Gerecht maakt een kruis over de commissie seksueel misbruik in de kerk
Geplaatst door onze redactie op zondag 27 juni 2010 om 00:50u
BRUSSEL (RKnieuws.net) - Met de inbeslagname van 475 dossiers over seksueel misbruik in de Kerk heeft het Brusselse parket de commissie seksueel misbruik van slachtoffers in een pastorale relatie zonder meer aan banden gelegd. Kinderpsychiater Peter Adriaensens, voorzitter van de commissie, vindt dat een ramp, maar niet iedereen deelt die mening. ’Waar haalt de kerk de overtuiging vandaan dat ze even een van de meest fundamentele pijlers van onze rechtsstaat mag by-passen, vraagt Douglas De Coninck zich af in De Morgen.
Toen de Commissie Seksueel Misbruik in een pastorale relatie meer dan tien jaar geleden werd opgericht, was dat een zoveelste steekvlam in de nasleep van de zaak-Dutroux. Men wist wel dat er zoiets bestond als pedofiele priesters. Het fenomeen was beschreven in buurlanden, waarom zou het hier dan niet bestaan? Het duurde tot in 2000 voor de Commissie echt was geïnstalleerd, en documenten uit die tijd tonen aan hoe ze ongeveer permanent in een conflictsituatie verkeerde met de bisschoppen.
Filters
Voor een klacht bij de Commissie terechtkwam, dienden een paar filters te worden gepasseerd, zoals een telefonische noodlijn waarvan vandaag niemand nog kan zeggen wie de telefoon opnam, hoeveel meldingen er waren, waar die werden geregistreerd en of daar nog ergens notities van bestaan.
Voorzitster Godelieve Halsberghe, een magistrate van overduidelijke christelijken huize, kreeg op negen jaar tijd exact 34 dossiers te verwerken, en het is vandaag haar rotsvaste overtuiging dat dat maar een fractie is van wat er normaliter op haar af had moeten komen.
De klachten die tot bij de Commissie kwamen, waren nagenoeg allemaal al lang strafrechtelijk verjaard, of werden minstens bij een eerste rudimentaire rekensom als verjaard beschouwd. In de meeste gevallen streefde de oud-magistrate ernaar om de dader weg te halen uit elke vorm van pastorale werking en te verplichten om een therapie te volgen én de kosten voor de jarenlange medische nazorg voor het slachtoffer te vergoeden.
Documenten uit die tijd tonen hoe de bisschoppen bijna furieus reageerden op het idee dat de kerk pedofilieslachtoffers financieel zou moeten vergoeden. Binnen de Belgische bisschoppenconferentie bestond zoiets als een dienst voor begeleiding van religieuzen met ’persoonlijke, relationele en verslavingsproblemen’. Op 28 augustus schreef de verantwoordelijke van die dienst, Jacques Coens, een brief aan Halsberghe. Zij was kort daarvoor geconfronteerd met een slachtoffer dat jaren in de psychiatrie had doorgebracht. De betrokken priester-dader deed niet eens de moeite om de feiten te betwisten. (Hij bleef erbij dat zijn dertienjarige bedpartner zelf ’toenadering had gezocht’.) In zijn brief meldde Coens dat er geen sprake kon zijn van een schadevergoeding: "Steun onder de vorm van een vrijwillige geldelijke tussenkomst zou ik uitsluiten, zowel om juridische als om praktische redenen. Juridisch zou het, alle voorzorgen ten spijt, aangevoerd worden als erkenning van aansprakelijkheid. Praktisch: zou aanleiding geven tot de vermenigvuldiging van claims." Er waren blijkbaar momenten, tien jaar geleden al, waarop kerkelijke verantwoordelijken op zijn minst een vaag idee hadden van de omvang van het probleem.
Vorig jaar trad Peter Adriaenssens aan als nieuwe, kordatere voorzitter van de Commissie. De naar eigen zeggen moegetergde Godelieve Halsberghe had inmiddels haar ontslag gegeven. In een afscheidsbrief blikte ze terug op tien jaar vechten tegen de bierkaai: "Door het afleggen van de geloften van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid behoren religieuzen en priesters tot een superieure kaste, bijgevolg kunnen zij niet verplicht worden om schadevergoedingen te betalen."
En nu was er dus kinderpsychiater Peter Adriaenssens als nieuwe voorzitter. Waren de Belgische geestelijken ergens onderweg van mening veranderd, of zou hij ze zelf veranderen? Was het nu eindelijk menens met de strijd tegen seksueel misbruik?"
Ik zag hem donderdagavond op zijn persconferentie verkondigen dat hij slachtoffers altijd eerst vraagt of hun verhaal wel of niet doorgespeeld mag worden aan het gerecht", zegt een collega-kinderpsychiater. "Ik wist niet wat ik hoorde. Geen enkele hulpverlener kan of mag zoiets beloven. Er bestaat wel zoiets als medische geheimhouding, zeker, maar dit is een belofte die je gewoon niet kunt maken. Het feit alleen dat je een slachtoffer voor die keuze stelt, is een deontologische fout. Als een parket besluit te denken dat ergens een misdrijf is gepleegd, dan moet je als hulpverlener wijken voor dat parket."
Operatie Kelk
Operatie Kelk werd gepland op maandag 14 juni, daags na de verkiezingen. Onder speurders werd gediscussieerd over de te volgen strategie. Hier viel de beslissing om behalve op het aartsbisdom ook binnen te vallen bij de bekende kinderpsychiater. "Wij hebben zeer veel respect voor de professionele merites van deze man", zegt een goedgeplaatste gerechtelijke bron. "Maar we moeten ons misschien eens dringend schikken naar de rol die wij in deze samenleving vervullen. Het is niet Peter Adriaenssens die beslist of een pedofiliedossier verjaard is. Het is ook niet Jos de politieman die dat gaat doen, of meneer de onderzoeksrechter. Binnen onze rechtsstaat hebben we daar rechtbanken voor."
"Verjaring is geen wiskunde. Wie vijftien jaar geleden verkrachtte, gewoon pastoor bleef en steeds weer nieuwe slachtoffers maakte, bezondigt zich aan een voortdurend misdrijf. Weg verjaring. Waar haalt de kerk de overtuiging vandaan dat ze met haar commissie-Adriaenssens even een van de meest fundamentele pijlers van onze rechtsstaat mag by-passen? Wat is dat voor iets, zo’n soort privérechtbankje dat even tussen de kerk en de justitie in gaat staan en hoogst autonoom gaat bepalen wat het beste is voor daders en slachtoffers? Dat is de discussie die op die vergadering is gevoerd."
De 475 dossiers liggen nu ergens op een tafel in de kantoren van de federale politie in Brussel. Met de inbeslagname is de commissie monddood gemaakt en kan ze de facto niet meer functioneren. "En dat is ook gewoon beter zo", vindt onze bron. "Het is niet de kerk die gaat oordelen of de kerk in deze 475 dossiers correct heeft gehandeld. Wij stellen voor dat de bevoegde rechtbanken dat nu eens gaan doen."
zondag, juni 27, 2010
‘Alleen rechtbanken kunnen zich uitspreken over verjaring’
Labels:
Belgie,
Europa,
ITRC,
kerk en politiek,
ode aan bretels,
Thomas Doyle
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten