slecht te vinden: 276 vrouwen klopten aan, tegen 1309 mannen. Het misbruik van meisjes en vrouwen in katholieke internaten en in parochies is later aan het licht gekomen dan dat van jongens. En vrouwen kampen met zoveel schaamte dat ze er nog niet mee naar buiten durven treden, aldus Knibbe. "Je kunt niet programmeren wanneer iemand in staat is om zichzelf opnieuw te confronteren met dat verleden."
In feite, vervolgt ze, wordt de klok weer teruggedraaid. "We zijn zelfs terug bij de situatie zoals die bestond voor 1995, toen Hulp & Recht werd opgericht." Dat was het katholieke klachtenbureau dat door de kerk was ingesteld om klachten over seksueel misbruik af te handelen. Slachtoffers worden weer afhankelijk van het 'goede geweten' van de kerk, zegt Knibbe.
In dat goede geweten heeft ze weinig fiducie. Het patroon dat Knibbe keer op keer ziet: de kerk wil zoveel mogelijk de schade voor het instituut beperken, erkenning van het veroorzaakte leed komt op de tweede plaats. "Het merendeel van de oversten van ordes en congregaties blijft een ontkennende houding aannemen, zeker de vrouwelijk oversten. De afgelopen vier jaar werd verwacht dat ze meewerkten als steunbewijs nodig was bij een klacht. Vaak gebeurde het tegendeel. 'Die persoon werkte hier niet', hoor je bijvoorbeeld vaak als er gezocht wordt naar een dader. Of: 'Daar weten we niets van'."
Schaamte en schuld
Knibbe noemt als voorbeeld de Zusters van de Goede Herder, een orde die op enkele tientallen plaatsen in Nederland kindertehuizen had. Duizenden vrouwen hebben er een paar jaar doorgebracht. Slechts vijf hebben er tot nu toe melding gedaan van machtsmisbruik. "Schaamte en schuld vormen een enorme belemmering voor vrouwen om zich te melden." Het is uiterst lastig om een beeld te krijgen van wat er op die internaten precies gebeurde, vertelt Knibbe. De orde houdt zich doof. "Nog steeds krijgen we geen toegang tot bijvoorbeeld de archieven."
Tegenwerking ervaart ook Raymond Lelkens, van de lotgenotengroep Jezuïeten. "Traineren, frustreren en afremmen is aan de orde van de dag." Neem het bisdom Roermond, dat transparantie had beloofd. Lelkens had goed contact met het bisdom, dacht hij. Tot een paar maanden geleden bleek dat de vorig jaar overleden bisschop Jo Gijsen twee jongens heeft misbruikt. "Ze hielden het gewoon onder de pet."
Volgens hem probeert de kerk vooral het gezichtsverlies en de financiële schade te beperken. Nog steeds. "De kerk behandelt de hele zaak als een juridisch traject, waarbij na een bewezen klacht geld wordt uitgekeerd. Maar dan begrijp je het slachtoffer niet."
Hoe het wel zou moeten ziet Lelkens bij de Jezuïeten. Deze orde wijkt van de lijn af, slachtoffers kunnen zich nog een paar jaar melden. Ook hebben de Jezuïeten een uitgebreid mediationtraject, waarbij daders (of als die niet meer in leven zijn andere vertegenwoordigers) en slachtoffers met elkaar in gesprek gaan. "Op deze manier kunnen mensen het een plek geven."
De behoefte om het hoofdstuk te sluiten is groot. Op alle fronten zie ik vermoeidheid in het afwikkelen van deze zaak
Mediation ziet Guido Klabbers van slachtofferorganisatie Klokk ook als de beste weg voorwaarts. Toen Eijk een half jaar geleden de bel luidde voor 'de laatste ronde', verzette Klabbers zich tegen sluiting van het meldpunt. Maar de bisschoppen bleken onwrikbaar, zegt hij. Nu dringt Klabbers er bij hen op aan dan tenminste de mogelijkheid van mediation te bieden. "Dat zou een win-win situatie zijn. Want het gaat de meesten helemaal niet om een schadevergoeding, het gaat ze primair om erkenning van het aangerichte leed. Bij mediation is alleen instemming van beide partijen nodig, er komt verder geen juridische rompslomp bij kijken."
Twee gesprekken
Toch hebben de bisschoppen Klabbers' voorstel afgewezen. Daphne van Roosendaal, woordvoerster van de Bisschoppenconferentie, valt stil als haar gevraagd wordt naar het waarom. "Daar kan ik niets over zeggen. Het is niet overgenomen als idee."
Bij het meldpunt was er overigens al een minimale vorm van mediation aanwezig, zegt ze. Een commissie zorgde voor bemiddeling tussen kerk en slachtoffers. Volgens Raymond Lelkens schoot die commissie tekort. "Mediation bij het meldpunt betekende twee keer een gesprek van een uur: het eerste ter inventarisatie en het tweede met de dader. Vervolgens werd daarvan een rapport gemaakt zodat de hoogte van de schadevergoeding kon worden bepaald." Lelkens zucht: "Ook dit is weer helemaal gejuridiseerd."
Volgens Van Roosendaal is het logisch dat het loket nu sluit. "Kijk, in 2010 kwam er een hausse aan berichten in de media over misbruik. We hebben toen een uitzonderlijke regeling getroffen om ook verjaarde zaken te behandelden. Dat is in andere sectoren van de samenleving niet gebruikelijk. Nu het aantal meldingen sterk afneemt, keert de kerk weer terug naar de normale gang van zaken en zoekt ze weer aansluiting bij de rest van de maatschappij. Een einddatum schept ook duidelijkheid.Je weet waar je aan toe bent. Nu kunnen
slachtoffers er een punt achter zetten."
Dat laatste klinkt heel sympathiek, vindt Klabbers, maar het lijkt er volgens hem vooral op dat de kerk er zélf een punt achter wil zetten.
"De behoefte om hethoofdstuk te sluiten is groot. Op alle fronten zie ik vermoeidheid in het afwikkelen van deze zaak. Men is nog steeds heel erg bezig met de eigen organisatie. Ik merk nog regelmatig dat het voor de katholieke kerk moeilijk is om te begrijpen wat er is aangericht bij deze mensen."
'Geen gesloten hoofdstuk'
Tekenend vindt Annemie Knibbe dat Eijk dacht zelf wel even te kunnen bepalen dat de tijd om was voor slachtoffers om zich te melden. "Het lijkt wel alsof hij niet beseft wat er écht is gebeurd. Het is zo arrogant, zo autoritair. Het ís helemaal niet aan de kerk om te bepalen wanneer het misbruikschandaal kan worden afgesloten."
Volgens Van Roosendaal betekent het einde van het meldpunt allerminst dat de kerk het hele misbruikhoofdstuk sluit. "De pijler Hulpverlening binnen het meldpunt wordt gecontinueerd. Dit contactpunt kan mensen die als minderjarige slachtoffer zijn geweest van misbruik doorverwijzen naar goede hulp." Daarbij kan ook, zegt ze, 'een stukje erkenning' van de kerk zitten. Hoe die erkenning vorm en inhoud moet krijgen, kan ze niet zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten