zaterdag, augustus 27, 2011

Feessie zonder picoloodje; Geplakte hyacintenbloemetjes en guppies naast een prikbord



In (een van) mijn dagboek(en) zit nog steeds een hyacintenbloemetje. Ondanks het smerige bruine plakband nog steeds herkenbaar, het kwam van een rose. 't Is er een van de drie die ik kreeg, van de andere 2 is alleen nog maar de afdruk van dat plakband, en een bruin viezeltje, bewijzend dat het niet aan de kwaliteit van dat papier maar aan dat plakband lag.
En dat ene lelijke rare bloemetje is het slecht gedroogde bewijs van zoveel.
Van hoeveel dingen mij eigenlijk nooit hebben kunnen schelen, of misschien wel de onzin van veel onderwijs - dank, dank, dank Hr van Calcar - had ik opgelet bij allerlei rare vakken had ik misschien nu wel geweten of dat door de zuurgraad van het papier of dat van het plakband komt.
Nu moet ik het doen met een prachtige fles granaatappelsap die mijn De Turk eindelijk voor me heeft kunnen vinden en mijn de feestvreugde verhogende valse blik -oen! kijk met een smaakbewuste klant rond in het land - naar de kassabedienende sufferd en de mededelingen over een schoonheidswedstrijd van Zuster Godelieva die, zoals Liesbeth K. ons meedeelde, "heden de eerste prijs had behaald in een kleurwedstrijd van Swiebertje: een krat azijn en een kist citroenen" met welke mededeling kennelijk de volgende fase van een opstand, de sexuele revolutie van Driehuis, werd ingeluid.

Dat niet opletten van mij was een foutje van die nonnen natuurlijk, mijnheer Lindenbergh.
Hadden ze in plaats van aan mijn kop te zeuren over het niet mogen of wel moeten lezen van een boek mij ooit uitgelegd dat er relatie bestaat tussen vogelpoep en buskruit had ik als wijze meid op de toekomst voorbereid vast wel opgelet.

Eigen schuld dikke bult. Nu kom ik niet verder dan gegrinnik over opmerkingen van Monteiro over ego-documenten bij een van hun hagiografiën. 'tIs een lastige klus, zo'n dagboek lezen, laat dat bloemetje zien. Als je 't niet weet, zie je het niet.
Waarmee dat rare bloemetje ook maar even laat zien dat je als theoloog vanzelfsprekend onder het genot van een glas goede wijn een prachtig verhaal zou kunnen schrijven over Cruyffs tegeltjeswijsheden, en dat beslist niet over hoeft te laten aan voorzitters van natuurmonumenten.






Geen opmerkingen: