De Protestantse Kerk in Nederland moet meer doen om misbruik
in kerkelijke relaties te voorkomen. Zo moeten predikanten en kerkelijk
werkers verplicht worden een
Verklaring Omtrent het Gedrag te overleggen.
Dat adviseert een projectgroep binnen de Protestantse Kerk.
Twintig jaar geleden formuleerde de kerk maatregelen om seksueel misbruik te
voorkomen en slachtoffers te begeleiden. Een projectgroep onderzocht in
opdracht van de synode hoe de kerk de afgelopen twee decennia met deze
problematiek is omgegaan. Het rapport ‘Werk aan de schuilplaats!’ wordt eind
volgende week besproken op de generale synode. ‘Het streven van de kerk op
zowel landelijk, regionaal als plaatselijk niveau moet erop gericht zijn veiligheid
te bewerkstelligen’, staat in het rapport.
‘Dit vereist niet minder dan een
cultuuromslag.’
In de afgelopen twintig jaar is binnen de Protestantse Kerk
veel gedaan om misbruik te voorkomen en omgang met slachtoffers en daders te
verbeteren. Zo besteden theologische opleidingen meer aandacht aan de vraag wat
wel en niet kan in pastorale relaties.
Ook werden protocollen en
(tucht)procedures in het leven geroepen. Maar handreikingen vanuit de
landelijke kerk functioneren niet automatisch in plaatselijke kerken,
constateert de projectgroep. Zo staat in theorie het slachtoffer centraal, maar
in de praktijk niet. In consternatie rond seksueel misbruik in het pastoraat
gaat de aandacht snel naar acute problemen: hoe en wanneer te communiceren naar
de gemeente? Hoe om te gaan met de waarneming van de eventueel geschorste
ambtsdrager? Wel of niet een klacht indienen?
Gevolg is dat de belangen van het
slachtoffer in het gedrang komen. Zij blijven zelden lid van de kerk waar het
misbruik heeft plaatsgevonden.
Het rapport sluit af met tien concrete aanbevelingen, zoals
een Verklaring Omtrent het Gedrag. Die moet niet alleen verplicht worden voor
dominees en kerkelijk werkers, maar ook voor vrijwilligers en ambtsdragers die
met ‘kwetsbare mensen’ werken of leidinggevende taken hebben. De projectgroep
beveelt bovendien aan dat gemeenten de verplichting krijgen vertrouwenspersonen
te benoemen. Elke vijf jaar moet het kerkelijk beleid inzake seksueel misbruik
worden geëvalueerd.
In de periode 2007-2017 werd er ongeveer honderd keer een
melding van grensoverschrijdend gedrag gedaan bij het Meldpunt seksueel
misbruik in de kerk. Een kwart van die gevallen resulteerde in een kerkelijke
tuchtprocedure bij het classicaal college voor het opzicht. De projectgroep
vindt dat weinig.
Slachtoffers zien vaak van een tuchtprocedure af, omdat ze
tijdens een zitting een persoonlijke verklaring moeten uitspreken.
Soms speelt
ook loyaliteit mee ten opzichte van de dader, evenals schaamte en schuldgevoel.
De projectgroep noemt dat begrijpelijk, maar vindt tegelijkertijd dat daarmee
de ‘zuiverende werking van het opzicht voor de kerk’ daarmee op het tweede plan
komt.
-0-0-0-0-
De medewerkers hebben veel last van 'de digitale schandpaal'. "Ze worden dagelijks met naam en toenaam besmeurd op sociale media en klachtenwebsites", schrijven de instellingen in de brief.
Bron NOS