-
Caroline Forder, bijzonder hoogleraar rechten van het kind en medewerker van het NJB.
Juridische afstammings- en adoptierelaties moeten in overeenstemming zijn met gevoel
Tijd om iets op te biechten. De advocaat van de cliënte in deze zaak benaderde mij lang voor de rechtbankzitting. Was de zaak kansrijk? Mijn oordeel was bikkelhard: ‘Doe het niet, u zult achter het net vissen!’ De wens van zijn cliënte om de verwaterde relatie met haar adoptiefouders te verbreken en de juridische relatie met haar biologische familie tot stand te brengen was begrijpelijk. De adoptiefmoeder was overleden en de adoptiefvader had de cliënte in twintig jaar niet gesproken. Rond haar achttiende had de cliënte haar biologische moeder ontmoet, met wie ze nu een innige relatie heeft. Inmiddels zijn ook andere familieleden haar dierbaar geworden.
Maar toch. Ze had gewoon eerder naar de rechter moeten stappen. Ik zag echt geen goede reden waarom ze dat niet eerder had gedaan. Ze wilde de adoptiefouders niet kwetsen. En ze stond onder druk van hen. Moet de rechter daarmee rekening houden? Ik dacht van niet. Gelet op de welgesteldheid van haar biologische familie was er bovendien het risico dat zij aan ‘gold-digging’ deed. Dat betekent, je moeder en vader heel hun leven verwaarlozen, en pas op het einde – of na overlijden – een knuffel-relatie beginnen.
De advocaat had gelijk. En niet zo’n beetje ook. De rechtbank oordeelde dat de wettelijke eis dat het verzoek om herroeping van adoptie binnen drie jaar na meerderjarigheid bij de rechtbank moet worden ingediend bedoeld is om de geadopteerde persoon te beschermen. In dit geval zou handhaving van de termijn echter tegen de belangen van cliënte ingaan. Ze had er juist een groot belang bij dat haar relatie met haar biologische moeder formeel juridisch erkend zou worden. Van gold-digging was geen sprake. De rechtbank kon zich ook goed voorstellen hoe moeilijk het voor cliënte was om de relatie met haar adoptiefouders te herroepen. Levenservaring en rijpheid zijn daarvoor nodig. Vandaar dat de 45-jarige verzoekster met een termijnoverschrijding van twintig jaar weg kwam.
Andere rechters hebben deze weg ook bewandeld, bijvoorbeeld de rechtbank
’s-Hertogenbosch in een beschikking van 10 juni 2008 (LJN BN6040) die pas op
16 september 2010 is gepubliceerd. De verzoeker in die zaak had al jaren lang geen contact met zijn adoptiefouders meer. Na psychotherapeutische behandeling voor zijn traumatische ervaringen was hij nu pas in staat om het herroepingsverzoek in te dienen. De rechter kon daar goed inkomen.Ook het Europees hof voor de rechten van de mens heeft de overschrijding van termijnen toegestaan waar deze een belemmering vormen voor de juridische erkenning van biologische relaties (uitspraken 6 juli 2010, zaaknr. 17038/04 en 36498/05 (Grönmark en Backlund t. Finland)). In het najaar van 2010 was er, wat de wettelijke termijnen betreft, in het adoptie- en afstammingsrecht, sprake van een dijkbreuk.
Naar mijn idee verrichten de rechters in deze zaken fantastisch werk. Zij luisteren naar de verhalen van de verzoekers, ook naar hun emoties en verlangens. Zij onderzoeken de doelstellingen van de wetgeving. Waar deze irrelevant, achterhaald of niet meer haalbaar zijn, hebben zij de formele wetgeving opzij gezet in verband met de zwaarwegende belangen van de verzoekers. Van mij mogen ze zo doorgaan, ook op andere rechtsgebieden!
Hoogweleerwaarde weledelgestrenge en nog zo wat fraais rechter, ik durf het haast niet te vragen, maar zou uwes .......
En geef er Deetman en dat keffertje van 'm dan ook een
Dank uwes beleefd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten