dinsdag, april 13, 2010

Nazarereth, Henricus en de La Salle; Misbruik gehandicapten


Fraters beschuldigd van misbruik gehandicapten
Gepubliceerd: 13 april 2010
Door onze redacteur Joep Dohmen


Rotterdam, 13 april. Fraters van Tilburg hebben zich eind jaren zestig, begin jaren zeventig vergrepen aan pupillen van het ‘instituut voor zwakbegaafde en debiele jongens De La Salle’ in Boxtel.

Dat verklaren drie ex-groepsleiders onafhankelijk van elkaar tegenover NRC Handelsblad. Het is voor het eerst dat niet-slachtoffers zulke beschuldigingen uiten. De drie waren de eerste leken die de fraters hielpen bij het onderwijs aan verstandelijk beperkte kinderen.

Ook een oud-leerling van het internaat van de Fraters in Soto (Curaçao) beschuldigt de katholieke congregatie van misbruik. De nu 57-jarige man heeft de Wereldomroep verteld dat twee fraters hem jarenlang misbruikten. De Fraters van Tilburg waren tot eind 1995 betrokken bij onderwijs op de Antillen, in Suriname en Indonesië.
De congregatie kwam afgelopen weken meermalen in opspraak. Zeven leerlingen van blindeninstituut St. Henricus in Grave verklaarden door negen fraters stelselmatig te zijn mishandeld en seksueel misbruikt. Soortgelijke beschuldigen kwamen van kinderen die de kinderbescherming had geplaatst in Huize Nazareth in Tilburg, ook van de Fraters.

Sinds februari hebben 36 mensen NRC Handelsblad geïnformeerd over misdragingen van 44 Fraters van Tilburg in scholen, internaten en weeshuizen. Uit informatie van de oud-groepsleiders van De La Salle blijkt dat ten minste één frater wegens ontucht met pupillen naar Indonesië is verplaatst.

Kees van de Ven, van 1968 tot 1971 groepsleider in De La Salle: „Het was een publiek geheim dat sommige fraters kinderen seksueel misbruikten. Een van de verdwenen paters heeft mij verteld dat hij stoute kinderen op zijn kamertje met een rotan stokje billenkoek gaf, en daarna de blote billen afkuste. Dat was volgens hem een adequate orthopedagogische manier van doen. Ik heb er nu last van dat ik als 23-jarige jongeling niets gedaan heb om dat toen aan de kaak te stellen.”

Oud-groepsleider
Een oud-groepsleider die anoniem wil blijven, zegt: „Als leken vonden we destijds niet dat we de kwestie naar buiten moesten brengen. Het is de directie gemeld en dat leek voldoende. Nu zouden we dat anders doen.”

Broer Huitema, hoogstverantwoordelijke van de congregatie, noemt het misbruik „weerzinwekkend”. „Ons werk is gericht op kinderen die al achtergesteld zijn. Dat daarbij sprake was van machtsmisbruik, fysiek en seksueel, maakt het extra ellendig.”

Hij zegt te hebben geweten dat enkele fraters zich schuldig maakten aan seksueel misbruik. „Ze werden op andere posities gezet, weg van kinderen.

Ze kregen een administratieve functie of werden naar de missie gestuurd.

Ik heb de indruk dat in die tijd geen aangifte bij de politie werd gedaan, en geen contact werd gezocht met ouders. Maar dat bij Huize Nazareth, Henricus en De La Salle zo structureel dingen fout gingen, daar schrik ik van. Dat wist ik niet.”

Geen opmerkingen: