Gebaseerd op een waar gebeurd verhaal.
Bert Smeets
Ontwerp Peter Soudant (Vormaat)
Tekeningen Raph de Haas
DE HEIMWEE MOORD
Op een Augustus ochtend tussen vijf en zes uur, springt Nicky op. Een
vreselijk paniek maakt zich van hem meester. Zonder na te denken loopt
hij naar buiten, blootsvoets en met ontbloot bovenlijf! Het is warm, de
hele nacht koelde het nauwelijks af in de tent. Een afschuwelijk gevoel,
een hem wel bekend vergif grijpt hem voor de zoveelste maal bij zijn
keel, voeten, handen, zijn hele lijf! Nicky moet weg of beter het gevoel
dat hem bekruipt moet weg. Nicky wil naar buiten, naar huis of iets hem
in zijn hoofd opdroeg plotseling op te staan...ga, voor het te laat is.
Ga!
Nicky, slechts elf jaar, kende deze vrees voor deze leegte maar al te
goed, heimwee, een pijn die hem van binnenuit verschrikkelijk opjoeg.
Twee jaar geleden moest hij ook al opgeven en keerde hij vanuit het
zomerkamp de Bever terug naar Twinnen het dorp waar hij opgroeide. Dat
was de reden dat hij vorig jaar het kamp had overgeslagen, liever tijd
met zijn familie en hond door te brengen dan dolen in een rusteloze ziel
zonder huis. Nicky’s ziel verachte die lege plek, dat immense gat in
zijn bestaan, deze toestand die zich zomaar in hem kon oprichten.
Heimwee, een gevoel van uiterste eenzaamheid. Toen Nicky plotseling
wakker werd met deze gevoelens deed hem dit opnieuw stikken, een heuse
schaduw des doods.
Heimwee het heeft vele voeten maar geen vleugels, het kan alleen
kalmeren wanneer het zijn bestemming bereikt. Getroost worden kan pas
wanneer het de lucht inademt van zijn eigen kamer, dan verdwijnt heimwee
via alle kieren, deuren en gaten naar buiten. Heimwee waar komt dit
toch vandaan? Dat je op een plek bent waar je alleen maar denkt aan
thuis, je de schoonheid van het land niet ziet, de hei, het dwarrelende,
hete maanstof dat rond de tenten waait, tegen kurkdroge dennenappels
schopt, dat het gelach vreemd opklinkt uit al die kelen die thuis
verlaten hebben om ergens anders te zijn! Vreemd, Nicky vond het
allemaal vreemd, dit vreemde land is doordrongen van heimwee, het roept
het op, het wil verlaten zijn, zo beredeneerde Nicky. Heimwee is
cruciaal in een poging zijn lot te kunnen keren dus moest hij naar huis,
‘ik wil weg, ik wil weg’ schreeuwde het in zijn hoofd dat angstig
opkeek tegen deze vlek die alle stof zwart kleurde.
Het, dit ding, deze stoffige grote vlek is een vreemd spook dat hem
wilde veranderen, misschien wel zijn grootste angst. Niets mocht hem
veranderen, hij wilde blijven die hij was, een jongen die graag
vrienden maakte, zelfs vreemde vrienden uit het nabijgelegen internaat
de Spider, maar zelf bleef hij trouw aan zijn kleinheid. De grootsheid
moest van anderen komen die kon hij bewonderen, hij moest klein blijven,
dat was zijn lot.
Nicky kruipt zachtjes uit zijn tent, geruisloos want in deze
zielstoestand mochten zijn vriendjes hem niet zien. Buiten loopt Nicky
direct naar de douches daar hij iemand zag lopen. Voorzichtig loopt hij
over het dorre terrein naar de persoon die hij aanvankelijk niet herkend
maar al snel ziet dat Samson die met bezigheden rond het voorbereiden
van het ontbijt, dingen klaarzet voor de jonge priesterstudenten. Samson
loopt richting toilet en ziet Nicky op hem afkomen.
“Ik wil naar huis”, stamelde Nicky. Samson begreep dat hij zijn
plicht moest doen om deze jongen te helpen, en fluisterde intuïtief,
”‘geen zorgen, ik rij je wel naar huis, wacht even”. Samson keek over
het terrein zag dat verderop Adrianus uit zijn tent kroop en op de
toiletten afliep. Samson nam Nicky mee naar achter de waterbak om zo
weinig mogelijk zichtbaar te zijn voor het hoofdgebouw als voor het
tentenkamp. Adrianus naderde de toiletten terwijl Samson haastig naar
hem toeliep. “Nicky, staat daar achter, hij voelt zich niet goed, de
jongen heeft heimwee en wil naar huis. Ik breng hem naar huis, dat wilt
hij”! “Ach, die jongen heeft altijd last van heimwee”, dimde Adrianus
Samsons toon. Samson keek Adrianus aan met een blik: ‘kijk, ouwe, waar
bemoei jij je mee’? “Al goed, als jij nou even bij de jongen blijft,
haal ik Temazepam, dat hij rustig wordt”, kalmeerde Adrianus zijn
toon. Terwijl Adrianus zich omdraaide en in een sukkel drafje terug naar
zijn tent liep, ging Samson direkt naar zijn auto, en zwaaide naar
Nicky om in te stappen. “Wat moet ik toch met jouw”, richtte Samson zich
naar Nicky? “Ik wil naar huis”! “Geen paniek”, sprak Samson met
priesterlijke vroomheid en quasi-inlevend: “je hebt heimee hè, ga maar
in de auto zitten, liggen, doe maar waar je zin in hebt, ik zorg wel
voor alles, ik rij je wel naar huis”. De vroomheid waarmee dit gepaard
ging deed Nicky geen moment twijfelen. Samson spon garen bij dit brave,
vrome gedrag dat hij aangeleerd had, het soort scholen en instituten
waar hij opgevoed werd met maagdelijke voornaamheid en dit vol
goddelijke bezieling naar buiten toe moest uitdragen. Het was een soort
tweede natuur geworden deze vroomheid, een pak dat hem als gegoten zat,
gelijk een ontwerper die zijn stijl voor jaren had vast gelegd. Alles
was schijn aan Samson, zijn wereld waarin hij verkeerde als de orgie op
Rommelveld waar niemand weet van had. Wat weet zo’n kind, dat nu
volledig afhankelijk van hem is door te suggereren Nicky ‘naar huis’ te
brengen, wat weet zo’n kind nu van het leven? In Samsons wereld, de
jonge mannen republiek waar bijzondere vriendschappen ontstonden, kregen
ze immers les in zaken waarmee zij de wereld makkelijker konden
tegemoet treden. Men noemde dit ‘het sextum’ waarin allerlei vormen van
seksuele handelingen ter sprake kwamen. De studenten leerden in het
‘sextum’ om te gaan met afwijkingen zoals seks met dieren, seks met
kinderen, kortom het hele scala aan menselijke baatzucht kwam voorbij.
Daar moesten de seminaristen zich op voorbereiden wanneer zij later de
biecht zouden afnemen en al deze schraperige scenario’s vanachter een
luikje moesten aanhoren. Zij, de kerk, had hier eeuwen ervaring mee, een
schat aan unieke informatie verzameld met de toorn Gods. Ondanks dat
seksuele contacten onderling, en zelfs tussen leerling en onderwijzer
biechtvader, oogluikend werden toe gelaten want je kunt je beter in je
jeugd uitleven dan straks in een celibatair bestaan te moeten opsluiten
en handhaven, was het stille advies van zijn opvoeders. Nu, het is
zomer, volle maan en een prille, zwoele dag voor de boeg. ‘Hij is ons
wel iets verschuldigd,’ beredeneerde Samson terwijl hij Adrianus bij de
wasbak tegemoet liep. ‘Hij, die ouwe wil alle jongens voor zich opeisen
maar die tijd is voorbij. Ik regel het wel dat die lul zich er deze keer
gewoon buiten houdt’. Met deze ergernis en boosheid aan verwijten nam
Samson de Temazepam in ontvangst. Twee dagen geleden had Adrianus de
geestelijken en jonge Rommelvelders nog verzocht om een mis op te dragen
voor de achttien jarige Hendrik in het hoofdgebouw van de Bever. Er
mochten geen kinderen bij aanwezig zijn, een sentiment dat alleen
bestond om geen onnodige contacten tussen de kampers uit Twinnen en de
studenten van Rommelveld te laten ontstaan. Controle over alle banden,
en zeker niet in het begin aanwakkeren met een collectieve ceremonie
rond de dood van een jongen. Je laat onbesuisde studenten niet in
contact komen met onschuldige kinderen die uitgelaten in korte broeken
rondrennen en snel contact maken. Er moest enige vorm van controle zijn
doch alles leek op een macabere wijze te zijn voorbestemd. Een vloek
leek zich vanaf het begin over dit kamp uit te strekken. Adrianus kreeg
van Samson het teken dat hij het zelf wel afhandelde, nam de temazepam
in ontvangst en hield een glas water voorzichtig onder de kraan. “Ik
moet nog even iemand op halen, hier in de buurt, je weet wel
daarachter”, wees met zijn hand richting het bos”, en daarna rij ik
Nicky naar huis”. Samsons richting bevestigde Adrianus vermoeden dat het
ging om ver achter de bosjes, rond de parkeerplaats waar een homo
ontmoetingsplek lag, en desperado lotgenoten waar Samson en nog
iemand... menigmaal hun vertier zochten.
“Sjjjjttt”!
Samson drong met zijn blik de reactie van Adrianus terug door hem
even heel strak aan te kijken. Adrianus wist wat dit betekende, zwijgen
over de omstandigheden zoals dat vaker voorkwam in zijn leven, in zijn
sacrale omgang met de humano silencio. Wat moest dit voorstellen? Een
uitruil tussen zijn verboden verleden en Samsons eigenbelangetjes op het
spel zetten? De gelegenheid maakt het misbruik slechts één enkele keer
mogelijk, en zo’n moment had zich spontaan, geheel vanzelf,
gemanifesteerd, dat was het signaal dat Samson aan Adrianus gaf. Samson
had inmiddels de Temazepam in een glas water opgelost. “Ik rij hem naar
huis, nu”, beklemtoonde Samson draaide zich om en liet Adrianus ijskoud
staan. “Nicky, neem dit en je voelt je dadelijk wat beter”! Achter in de
auto dronk Nicky de hypnotische slaappoeder helemaal op.
DE SHINTO BAR
Samson stond op het punt om weg te gaan, althans dat had hij
afgesproken met Jezu, een nogal gezette homofiel waarmee hij diep in de
nacht tot drie uur sluitingstijd was doorgezakt in de Shinto bar. Samson
had de dronken Jezu voorheen bij de parkeerplaats afgezet. Samson zou
over het homo ontmoetingsgebied met Jezu meestruinen, daarna even naar
het ontbijt kijken, en Jezu weer oppikken. Jezu, zat altijd alleen in
de Shinto, hield zich afzijdig van de anderen, was niet echt een
hot-piece of enigzins gewild onder de dwangmatig, flirtende homo-scene
van de Shinto. Samson kende hem van vele carnavaleske feesten met
maskers en uitdossingen die te denken gaven. Waar mannen zich als
vrouwen verkleden en vrouwen het zogenaamd doen met iedereen. Het paste
bij deze feesten om deze verborgen kanten te showen, van de duistere
kant van Jezu’s dubbelleven tot Samsons leefwereld, net als Ad(drianus)
ze hoorden allemaal bij diezelfde zwijg en feestclub. Jezu kende twee
volkomen tegengestelde kanten: een kant was zwaar autistisch en een
andere kant van Jezu liet zich voorop in de optocht des levens meeslepen
en bejubelen. Jezu’s vader was hoofd van de Hubertusschool, een
katholieke instelling vlakbij zijn woon / werkplek, de leerinstelling
Rommelveld. Een kleine wereld, allemaal katholieke vrienden die weten
wanneer zij moeten praten en vooral wanneer zij moeten zwijgen. Jezu, en
Samson, de zwaar shag rokende kok van Rommelveld, wilden die ochtend
een ‘hot full-moon’ uitstapje beleven immers alle ingrediënten waren
aanwezig, een droge, zwoele nacht met hoge temperaturen die de alcohol
rijkelijk liet vloeien, een volle maan die over deze nacht wel leek te
willen uitspatten. Samson verzocht de in paniek geraakte Nicky rustig te
blijven, “je bent zo thuis, ga maar wat slapen”! Samson kon zijn ogen
niet geloven dat hij die morgen, na een heet avondje in de Shinto met
gulzige, donkere geile blikken van vele homo-paren, nu met zijn eigen
ogen het puurste jongensvlees kon absorberen. Temperaturen om alle
geestelijke aspiraties even aan de blote konten wilg te hangen, een
frisse jongen van elf met zijn mooie, ronde donkere ogen, geheel met
ontbloot bovenlijf, had in zijn auto plaatsgenomen.
MAANSTOF
Adrianus liep meteen terug naar het kamp om te luisteren of er stille
getuigen waren van Nicky’s afwezigheid. Zijn ogen dwaalden over het
schemerige terrein, de morgen kneep de laatste duistere vlekken uit
zijn ogen, de tientallen tenten stonden kris kras door elkaar, en het
kamp leek met een fijn soort maanstof te zijn besproeid. Haastig keek
hij naar de ritsen of ze dicht waren, de rits van de tent van Nicky
stond nog open en ondanks dat hij naar binnen kon kijken, trok hij de
rits zachtjes dicht.
Nicky was weg met Samson mee naar huis maar Adrianus wist wel beter,
dit ging weliswaar buiten hem om maar hij wist dat Samson in de buurt
van kinderen, gevaarlijk kon zijn. Hij kende zijn eigen soort, ruim
veertig jaar geleden werkte hij op een internaat waar ook de broer van
een beroemde geestelijke, kardinaal Wust, les gaf. Deze geestelijke
kende het internaat de Spider waar Adrianus na zijn veroordeling was
aangenomen en waren het juist deze priesters geweest die hem geholpen,
gesteund en bovenal vergeven hadden. Hij kon pochen door al deze mensen
bij naam te noemen voor een terugkeer in de kleine maatschappij van
Twinnen, een wereld die voortkwam uit deze hemelse genade, de ruif van
God.
Adrianus en zijn goeie contacten met kerkelijke figuren zijn altijd
voor hem belangrijk gebleven, hij bevond zich als lekenfiguur midden in
deze poel van macht die de hulp aan kinderen als ‘leidmotief’ uitdroegen
om hun heilswerk te kunnen volbrengen. Alleen hij, Adrianus had de pech
dat hij veroordeeld werd wegens misbruik maar anderen die veroordeeld
werden kwamen er met hulp van de bisschop of andere geestelijke
weldoeners vanaf. Er bestond altijd een goed overleg tussen OM en de
kerkelijke verantwoordelijken wanneer het op misbruikzaken aankwam. Hij,
de leek Adrianus, had het aan hun te danken dat hij na zijn
veroordeling weer terug in de kleine Twinse maatschappij langzaam werd
gerehabiliteerd. Zij konden een sepot helaas niet bewerkstelligen daar
Adrianus geen priesterbescherming ten deel viel. Adrianus belandde in de
gevangenis maar uiteindelijk gaat het erom of je iemand vergeeft: de
Spider gaf het voorbeeld door hem in dienst te nemen, het dorp vergaf
hem in de hoop dat interne maatregelingen zouden helpen op een spoedige
genezing.
Werken bij de Spider was deel van het genezingsproces door te beweren
dat het werk met moeilijk opvoedbare kinderen pedagogisch vaak
onverantwoord is, dat de ravottende kinderen wel schoon te bed moesten,
vandaar dat ook hun geslachtsdelen goed gewassen werden. De broer van
kardinaal Wust moest zich tegen seksuele beschuldigingen ooit
verdedigen.
Soort zoekt soort, zo is het altijd geweest maar deze maal voelde
Adrianus zich er heel ongemakkelijk bij. Hij voelde dat hij de Temazepam
niet had moeten geven, een half tablet is voldoende voor de korte
termijn rust maar voor hij het wist was de auto met Samson en Nicky weg.
Het toeval liet die ochtend alles in een andere volgorde plaatsnemen.
De auto was van Jezu. De temazepam van Adrianus, het plannetje van
Samson. Jezu en Samson waren die ochtend naar de ontmoetingsplek
gereden, ook omdat Samson alleen het eten wilde voorbereiden en daarna
zou hij Jezu oppikken bij de parkeerplaats van de Bloemerheide. Dit
verschafte Samson weer een alibi dat hij niet in het tentenkamp was
geweest.
Nicky had het ‘pammetje’ in een glas water op een lege maag
ingenomen. Binnen enkele minuten kan het amfetamine spul gaan werken.
Een Australisch onderzoek naar Temazepam had uitgewezen dat het sterk
kan verschillen van persoon tot persoon en Nicky was die ochtend niet
helemaal uitgerust, integendeel er was ruzie geweest met een van zijn
kameraadjes, laat te bed met een griezelverhaal over een jongetje dat
zomaar zou verdwijnen. Daarbij taste heimwee alle zenuwcellen in hem
aan, een volledige geestelijke verwarring maakte Nicky blind. Temazepam
behoort tot de meest voorkomende drugs die tot zelfdoding leidt, een
heerlijk slaapverwekkend middel met fatale gevolgen.
Daar wist Nicky niets van, Nicky wist niets, voelde even niets meer
en dommelde weg. “We gaan naar Twinnen”, zong Samson, “we gaan naar
“Twinnen, Twinnen Twinnen”, het stelde Nicky gerust want dat hoorde hij
nog: ‘Twinnen, winnen..winnen deed hem altijd plezier. Samsons
Rommelveld en zijn verkennergroep uit Twinnen waren al heel lang dikke
vrienden, immers ze lagen samen op camping de Bever, te Bloemerheide,
hoe romantisch.
Enkele honderden meters verderop bij de parkeerplaat sprong Samson
uit de auto, sloot hem voor alle zekerheid af en liep door enkele
struiken het bos in. Nicky was even recht gaan zitten om te kijken wat
er aan de hand was. Verbaasd keek Nicky om zich heen maar vertrouwde op
Samson, zijn reddende engel uit het andere kamp, en ging weer liggen.
Nicky’s probleem hoefde niet meer benoemd te worden, zij, kampleider
Adrianus die Nicky vanuit een ooghoek bij de wasbakken had zien staan
overleggen, hij en Samson hadden gelijk zijn probleem herkend en zouden
hem veilig naar huis brengen. Het enige waar Nicky echt aan kon denken,
naar huis, oh naar huis, hoe graag wilde hij naar huis.
GEHEIME FILM
Adrianus was ondertussen zijn tent ingekropen om over de situatie na
te denken. Buiten adem probeerde hij na te denken. Hier had hij het
pammetje in handen gehad, door midden gebroken, hij kende de uitwerking
van dit middel maar al te goed, ‘een halve pil want hij wilde geen heel
tablet geven, dat was verstandig. Nu, nee er mocht geen spoor achter
blijven want mochten er zaken fout gaan, dan konden de miniscule korrels
van het ‘pammetje’ wel eens fataal worden. Hij voelde zich steeds
slechter over de ontstane situatie die hij had laten gebeuren of hij in
een film zat, een oude film waar hij menigmaal zelf een rol in had
gespeeld, een rol die hij van buiten kende als volwassen gebleven kind.
Zijn hele leven dicht in de buurt van kinderen. Deze geheime film had
Adrianus echter geen grip meer op, het kreeg een ongeschreven scenario
dat doordraaide in zijn hoofd, hij wilde het stop zetten maar hoe hij
zich ook verzette, de film bleef steeds hetzelfde onheilsspellende
scenario afspelen. Adrianus schrobde en veegde met blote handen waar hij
maar kon, ondertussen draaide zijn hoofd overuren. Zijn naam was direct
en indirect verbonden met een lange geschiedenis van misbruik, namen
van leiders, broeders en vele anderen konden worden genoemd en
meegesleurd in deze morbide afgrond van kinderspielerei. Niemand
ondernam er ook echt iets tegen, er hing decennia een stijlvolle
status-quo bij het OM en de geestelijkheid om God niet in diskrediet te
brengen. De politie was bij vele misbruikzaken ook onder de indruk hoe
sommige geestelijken werden aangepakt door de kerkleiding. De arme,
celibataire daders werden onmiddellijk naar het platteland gestuurd om
de rest van hun leven met een zwart kruis boven hun hoofd te werken.
Krom, voorover gebogen, tot ze erbij neervallen zouden ze ‘in het
verborgene’ gestraft worden. Hoe zij hun kaders kenden door meteen
pasklare maatregelen te nemen. Afdoende therapeutische maatregelen
werden altijd getroffen door de kerkelijke leiding zolang het maar niet
naar buiten lekte. Dan was het logisch dat deze paters, priesters,
broeders, nonnen in seksuele nood verkeerden, zij konden niet, mochten
niet, een vorm van geestelijke onrijpheid die was ontstaan moest weer
gezond, met Godsliefde worden aangepakt, aldus luidde het credo van de
kerkelijken. In werkelijkheid pakte niemand deze kinderspielerei aan,
niemand durfde, niemand wilde. Aan de gevolgen van misbruik bij de
slachtoffertjes werd niet bij stilgestaan.
Bij bekendmaking van misbruik door geestelijken zouden de emoties
hoog oplopen, het zou Twinnen en verre omstreken in vuur en vlam zetten.
Niemand zou nog enige controle hebben over de situatie, de emoties, de
verdachtmakingen zouden uit diepe beerputten alarmerend naar buiten
klinken. Mensen die zelf het meest te verbergen hebben slaan het eerste
door, daar was Adrianus als oude rot van doordrongen. Dan was hij
kregelig over het feit dat Nicky de vorige avond nogal gedurfd zonder
zwembroek onder de douches had gestaan, anderen mogelijk op verkeerde
gedachtes te brengen. Nicky riep door zijn provocerend gedrag en het
tekenen van grote piemels de nodige onrust op, binnen als buiten het
tentenkamp. Adrianus zuchtte en jammerde binnensmonds in zijn tent. ‘En
dan wat gaat die gek Samson uitspoken, het voelt vreselijk, het is niet
pluis en hoe meer ik erover nadenk hoe erger het wordt. Ze gaan dit kind
toch niet onder invloed van zijn temazepam misbruiken’, besloot
Adrianus.
Met mijn stomme kop heb ik dit uitgeprobeerd bij Mayke om te kijken
hoe het werkt, ik heb zelfs haar kleren aan en uitgetrokken of ze iets
in de gaten kreeg. Niets, wonderbaarlijk spul. God, ik heb niets met
haar gedaan, ik zweer het. Ik wilde graag chaperonneren, iemand een
makkelijke middag bezorgen zodat hij met een gerust hart kon oppassen.
Hoe Adrianus ook alles probeerde te beredeneren oude geesten en demonen
waren gewekt en hij kreeg ze niet meer in de fles.
Ik mag geen rare dingen doen, zo ver mogelijk weggaan van deze plek.
Ze mogen geen sporen van temazepam vinden daar ik in mijn tent, puur uit
zuinigheid en uiterste voorzichtigheid een pilletje heb doorgebroken.
Ieder spoor zal naar mij wijzen. Adrianus liep, nadat hij zijn tent had
schoongemaakt, naar de keukentent daar praatte hij met Willem, ging
ondertussen door met opruimen, schrobben om aan te geven dat er iets mis
was, dat iets weggepoetst moest worden. Toen schoot hem te binnen dat
hij Sjors moest wekken, ging naar zijn tent en maakte hem wakker op een
manier die Sjors doet schrikken. Adrianus rammelt aan zijn voeten. “Hey,
wat! Is er iets”? “Nee, wakker worden”? “Wat, is er”? “Niks,
opstaan”! Adrianus verliet de tent, “sta op, ik zie je zo”. In de
keukentent waar de koffie geur je vol tegemoet komt besluit Adrianus
opeens met de stille trom te vertrekken, “ik ga naar de begrafenis van
Dirk, ik moet me daar laten zien”. Sjors keek Adrianus na, en voelde dat
er iets mis was maar begreep dat hij de leiding van het kamp in handen
moesten nemen, en dat gaf hem kracht en macht, ‘als je ergens de baas
over bent moet je dit ook waarmaken’. Macht over kinderen voelt altijd
goed.
ONDERTUSSEN IN DE AUTO
Nicky’s sedatie wekte enige bezorgdheid bij de beide mannen. Hij
schokte een beetje, zakte onderuit en draaide met zijn ogen. Samson zat
achter stuur en Jezu hield Nicky in de gaten. “Heb je nog wat te drinken
voor de jongen”, riep Samson. “Ja, in het dashboard zitten wat
blikjes”. Jezu pakte een blikje bier en maakte het zonder scrupules
open. “Nicky, even wakker worden, drink, dan voel je je snel wat
beter”. Nicky nam het blikje in ontvangst en dronk. “Ha, hij drinkt
gewoon bier, het kereltje is dorstig. Is goed mannetje, niet alles, kom
geef hier dat blik”. Jezu boog zich naar Nicky die zich gelijk op de
achterbank liet vallen. “Jeetje die kan niet veel hebben, het lijkt niet
zo best met hem te zijn”! Samson draaide zich om, “wat gebeurt er dan”,
en keek snel voor zich om niet de Bloemerhei in te rijden. “Christus,
ik kan het niet goed beoordelen maar het lijkt dat Nicky niet lekker
is”? “Nou, lijkt mij juist wel. Lekker mannetje”! “Nee, dit jongetje is
onwel en niet zo’n beetje ook! Laten we een dokter opzoeken”! “Een
dokter”? “Ja, man maar waar vinden we zo snel een dokter? Laten we eerst
even checken hoe Nicky’s staat is”. Samson gaf gas, ree langs het lager
gelegen kerkhof, over de provinciale weg die precies tussen de dorpen
lag, slechts een paar kilometer verder bevond zich de werkplek van
Samson, de veilig afgelegen leerinstelling Rommelveld, daar konden ze
kijken wat er aan de hand was met het jongetje. “We zullen gelijk een
dokter moeten bellen”, orakelde Samson. Jezu probeert ondertussen Samson
ervan te overtuigen dat ze beter direkt naar de dokter konden rijden
dan naar Rommelveld. “Ja, man er is genoeg expertise op Rommelveld, maak
je niet druk, dat is de beste plek waar een in slaap gevallen Nicky na
het innemen van die slaapverwekker onderzocht kan worden of er niets
ernstigs aan de hand is”. “Of we rijden naar jouw”? “Bij mij heb je aan
alle kanten buren, postbodes die voor iedere brievenbus staan te
twijfelen of het ook wel het goede adres is, rij naar jouw, jij hebt de
ruimte en de faciliteiten”.
CYRIELS KUITEN
Tegenover de tent van Nicky lag helemaal alleen de seminarist Cyriel,
hij had voor de verdwijning van Nicky de kampleiding gewaarschuwd ‘dat
het kamp onveilig’ was, hoe de tenten kriskras ongeorganiseerd door
elkaar stonden. Cyriel, de Rommelvelder, legt omstandig uit hoe hij de
situatie ziet betreffende de onveilige situatie waarin het zomerkamp is
neergezet. Hij praat hier met verschillende kampleiders over die hem
onbegrijpelijk aanhoren en vertellen dat ze het zo al jaren doen. Hij
zou liever noordelijker zijn gegaan, “In Helder, daar zijn we vaker op
kamp geweest. Nu, de keuze voor de Bloemerheide is een vreemde”! Cyriel
heeft meerdere gronden om de kampleiding op de onveilige situatie te
wijzen. De belangrijkste zou de ‘homo-weg’ zijn die kilometers lang door
het gebied loopt. Cyriel had op Rommelveld heel wat gesprekken
opgevangen over de plezier en seks uitstapjes die verschillende mensen
van Rommelveld ondernamen naar de Bloemerhei. Maar ook gaf het een
gevoel van vrijheid om buiten te liggen, niet steeds dat samenklitten in
het hoofdgebouw maar buiten ‘in the open’, dat was de reden dat hij er
ging liggen, “vrijheid”, kirde Cyriel, “vrijheid, dat is wat ik wil”! Op
Rommerveld bestaat een andere cultuur, een ogenschijnlijke introverte,
gesloten aanwezigheid tussen leerlingen en leerkrachten waar fysieke
spanningen op zijn tijd werden ontladen. ‘Kuiten’ noemden ze het wanneer
opstandige spelletjes uitmonden in gevechten, scabreuze liedjes die
luidkeels worden meegezongen, als het maar schuin was des te groter de
pret. Dit ‘kuiten’ gebeurde altijd onverwachts, deze opgehoopte spanning
lag steevast te broeien onder de huid van iedere seminarist. Het kon
zomaar ontstaan en de gekste dingen konden gebeuren, althans als de
leiding niet aanwezig was. Een huid zo gespannen als een Juju
oorlogstrom waar opgehoopte spanningen en latente bezetenheid omgezet
kon worden in een positieve sfeer. Deze ‘kuiten’ energie kon ‘plotseling
omslaan’ vreesde Cyriel op het Bloemerheide zomerkamp wanneer al deze
losgelaten religieuze jonge honden gevoed werden met aardse
vrijpostigheden. Gevaarlijk is de innerlijke houding wanneer die
toestaat alles te verdraaien, met de groep mee te gaan ondanks dat alles
wat je zegt later tegen je gebruikt kan worden of onterecht in iemands
schoenen geschoven wordt of wanneer iemand het beter uitkwam weer iets
anders te verzinnen, kortom een door en door manipulatieve wereld waar
de noodzaak om te stoken, op te geilen en te liegen volledig normaal is.
Echter Cyriel zag in al deze overwegingen alleen voordeel om
uiteindelijk niet bij de grote groep te gaan liggen, hij alleen in de
vrije natuur, herhaalde hij nogmaals. Cyriel wilde niet bij de andere
seminaristen in het hoofdgebouw maar in een tentje vlakbij de groep van
Nicky en zijn makkers die als echte nachtridders het kampleven wilden
ervaren.
Wat Cyriel verhult is dat niet de chaotisch opstelling van het
tentenkamp ‘gevaarlijk’ is maar de dreiging van misbruik door
mede-studenten, de kliek Samson voor het kamp al rond bazuint dat zij
jongetjes zullen inwijden, buiten in de frisse lucht, onder de bomen en
waar dennen geuren hun longen zullen openmaken, het onstuimige zand
onder hun voeten zullen de driften los kietelen, “het maakt mij niet
uit, het is me al eerder gelukt, ik wijde ze in”, Samson sloeg
demonstratief een kruis boven op zijn borst. Cyriel lag met zijn tentje
als een soort buffer tussen zijn groep en de kampkinderen uit Twinnen.
Nog een, niet onbelangrijke reden om vlakbij de tent van Nicky te gaan
liggen, was de onafhankelijke positie, je weet maar nooit waar die goed
voor is.
Samson had het vaker over ‘de kinderen van Adrianus’ die al ingewijd
waren, de reden om het kamp door beide groepen gelijktijdig te beleggen,
zorgde voor de nodige opwinding. Cyriel vertrouwde het allemaal niet in
een wereld te vertoeven waar kinderen de rode draad vormden in talloze
ondubbelzinnige gesprekken. Gesprekken met interessante vrienden die
Adrianus kende van zijn tijd op het internaat de Spider in Twinnen waar
de broer van de kardinaal Wust werkte. Er waren priesters die voor de
tedere leeftijd vielen en die door hulp van de kardinaal een stage plek
kregen aangeboden op de Spider. Ze baden, deden schietgebedjes, lieden
die binnen deze gesloten, heilige wereld een gelofte van geheimhouding
hadden, mijmerden over de omgang met de jeugd, hun hart en ziel, en ook
de studenten van Rommelveld werden niet als ‘zuiver’ beoordeeld dat
bleek alleen al uit de opwinding vooraf aan het jaarlijkse tentenkamp.
De hogere en de lagere driften sloten elkaar ook niet uit wanneer deze
extremen op stoffige maannachten elkaar willig bereikten.
Cyriel observeerde als geen ander zijn medeleerlingen en hun leiding.
Hij zat er tussen in, leefde met ze en probeerde zijn eigen rol te
analyseren. Zij, de Rommelvelders hadden niet voor niets het kamp
opgeslagen vlakbij de homo ontmoetingsplek. Het was niet zijn idee maar
het was duidelijk dat Samson daar vaker zijn heil zocht. Cyriel vond het
niet veilig vooral met dat pad vlakbij de tenten van Nicky en zijn
makkers, het leidde rechtstreeks naar de parkeerplaats. De hele
ontmoetingsplek slingerde zich langs het kamp, een kilometers lang lint
aan dolende types op zoek naar seks. Het was voornamelijk een bekende
groep die er kwam maar ook bi-courious paren die het lekker vonden om in
het openbaar te neuken. Als je op enige afstand bleef, vonden deze
paren dat goed. Het kwam zelfs voor dat een stel het bij de
parkeerplaats deden, lieten anderen mannen toe die dan lust kregen om
het ook met elkaar te doen. Je zou denken dat het vreemde types waren
die seks in de openbaarheid praktiseerden maar meestal waren het keurige
nette gehuwden die de hei opwandelden en hun fantasieën de vrije loop
lieten. Dit allemaal gebeurde rond, langs of voorbij het zomerkamp waar
Nicky en de van kindermisbruik veroordeelde kampleider Adrianus hun
tenten hadden opgeslagen. Iedere ouder die geweten zou hebben waar hun
kind de zomervakantie zou doorbrengen zou onmiddellijk de deelname
stopzetten en weigeren nog langer enige vertrouwen uit te spreken in het
locatie besef van de kampleiding.
Er hing een kwaadaardig duivels karma rond dit zomerkamp dat belust
was al deze energieën in zich op te nemen. De duivel speelde zijn eigen
rol in de verboden praktijken van kloosters en andere opvoeding
gestichten, gesloten dorpen zoals in Twinnen waar Adrianus rol zich kon
ontplooien, ondanks zijn vergrijp aan kinderen, een bijzondere plaats
wist in te nemen. Overal waar enige discretie en geestelijke waardes als
zuiverheid en onthouding ter sprake kwam fluisterde men over de duivel,
‘hij is er, pas op, hij is er’! Er was maar een manier om de duivel te
verbannen en dat was knielend voor de geblokte ruitjes van de
biechtstoel daar kon je je zonden berouwen en je geweten in Gods handen
leggen. De duivel ging daarna gewoon weer tekeer maar geen paniek,
kerkelijke wetten kregen voorrang boven de arm van de wet. In die zin
wast Gods handen alles schoon.
Cyriel huiverde over deze omgeving, jaren geleden verdween, niet ver
van de plek waar Nicky’s kameraden hun tenten hadden opgeslagen, een elf
jarig jongetje die later dood werd gevonden in de tuin van de pastorie.
De pastoor kende een misbruik verleden al sinds de vijftiger jaren net
als Adrianus, de provinciaal-overste wist er al vijftien jaar van, en
het meest ongelofelijke na al die jaren van misbruik was dat hij na zijn
aanhouding verhuisde naar het missiehuis te Pan, en van daaruit
verleende hij assistentie aan de kleine broedercommuniteit van de
broeders van Onze Lieve Vrouw van de zeven Smarten in de Spider, te
Twinnen? Bescherming genoten, voorwaardelijke sepots, geruchten over
misbruik van de pastoor en het dode jongetje werden nooit omgezet in
daadwerkelijke opsporing of bewijzen, het jongetje had zich immers zelf
opgehangen. Sommige zaken zijn ook niet te bewijzen, beredeneerde
Cyriel, daarvoor wordt er te laat ingegrepen, is men vooringenomen en
sleutelinformanten worden gedegradeerd tot voorbijgangers.
KAMP ZONDER VUUR
Op het kamp was het rustig, sommige kampleden zaten stil voor zich
uit te staren, passief of lamgeslagen, in ieder geval niemand deed iets.
De ouders en familie, vrienden van Nicky liepen al uren rond, zochten,
fietsten door stoffige zandpaadjes stopten bij het beekje, schreeuwden
in de bossen terwijl de kampleiders een andere houding uitstraalden,
gelijk een kamp zonder vuur namen ze bewust een passieve houding
aan. Passiviteit als teken en geruststelling ‘dat er niets aan de hand
is’. Het moest de kinderen afleiden. Als men het kamp zou opheffen zou
men er vanuit kunnen gaan dat er iets ernstigs met Nicky was gebeurd,
dit moest naar buiten toe worden gecamoufleerd, en zoals het gaat bij
camouflage pakken, ze werken de eerste tien minuten maar daarna valt men
terug in het eigen gedrag. De kinderen die bij Nicky in het tentje
lagen huilden en waren onrustig, er werd door de kampleiding een
bezwerende toon gebezigd waar anderen boos op reageerden. Een van de
kampleiders beweerde dat het de ‘eigen, vrije keuze’ van Nicky was
geweest om weg te lopen. Het opmerkelijke bij dit soort uitspraken is
dat iemand iets invult zonder acht op te letten hoe deze onschuldige
gedachte ontstaat. De uitspraak werd dan ook meteen verworpen, waanidee,
gewoon een onwaarheid. Doch het gekke is dat deze kampleider de
waarheid sprak: Nicky liep doelbewust, uit vrije wil weg. Of de
kampleiding wist méér en nam dit aan in de wetenschap dat er al die
ochtend stemmen opgingen dat Nicky uit vrije wil was weggelopen. Het
insinueerde tegelijkertijd ‘dat het zijn eigen schuld was’! ‘Je loopt
niet zomaar weg, beste kinderen’. Iedereen wist dat het gevaarlijk was
op de Bloemerhei, en zeker Cyriel de seminarist die de leiding had
gewaarschuwd over het gevaar ‘buiten’. Buiten in ‘the open’, in de
goddelijke, warme zomerlucht, lonkte de hei, droog en breekbaar als een
rietje.
Cyriel ziet dat Willem in stilte ‘lijntjes, verbandjes’, rond Nicky’s
verdwijning bespreekt met andere kampleiders. Sjors had de leiding en
nam die ook, daar nu van hem geeist werd dat hij koel zou blijven want
de jongen was immers uit ‘vrije wil’ weggelopen. De politie die het
kamp bezocht werd niet bepaald gealarmeerd door de uiteenzetting van
Sjors en daarbij onjuiste, uit de lucht gegrepen, informatie gaf. Hij
zou een korte broek en een T-shirt dragen? Bewuste misleiding met de
manipulatieve suggestie dat het jonetje ordelijk gekleed was. Netjes,
niks bloot of van dat soort verleidelijke zaken. Sjors ging ‘s middags
aangifte ging doen, de controle moest bij hun blijven. De ouders van
Nicky gaven zij het idee dat Sjors en de zijnen nou eenmaal de
verantwoordelijkheid droegen en daarom de touwtjes in handen namen.
Sjors speelde een emotionele troef uit die onmogelijk door de agenten
kon worden beoordeeld: ‘het jongetje zou last kunnen krijgen van
heimwee’. Deze boodschap had twee kanten, enerzijds sust die het geweten
‘dat Nicky dan vanzelf zou terugkomen, ‘laat ze lopen, paarden die
wegrennen keren altijd naar hun stal terug’, was de boodschap. En
anderzijds is het zelfs voor Sigmund Freud ondoenlijk heimwee op iemands
gezicht te kunnen aflezen, laat staan agenten die honderden tips en
signalen dagelijks opvangen. Er zijn immers veel emoties die op heimwee
lijken van dikke en dunnen tranen tot hysterisch geschreeuw. De agenten
maakten hun aantekeningen maar vonden geen aanleiding deze Sjors nader
in de gaten te houden. In tegendeel Sjors won het vertrouwen van de
politie, zijn quasi-openhartige houding zorgde ervoor dat zij nota bene
met hem afspraken: ‘dat ze elkaar op de hoogte zouden houden’. Ceriel
vroeg zich af, hoe dom kun je zijn. Zij kunnen al hun lijntjes
uitgooien! De politie kent deze gasten niet. Hun beweringen dat het de
eigen, vrije keuze van Nicky is geweest is hilarisch want hoe kun je dat
staven bij een vermissing? Je oordeelt hiermee over een
verdwijningszaak, dat het zijn eigen schuld is. Je verbergt daarbij ook
nog iets wezenlijks: ‘wij hebben er geen schuld aan, niks mee te
maken’? De vader van Nicky maakte een treffende opmerking: “er lijkt
dat gezocht wordt maar er gebeurt niets”. Eindelijk gebruikte iemand
zijn intuïtie.
HET PAD VAN DE DUIVEL
Samson kwam terug van zijn rondje door Rommelveld. Hij liet zien dat
hij aanwezig was, lang geslapen had, gaapte links en rechts en zei
nonchalant “koffie, het enige dat mij wakker kan maken”. “Ga je vandaag
nog naar het kamp”, vroeg een priester nadat hij maar bleef gapen. “Nee,
morgen is de bedoeling”. “Geniet van de zomer, de nachten zijn donker
gebrouwen als monniken bier”, lachtte de priester zonder te weten wat
hij met deze woorden aanrichtte. “Bid voor ons zondaars”, antwoordde
Samson laconiek. “Ach, dat helpt bij jouw niet”, proestte hij het
uit. “Nou, je hebt de keuze om mens te worden of mens te zijn? Wat wil
je”?
Op Rommelveld hangt een macabere, aparte tweedeling tussen donker en
veel licht bij het begin van een nieuwe dag. Gods bestaan komt er beter
tot zijn recht door de stille gangen die uitnodigen tot contemplatie. Er
kan geestelijk overleg plaatsvinden op een binnenplaats met dennenboom.
Dennenbomen het zit in ieders Christelijk geheugen, collectiever kan
een plek niet zijn, de geboorte van Christus heeft de geur van
dennenbomen en blijft altijd jong (en groen). Tegenover de
verblijfplaats van Samson staan dennenbomen. Andere delen van de
leerinstelling staan volledig in het teken van de sport, het fysieke
omhulsel waarmee je tot stof zult wederkeren. Bij de sportvelden zijn
drie ingangen waar je makkelijk met je auto naar binnen kunt rijden. Het
hoofdgebouw en zijn parkeer plaats zuigen iedere genodigde naar zich
toe, daarlangs loopt het ‘Duivelspad’, een steil pad dat tot de grens
reikt waar je het gevoel krijgt in een donker gat te tuimelen. Boven het
duivelspad gloort de leerinstelling Rommelveld. Er wordt onderwezen in
geestelijke, goddelijke en duivelse dilemma’s. Hoe hoger het hart hoe
lager de ziel.
RAAD
Adrianus vroeg raad aan John, een van zijn vertrouwelingen. John was
een eenzame man die haast onzichtbaar intervenieerde wanneer anderen
problemen kregen, dan was hij er. John was bovendien kerkorganist en
kerkorganisten zijn altijd onzichtbaar. Je hoort hun tonen, je ziet de
pijpen van het orgel ver boven alles uitschallen maar ziet nooit diegene
die het produceert. Een architectonisch staaltje om de aandacht naar
God en de euchari stie te richten, al het andere is bijzaak. John is
bijzaak optima forma. Adrianus reed na de begrafenis van Hendrik direct
naar John’s huis en informeerde hem over de kaping van Samson en nog
iemand van de ‘hei’. John begreep onmiddellijk wat er aan de hand was
maar stelde Adrianus gerust door te opperen dat ze wel wisten hoe Nicky
heelhuids thuis te brengen. “Kun jij niet met het kamp bellen of Nicky
al terug is”? “Nee, idioot bellen wordt altijd geregistreerd, en je kunt
beter ‘natuurlijk gedrag’ vertonen dat alles goed komt of er niets aan
de hand is”! “Nou, ik geef het je te doen. Ik heb goeie banden met de
Rommelvelders. Zij hebben mij benadert om het kamp bij hun in de buurt
te beleggen, ik kan altijd op hun steun rekenen”. “Ik weet, ik weet”,
suste John die als geen ander begreep dat Adrianus slechts een stroman
is die zij vooruitschoven wanneer het hun uitkwam. Al die types die
naast vlag en vaderland zo graag mee willen lopen in deze kindermars
zijn het eerste gezien. Adrianus wilde graag zo dicht mogelijk in de
buurt van kinderen vertoeven dus dat mocht van Onze lieve Heer. Hun zijn
de pionnen. De bazen, gezagsdragers, geestelijke architecten van dit
systeem lopen achteraan om het gejubel in ontvangst te nemen. Iedereen
knikt, buigt en groet de edelen die ieder onderzoek in eigen hand
houden, dat zijn ze gewend en zo willen ze het houden. John verzocht
Adrianus te bidden, “het enige wat nu echt helpt. Meer kunnen we niet
doen”.
DE TERUGKEER
Rond middernacht begon de operatie ‘Nicky moet terug’. Op Rommelveld
hadden meer mensen lucht gekregen van de aanwezigheid van Nicky. Samson
had, nadat de toestand van Nicky er niet beter op werd en hij maar bleef
slapen, hulp ingeroepen. Hij verklaarde dat Jezu het jongetje in een
ziekelijke heimwee toestand had meegenomen. Het jongetje was wegelopen
en Jezu die rondliep op de Bloemerhei, stom maar wat een gelukkig
toeval, had het kind meegenomen, loog Samson. Nu moest een arts
geraadpleegd worden daar men niet wist hoe ernstig Nicky’s toestand was
en met tranen in de ogen liet Samson doorschemeren ‘anders hadden we hem
gewoon naar huis gebracht’! “Waarom bracht Jezu hem niet meteen naar
huis”?
“Nee, natuurlijk niet dat is een dikke drie kwartier rijden, hij
moest in luttele seconden een besluit nemen. Hij heeft mij juist
benadert of hij hier kon komen om even voor alle zekerheid een
body-check te doen”. Samson haaste zich door de lange gangen naar een
van de zijgebouwen waar Nicky was binnen gebracht. Aan weerszijden van
de leerinstelling lagen tal van gebouwen die als opslagruimte of voetbal
kleedruimtes dienst deden. Het was er heel anoniem vertoeven, van die
afgelegen ruimtes waar menig student zich kon terugtrekken met vrienden
tijdens donkere uurtjes zonder dat iemand van de leiding het in de gaten
had. Op Rommelveld heerste onder de studenten een sfeer die als zeer
vrolijk omschreven kon worden. De vrijheid lag om de hoek, de
geborgenheid stond op tafel. Daar kon men de communale,
gemeenschappelijke waardes en geheimen met elkaar delen.
Er ontwikkelde zich buiten het kuiten een non-verbale taal die men
alleen kan begrijpen als je deel bent van de gemeenschap. De ‘taal’
wachtte op een teken en dan stond je pas op, alles niet te snel, op
maat, verscholen achter een glimmend pak en stralende gezichtjes. Nadat
Nicky wederom amfetamine had gekregen van iemand die dacht het kind
hiermee rustig te houden, zagen de aanwezigen dat dit medicijn zijn werk
uitstekend volbracht daar Nicky direkt in slaap viel. Samson stelde
voor Nicky te laten slapen, en later nog even terug te komen. De jongen
moet tot zichzelf komen, dan geven we hem nog wat versterkende middelen
en brengen hem naar huis. “Laat maar even rusten”, en vertrokken uit de
ruimte. “Ik ga even naar het toilet”, trilde de stem van Jezu maar na
het korte bezoek aan het toilet sloop hij terug naar de ruimte omdat hij
zich niet langer kon beheersen. ‘Stik’, dacht Jezu, ‘ik heb genoeg van
alle onthoudings rituelen en vroom gedoe hier op Rommelveld. Zij zijn
geen haar beter dan wie dan ook buiten dit ommuurde klooster. Jezu had
alles bij de hand, condooms uiteraard wanneer je de ‘Hei’ opgaat, of
toch iemand uit de Shinto bar die zo idioot is om met hem te neuken.
Jezu pakte haastig het condoom uit legde Nicky een kussen op zijn hoofd
zodat hij zich niet kon omdraaien en niks kon zien. Hij wilde niks zien,
had niks gezien en het mocht allemaal niet gezien worden.
SPIJT
Jezu voelt spijt, diepe spijt. Hij wilde terug, net als Nicky’s
heimwee, zo voelde het, heimwee naar de plek die hij die morgen had
willen overslaan. “Die idioot van een Samson neemt Nicky mee om hem naar
huis te brengen en juist ik kon deze jongen begrijpen met zijn heimwee
en hij zegt dat ze hem naar huis brengen? En, wat doet die idioot. Jee,
hoe hadden ze hem zo makkelijk kunnen meenemen”. Jezu zuchtte meerdere
maal tijdens zijn overpeinzingen, ‘sjjt, niets makkelijk, alles ging
vanzelf of er een plan achter zat, een duivels plan, verdomme’. Zelfs
toen we Nicky nog naar huis wilde brengen, kon het niet omdat hij maar
bleef slapen. In de auto ging het mis daar bleek Nicky ademproblemen te
hebben. In paniek zijn we met hem naar binnen gehold. Jezu droeg Nicky
in zijn armen, Samson parkeerde de auto onopvallend. Toen ze hem
eenmaal binnen hadden gebracht zonder dat ook maar iemand dit heeft
kunnen merken, lag hij daar vredig in zijn ontbloot bovenlijf diep te
slapen..godverdomme als....als wij nou een dokter erbij hadden gehaald
maar dan was het vreemd dat wij niet direct naar de Eerste Hulp zijn
gereden. Alles zat mee en dan nu deze ontwikkelingen die wij ook niet
hadden kunnen voorzien. Als de duivel een plan uitvoert dan trekt hij
aan méér touwen dan Onze lieve Heer. Het touw dat uit de hemel kwam liet
men zakken om Nicky te halen...god, ik kan hier niet mee leven”,
orakelde Jezu.
“Raak nou niet in paniek”, Jezu, riep Samson nadat duidelijk was dat
Nicky geheel onverwachts overleden was! Wie heeft je nu gezien? We zijn
net als mollen, we gaan ondergronds, we hebben contacten te over. Op het
kamp hoeft niemand te weten hoe of wat, het ondergronds spel is al
begonnen toen Nicky verdween. De schuld moet alleen in de richting van
vreemden op de homo plek worden geschoven, dat is logischer dan dat hij
ergens op een landweg tussen Luik en Verviers wordt gevonden”. “Hoe kun
je nou zo rustig blijven”? Jezu verloor bijna zijn bewustzijn, “ik had
niet gedacht tot zoiets verschrikkelijks in staat te zijn”.
Samson draaide zich om, “luister, de politie is zichtbaar, wij kunnen
zien wat zij doen en niet wat wij doen. Vandaar houden wij de regie in
handen. We mollen het zaakje uit, het is riskant maar het is nog veel
riskanter door lukraak in de buurt van de leerinstelling of verder weg
en iemand die toevallig voorbij loopt iets ziet. Het moet niet te
ingewikkeld, terug zoals hij gekomen is, en niet ergens zomaar vanuit
het niets een link ontstaat. Wij zorgen zelf voor deze link, basta”! Doe
zo normaal mogelijk, dezelfde weg terug, dat verwacht niemand, het is
de snelste weg zonder pottenkijkers. Jezu trilde helemaal, dat hij nooit
een ‘catch’ had, tot daar aan toe maar de noodzaak om zich uit deze
penibele situatie te murmelen deed hem walgen. Dezelfde walging zoals
hij dat over zijn eigen lichaam ervoer. Zijn hele leven was een en al
walging over hemzelf en wat anderen van hem vonden, walging. Walging,
waarom had hij deze walging niet simpel bij hemzelf kunnen houden?
Walging als rode draad in zijn leven.
“Over rood gesproken”, dacht Jezu die nu ook over zijn eigen
ontsnappingsscenario begon na te denken: “we moeten Math met zijn rode
driedeurs Civic vragen of hij ons zijn auto kan lenen om Nicky naar huis
te brengen”? ‘Waarom zou ik alleen de schuld krijgen, vroeg Jezu zich
in stilte af?’ Samson suste Jezu met de opmerking dat iedereen die in
het verleden iets met jongetjes geflikt heeft, genoemd zou worden, en ja
daar had hij dan toch ook weet van. “Wees gerust, wij houden dit binnen
onze poorten. Er zijn zeker over onze instelling méér meldingen over
misbruik maar ik zeg je Jezu, we houden dit desondanks binnen onze
poorten omdat Godsrijk op het spel staat, en niet zoals in een
incestueus gezin de vader of de moeder daar is de persoon schuldig. Hier
het instituut. We zitten relatief veilig, we moeten alleen Nicky
terugbrengen en daar moet een masterplan bij passen. Hij is verdwenen
bij volle maan en komt terug in een blik maanstof. Zoals hij verdwenen
is zo komt hij terug! In stilte en onzichtbaar.”
Jezu was perplex, die rust en die durf daar kon hij zich niets bij
voorstellen. Hij voelde zich gekruisigd maar kon zich niet van zijn pijn
losmaken. Hij hing aan zijn eigen kruis, niet anderen hadden hem
hiertoe veroordeeld maar hijzelf. Voor welke zonden moest men hem nu
straffen als ze hem al vergiffenis hadden geboden in ruil voor
stilzwijgen?
Er brak grote paniek uit daar Rommelveld op geen enkele wijze in
verband mocht worden gebracht met deze afschuwelijke daad. Samson reed
in de namiddag naar het kamp om brutaal polshoogte te nemen van de
situatie. Nonchalant liep hij rond en praatte met enkele kampleiders,
indirect vragen te stellen en om te constateren hoe het beste de
situatie kon worden beoordeeld. Samsons
aanwezigheid
liet mensen plotseling ‘stil vallen’, of iemand de regie in handen nam
zonder het toneelstuk te kennen. Heel opmerkelijk bij een
vermissingszaak waar nog niet duidelijk is hoe de contouren van zo’n
vermissing eruit ziet duiden op een grotere passiviteit het onderzoek te
willen traineren.
Adrianus trok zich terug, wist dat hij zijn gezicht moest verbergen
voor zijn omgeving. Adrianus maakte zich zorgen over een verhongerende
en dorstige Nicky. Beetje quasi zat hij voor zijn tent te stumperen over
aanranding op de ‘Hei’, en hoe Nicky slachtoffer was geworden. Adrianus
leek twee gedachten te hebben maar zijn werkelijke gedachte sprak hij
uit door angstig te verwijzen dat er ‘zeer waarschijnlijk’ iets ergs met
Nicky is gebeurd. Daarbij gaf Adrianus opeens de juiste informatie:
“alleen weglopen is niet het probleem maar als je niet meer
terugkomt”! Adrianus wist dat er iets ergs met Nicky was gebeurd, dat
bleek alleen al uit Samsons aanwezigheid daar hoefde Adrianus geen
uitleg over, het was duidelijk: ‘er was waarschijnlijk iets ergs met
Nicky gebeurd’.
Midden in de nacht werd het sein gegeven om Nicky terug te brengen.
In allerijl werd hij in de auto gelegd, naakt, om de focus op misbruik
en de homo ontmoetingsplek te suggereren. “Waar zijn de kleren, het is
beter dat hij toch iets aan heeft”, riep Samson. In allerijl werd Nicky
aangekleed. Vanuit Rommelveld kun je even makkelijk terugkeren, de
faciliteiten, het vervoer en de ruimte waren aanwezig. Makkelijk rij je
de autoweg op, om tussen de dorpen door dezelfde weg terug te nemen. Er
zijn meerdere mogelijkheden maar bewoners verklaren dat er een gangbare
route is naar de homo plek en dat zij weinig last hebben van nachtelijk
verkeer. Via de andere kant zijn er meerdere veldwegen, om aan de rand
van het eerste gedeelte bij de parkeerplaats 1 km verderop, Nicky neer
te leggen.
“Leg hem neer bij de dennenbomen, ik heb daar vlakbij twee neukende
types gespot, kon door het koren niet alles zien maar dat is aan begin
Bloemerhei aan de andere kant van de parkeerplaats”, riep Jezu. Ze reden
tegen de ochtend de donkere paden in, ondanks dat de weg op sommige
stukken overhelt. Eenmaal aan de bosrand besloot men met gedoofde
lichten zover mogelijk het bos in te rijden. Er was genoeg licht van de
maan en het was nauwelijks honderd meter waar de weg onbegaanbaar werd.
De mannen sprongen uit de auto, sleepten Nicky naar de overkant in het
dennenbosje, legden hem daar keurig neer om de kans dat hij snel
gevonden zou worden enigszins te beperken. Bovendien de plek was
symbolisch, dennen, kerstbomen, als een kindje Jezus bij het kribje
wilde men aangeven dat men spijt had maar dat Nicky onwel was geworden
van de temazepam, een combinatie van angst en heimwee, en dat hij zich
half ontbloot had gemanifesteerd, waren de elementen met volle maan en
zijn droog waaiende stoffen, ontstond dit doem scenario. Iedereen zou
worden gehypnotiseerd en met goddeloze verdoemenis worden betoverd.
IN DE OCHTEND
Adrianus heeft inmiddels te horen gekregen wat er is gebeurd
uiteraard van Samson en die is gewoon weer op zijn plek, doet zijn werk
rent van hot naar her en krijgt het voor elkaar om een brede tent, een
vale bungalow zonder slaapcabines op de parkeerplaats neer te zetten.
Precies op de plek waar Nicky zijn eerste ‘medicijn’ kreeg. De reden om
enige rust voor de kinderen te creëren wordt door de ouders van Nicky
als een gotspe gezien wanneer zij na een slapeloze nacht het parkeer
terrein willen oprijden. Een tent buiten het kamp vlak aan de weg waar
auto’s kunnen komen zul je juist extra je best moeten doen om kinderen
in de gaten te houden. Adrianus praat met Sjors hij deelt hem in korte,
beknopte wijze mee dat er van alles fout is gegaan, ‘laat jij de politie
weten dat de tent dient als crisisopvang’. Nog geen uur daarvoor werd
beweerd dat die tent er is om rust te creëren voor de kinderen. Nu
krijgt de tent opeens de titel ‘crisisopvang’.
Het wekt de sympathie van de politie daar zij op het kamp dan zelf
beter polshoogte kunnen nemen. De speurhonden gaan logischer wijs naar
het beekje, daar gaan alle kinderen heen om te zwemmen die voor een
dagje uit, in zijn. De ‘er is niets aan de hand attitude van de leiding
stoort de politie inmiddels ook, alle kinderen worden naar huis gestuurd
ruim 33 uur na de vrijwillige verdwijning van Nicky, want zo werd het
genoemd. Vrijwillig!
Cyriel zocht naar woorden om aan te geven dat hij wel degelijk kon
nadenken, “eigenlijk weet ik wel wie het heeft gedaan maar ook ik zit
met een probleem. Je moet het zo zien er zijn ‘verbandjes’ en ‘zaakjes’
die altijd op de achtergrond worden geregeld. Natuurlijk is er een groot
‘Mea culpa maxima culpa’ schuld complex, ze wassen allemaal hun handen
in onschuld maar die grote uitwas van misbruik en seksuele onderdrukking
in de kerk, en in het bijzonder onze provincie, is Nicky het
slachtoffer geworden van deze puist die niet langer onder de huid kon
blijven etteren. Sommige officieren van justitie hebben altijd gepleit
voor minder openbaarheid, ondanks de vrijheid van meningsuiting hebben
ze daar problemen mee. Justitie die de relatie met de kerk op de ladder
van het geweten toetsten omdat zij zelf katholiek waren, en die cultuur
van geheimhouding strookte niet met de grotere openheid in tal van
misbruikzaken door geestelijken zelf veroorzaakt, in een seculiere,
seksueel open maatschappij.
IN BEELD
Samson komt in beeld wanneer blijkt dat Nicky waarschijnlijk tien uur
later is overleden. John kan tegen Adrianus niet uitleggen waarom
Samson opeens dan wél in beeld komt. “Was het beeld eerst niet goed”,
vroeg Adrianus aan John? “Zat er sneeuwruis op het scherm? Maanstof? De
informatie dat Nicky waarschijnlijk twaalf uur later is overleden heeft
invloed op jullie verdenking richting Samson”? Adrianus draaide zich
direct om naar John, hij kon zijn ogen niet geloven. “Wauw, hoe kun je
zo stom zijn om dit te opperen”? John drukte Adrianus op zijn hart dat
hij de zaken onder controle had.
“Samson komt in beeld om...”. “Ja, waarom komt hij nu pas in beeld
terwijl je weet dat hij die ochtend wel op het kamp was”. “Kalm aan
Adrianus toen was Nicky nog levend in de veronderstelling dat Samson
zijn zaakjes op orde had. Hij had een alibi maar daar hebben zij
vraagtekens bij gezet. Hij heeft opzettelijk mensen in deze zaak
meegesleurd omdat daar niemand in staat was zijn hoofd koel te houden.
Er waren al verschrikkelijke dingen gebeurt voordat iemand ook maar in
staat was in te grijpen. Een jongetje dat onwel werd, het 'pammetje', de
alcohol, de paniek en het ziekmakende heimwee”. John wilde zijn hele
visie geven, twijfelde even en ging verder. “De hoge temperatuur, een
ondraaglijke volle maan, het ontspannen op een vakantie, het avontuur!
Ik lijk wel gek om deze dingen allemaal te bezigen maar ze speelden
allemaal een rol. Een fatale rol, gedoemd om te zwijgen, ook zo’n kant
aan dit afschuwelijke verhaal, er moest zo nodig gezwegen worden”. John
liep naar de keuken, nam koffie zonder Adrianus iets aan te
bieden. “Gedane zaken nemen geen keer, en die klootzakken hadden
spijt...ook dat nog SPIJT! Ze legden hem neer bij het kerstperceel, de
kerstboom...het kindje bij de kerstboom”! “Ja, ze hadden de bedoeling om
de homo-ontmoetingsplek erbij te lappen. Manipulatie van de bovenste
orde”, trilde Adrianus die niet anders kon dan zich neerleggen bij Johns
betoog. “Luister, Adrianus, ik heb overleg met betrokkenen. Deze zaak
mag nooit in de openbaarheid komen, het is even fataal als het ongeluk
zelf. Er zijn teveel mensen die genoemd gaan worden, het instituut,
internaat waar jezelf bij gewerkt heb, de broer van de kardinaal die
gaat ook genoemd worden in een andere zaak. Zes meldingen van misbruik
op Rommelveld waarvan de namen niet bekend zijn, nooit genoemd zullen
worden door de geestelijkheid. Adrianus, ga naar huis, laat het rusten”.
ZAND EROVER
Adrianus rijdt wederom naar John belt aan, groet met gebogen hoofd en
loopt direkt zonder aanwijzing naar de kamer. Adrianus probeert rust te
vinden en mompelt iets over de poging van John om hem te
beschermen. “Dank nog hiervoor maar ik moet je in alle eerlijkheid
vertellen dat dit ook in hun eigen belang is”. “Hoezo”? “Hoezo”? John,
zij verkopen deze moord als een niet te rijmen ongeluk maar vergeet niet
dat in het sectie rapport zaken worden verdoezelt zoals met anale
verkrachtingen waar ze geen weet van hebben. De anus stond wijd open
weet je wat dit wilt zeggen? Dat die meerdere malen verkracht is, mijn
God, leefde de jongen toen nog? Was hij verdoofd? Dood? Die krampachtige
poging om mijn naam niet te noemen op een informatie avond, mijn God.
John, justitie maakt het wel erg bont. Is dit alles om andere zaken rond
het misbruik in de Spider te verheimelijken, vandaar zou men weer op
andere zaken stuiten. Dan zou meerdere beschuldigingen uitgaan naar de
dubieuze cultuur in deze instelling, en dat zou weer andere instellingen
van gelijke huize, de verschillende congregaties hoeveel smarten ze ook
bezitten, in opspraak brengen. De hele media is op deze zaak gericht
juist vanwege het mysterie dat jullie nu wel groter moesten maken.
John liep met zijn grote gestalte door de kamer en liet Adrianus
helemaal uitpraten. “Ad, Adrianus zoals we jouw noemen binnen de
gemeenschap, je weet als je het hebt over dubieuze cultuur, dat jij daar
zelf deel van uitmaakt. Jij wilt autoriteit als macht om kinderen goed
op te voeden. Als wij de macht niet gebruiken doen anderen dat. Nicky
was in aanraking gekomen met de jongens van de Spiders. Zij zien, weten,
horen en zien meer dan je lief is. Vanaf de congregatie van Onze Lieve
vrouw van Zeven Smarten, deze smartelijke, vrouwelijke broeders brachten
ooit de brutale stadsjeugd uit
Amsterdam naar een moerassig afgelegen gebied tussen de bossen waar ze
niet eens wisten hoe ze een piemel moesten vasthouden. Een
boerenbevolking die haar eigen kleren maakte, teelden en ontgonnen
graan, groente en fruit en lieten naar alle waarschijnlijkheid deze
verwaarloosde jongens hard werken op het land. Het is typisch ‘zand
erover’ zoals wij dit in deze streek gewend zijn, beste Ad hoe in een
ver verleden deze jongens zich voelden, van thuis uit verlaten en hoe ze
mishandeld en geslagen werden, werd alleen door de broeders opgetekend.
Zij konden zo de geschiedenis schrijven, dat zit in het DNA van onze
bevolking ‘laat de waarheid aan anderen over’.
Nicky kwam later, veel later in contact met deze cultuur van
rauwdouwers en voelden deze jongens aan, hun heimwee, dat typeert deze
mooie jongen. Dit heimwee stroomt door zijn aderen, heimwee heeft dit
kind volledig in zijn macht, daar hebben anderen misbruik van gemaakt,
onbegrijpelijk waar dit vandaan komt maar hij bekoopt dit met zijn
leven. Die gasten van de Spider hebben goede contacten, ook in
Rommeldveld en hebben dit genoteerd zoals de broeders de geschiedenis
van die verwaarloosde jeugd van Amsterdam hebben opgetekend, of beter
niet heeft opgetekend. Wie heeft de stemmen van deze kinderen genoteerd?
Hun onderlinge solidariteit gebroken? De cultuur van zwijgen over
geweld en misbruik heeft allemaal bijgedragen aan deze dramatische
gebeurtenis. Ervaren rechters die kinderen in de leeftijd van Nicky
veroordeelden die er niks aan konden doen dat ze met sociaaleconomische
problemen van hun ouders werden belast. Drama, drama, drama Adrianus,
een groot lang drama dat bonkt en bonkt op al deze gesloten deuren waar
de echo’s hoorbaar zo nu en dan teruggolven.
LAATSTE STUKJE BOS
“Ik ben erfgenaam van dat laatste stukje bos! Althans mede-erfgenaam.
Mijn Opa heeft dit voor de oorlog gekocht en het gaat over naar zijn
zonen, dochters, en daar weer de kinderen van, de erven die daar weer
aanspraak op maken. Ik moet zeggen het is puur toeval maar sinds ik weet
dat dit laatste stukje bos deel is van deze Maanstof geschiedenis is er
een aardse verbondenheid met Nicky. Zo wie zo mijn hele familie volgt
deze zaak op de voet, we zijn zeer betrokken”, zegt Bert tegen Cloud
die hem bezocht, daar hij graag zijn twijfel, als zijn inzichten met
haar wilde delen. “Het is tegen de avond, tegen acht uur dat de politie
besloot om ‘het laatste stukje bos’ te gaan zoeken.
Het laatste stukje, Cloud moet je je voorstellen”! Cloud antwoordde,
”ha, dadelijk ben jij ook verdachte”! “Ja, zeker iedereen is verdachte
die zich met deze zaak bemoeit: ‘who killed the Kennedy’s, when after
all it was you and me, pooh pooh’. Het is een van de kenmerken van het
willige afschuifsysteem dat in deze kringen gebruikelijk is. Ik ben
onlangs met een boer en zijn vrouw gaan praten, deze boer zocht geen
vrouw hoor, een boer die een perceel achter het stuk grond heeft waar
het sleepspoor van Nicky is gevonden. Die andere boer heeft een dag
later zijn tarwe gedorst, en daarmee het sleepspoor vernietigd”? Cloud
zag Bert onbegrijpelijke bewegingen maken met hoofd, handen en ging
zitten. “Wacht, wat ik net wilde zeggen..die boer is nooit door een
politie, rechercheur, journalist of wie dan ook ondervraagd.
Nooit! Heeft u misschien iets gezien, iets gehoord, wanneer bent u voor
het laatst op of rond de plaats van delict geweest? Geen van dit soort
vragen! Bij de 48.000 manuren, 375 mensen die bezig zijn geweest met
deze zaak is deze man, hoe onbeduidend ook, nooit gehoord.
Vreemd,
de onderzoeksleider noemt zeven omissies, let wel op de betekenis van
dit woord in brede zin: a) nalatigheid b) dat er geen bodemmonsters zijn
genomen c) verzuim. Zeven omissies Cloud, welke worden niet concreet
genoemd, wel dat in het eerste onderzoek mensen hadden moeten worden
aangehouden. Je vraagt je dan af ‘waarom zijn ze niet aangehouden’?
Waren er dan toch meer verdachten?” Cloud probeerde het te volgen,
“hadden moeten worden aangehouden, je zou zeggen, hou ze aan, what is
the problem?
Dan dit, Cloud”, Bert nam de tijd om iets in te schenken, kwaad,
gedreven een combinatie die hem af en toe goed afging. “Er zijn de
eerste maanden veel inschattingsfouten gemaakt zodat het tweede team
veel minder succesvol kon zijn. Dit voor de goede orde: deze mededeling
was om de nodige binnenbrandjes te blussen, het was bestemd voor de
eigen achterban, politie mensen, een dienstmededeling want tussen
politie en OM was grote onenigheid ontstaan over een mogelijke, andere
aanpak.
“Luister goed Cloud, ik ken de zwijgcultuur van binnen uit, er is
veel gekuit maar je krijgt nooit te zien wat er achter zit of je moet
deel zijn van het probleem, doordat je dingen van elkaar weet is het
makkelijker om elkaar in toom te houden en zullen zaken nooit aan het
licht komen. “Wat was dat ook alweer ‘kuiten’, Bert, oh ja een vorm van
bezetenheid die onder veel grappen en grollen wordt
geventileerd. “Precies Cloud, allemaal met de nodige ernst maar wanneer
het op de waarheid aankomt, begint men met manipuleren. Dan is de
waarheid niet wat het lijkt, of de feiten zijn er niet. Er is
godverdomme een levenloos lichaam gevonden bij een kerstboom perceel, ik
zou zeggen ‘het hele gebied afzetten’, en wat doet de politie, ze laten
de boer de tarwe dorsen. Had het niet een, twee dagen kunnen wachten
tot men bodemmonsters had genomen? Het zal wel bij de zeven omissies
horen of waren het er toch acht?
Er liggen brieven van jongens van de Spider die verhalen over
misbruik van broeders, leiders en begeleiders die interessant kunnen
zijn om de lijnen, verbanden bloot te leggen tussen méér mensen die
allen iets te verbergen hebben. Zo doet iedereen een duitje in de
doofpot. Die zwijgt over dit, die marchandeert met de tijd, die schuift
af, en weer anderen blazen in een grote fuik waar iedereen tot stilstand
komt, en let op Cloud ‘the messanger’ wordt ingevroren, hij bestaat
niet, ze zullen niet reageren op welk verhaal over maanstoffen dan ook.
Het is fantasie zullen ze beweren, ontsproten aan een zieke overspannen
geest, echter de non-fictie heeft deze moord ook niet opgelost en zal
het ook nooit doen.
Men zegt dat het een ‘broeinest’ is maar dan moet je wel de durf
hebben om te beweren dat het dorp, de Spider en Rommelveld en alles wat
daarom heen circelt één broeinest is. Ik zal nog een boude uitspraak
doen, 'iedereen wil deze moord oplossen is slechts een vorm van ijdele
zelfopoffering!” “Zie je nog licht in de tunnel”, spotte Cloud. “Ah,
tunnel visie er komt altijd licht op het einde...maar als je dan je ogen
weer sluit omdat de werkelijkheid te verschrikkelijk is, ja wie doet
dan nog zijn bek open?”
OVEREENKOMSTEN
“Vreemd maar dat gebied bij Twinnen, die veldweg die leidt naar de
Spider, lijkt verdomd veel op de moordplek waar Nicky gevonden’, zegt
Charles. “Toch ben ik ervan overtuigd dat bij ons niemand is die ook
maar iets weet van de moord. Wie zegt dat het een man is geweest, het
kan ook een vrouw zijn? Nee, ik geloof er helemaal niks van”, onderbrak
Charles zijn betoog om een auto te laten passeren en nadat de auto
verdween bevestigde dat hij de kampleider kende uit vroegere tijden en
bevriend was met Ardrianus. Het was een gewone man, niks bijzonders, ik
heb nooit iets aan hem gemerkt maar ik ben ook veel weggeweest uit
Twinnen want ik heb veel gereden op een vrachtwagen. Ik kwam ook veel in
Brunssum bij die Afcenters, Amerikanen die lagen op geen 20 minuten
lopen van het Beverkamp..mijn God die Afcenters”, herhaalde Charles, ik
heb er tussen gezeten, dat was een ongelooflijk zootje. Is hun rol ooit
uitgezocht? Weet je wel wat die gasten bij de Afcent daar allemaal
uitspookten”?
Zijn vraag klonk dermate onheilsspellend dat je haast niet durfde te
vragen ‘wat precies’? “Natuurlijk heeft die man de schuld op de homo
ontmoetingsplaats willen schuiven’. “Nou ja, nu zegt u het zelf, een
man? Het zou toch ook een vrouw kunnen zijn?” Charles wachtte, knikte
maar wilde zijn eigen tegenspraak niet toegeven. “Waar je naar moet
kijken is niet het moment dat hij weggelopen is maar wanneer Nicky is
teruggebracht. Dat is een knap werk, teamwork en moet je durven, stalen
zenuwen hebben’. Charles keek verbaasd. ‘Ja, hij is acht uur nadat hij
verdwenen is pas overleden. Tussen de acht uur en zes en twintig uur
later. Hij moest al die tijd ergens worden vast gehouden, daar moet je
de faciliteiten en ruimte voor hebben...en vervoer! Je hebt volkomen
gelijk met je opmerking dat de verdachtmaking naar de homo
ontmoetingsplek moest wijzen, midden in de roos. Daar waren alle
ingrediënten aanwezig om het perfecte scenario voor deze moord op af te
schuiven. Een super decor! Als de maan stof kon absorberen dan zoog hij
de feiten op tafel. Nu is alles weggeblazen, bijna alles. Vroeg in de
ochtend, alles logisch aan de rand van het bos, en zorgvuldig om bij
eventuele ontdekking, spijt te betonen. Wat ik wil zeggen: dat is
verdomd goed georganiseerd, verkenners eigen, dat doe je niet in je
eentje!’ Charles schrok, je zag dat hij met alles had rekening gehouden
maar niet met deze aannemelijke theorie. Het kon ook niet anders, een
vrouw die dit kind zou willen verkrachten en vervolgens vermoorden,
krijgt dit niet in haar eentje klaar. En die -high-stoned- loslopende
Amerikanen van de Afcent moeten wel erg ver de hei zijn binnengedrongen
maar Charles ik ga met je mee...alles kan. Maar dan kan ook....”,
wachtte even, liet zijn blik over de zwarte aarde gaan waar de zon een
fel najaarslicht op liet vallen, “ach laat ik het zo zeggen: ik ben ook
bij de verkenners geweest en die kunnen verdomd goed organiseren, dat
moet ik toegeven”! Charles stond perplex en voelde dat zijn woorden in
eigen doel troffen. “Ik, ik, ik kan alleen zeggen dat de dader rustig
afwacht bij alle beschuldigingen”.
“Leeft die nog”?
Verwezen wordt naar De Mysterieuze dood van Nicky Verstappen (Het verhaal van zijn ouders) Simon Vuyk / Peter R de Vries
media berichten NRC; de Limburger; de Telegraaf; De Volkskrant; en iedereen die me te woord wilde staan / familie Smeets
de tekeningen van Raph de Haas zijn niet speciaal voor het verhaal gemaakt zijn, het betreft bestaand materiaal
januari 22nd, 2014
MCU’s deskundigheid kan dus gewoon ophouden met de hele hartelijke groet aan een erg veel respect oproepende ouder en wellicht via Slachtofferhulp of Hulp En Recht bv. de contactmogelijkheid met Prof. Wolters.
Lijkt me een hele goede en daartoe geaccrediteerde volgens de hiertoe binnen en buiten Nederland geldende normen ANWB paal.
Ik kan je uit ervaring garanderen dat de man weet wat ie doet !
januari 22nd, 2014
Het is je wellicht opgevallen dat we in digi tijdperk bescherming behoeven en dat is bepaald niet gegarandeerd door de familie te vervangen door een initiaal maar een overvloed van verdere gegevens te verstrekken.