woensdag, februari 29, 2012

Tweede Kamer 28 februari 2012 Kinderombudsman en asielzoekers Waarom zouden kinderrechten niet met elkaar vergeleken mogen worden?

bron

Aan de orde is het dertigledendebat over de uitspraak van de Kinderombudsman dat er te weinig oog is voor de klinisch medische schade die kinderen van asielzoekers tijdens lange procedures oplopen en het bericht dat de IND gemartelde asielzoekers uitzet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):
...
De Kinderombudsman trok begin december 2011 aan de bel over kinderen met onder andere angstpsychoses, slaapstoornissen, eetstoornissen en andere problematiek. In het antwoord op mijn mondelinge vragen over de conclusies van de Kinderombudsman is door het kabinet eigenlijk ontkend dat een kind geen keuze heeft. Bovendien wees het kabinet alle kritiek van de hand door te stellen dat de Kinderombudsman ernaast zat; de problemen kwamen heus niet zo vaak voor.
Daarnaast stelde het dat de Kinderombudsman appels met peren vergeleek; rechten van kinderen uit het Kinderrechtenverdrag wil het kabinet niet vergelijken met rechten van kinderen in het vreemdelingenrecht.

Daarnaast stelde het dat de Kinderombudsman voor zijn beurt sprak; er was namelijk nog geen onderzoek. Dit is een gemiste kans. Ik vraag de minister dan ook of hij niet zelf kennis had kunnen nemen van onderzoek dat al jaren wordt gedaan en waarin wel degelijk wordt aangetoond dat er klinisch medische schade ontstaat bij kinderen door te lange procedures en een uiteindelijke uitzetting. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het onderzoek van mevrouw Kalverboer. Zij doet al sinds 2004 onderzoek en bracht al vele rapportages uit. Ik mag toch aannemen dat een minister van Asiel hiervan kennisneemt.

Waarom zouden kinderrechten niet met elkaar vergeleken mogen worden?
...

Mevrouw Arib (PvdA):
Voorzitter. De zorgen van de Kinderombudsman over de schade voor kinderen die al heel lang in Nederland wonen, maar gedwongen uitgezet worden, zijn niet nieuw. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat kinderen van asielzoekers vaak lijden aan eet- en slaapstoornissen en angstpsychoses hebben. De onzekerheid waar kinderen aan bloot worden gesteld, brengt veel schade met zich.

Deze kinderen hebben al het nodige meegemaakt. Vaak zijn ze gevlucht uit landen waar oorlog en geweld aan de orde van de dag zijn. Gisteren nog zagen we oud-collega Femke Halsema bij Pauw & Witteman namens Stichting Vluchteling vertellen over haar ervaringen in Congo. Zij heeft daar kinderen gesproken die met seksueel geweld werden geconfronteerd.
Seksueel geweld werd daar als oorlogswapen gebruikt.
Je zal maar als kind zijn gevlucht uit Congo, in Nederland aankomen en dan worden neergezet als een profiteur. Dat lijkt me afschuwelijk. Ik kan me absoluut niet voorstellen dat een minister van CDA-huize deze afschuwelijke ervaringen van kinderen en de gevolgen hiervan op hun psychische welzijn niet als criterium meeneemt bij de beoordeling van hun asielaanvraag. Graag krijg ik hierop een reactie.

Bij kinderen moet je niet met twee maten meten.
Aan de ene kant roept het kabinet dat Nederland zich houdt aan internationale verdragen zoals het Verdrag inzake de rechten van het kind en het EVRM. Aan de andere beschouwt het kabinet deze kinderen, als het erop aankomt, als nieuwkomers en wijst het hun aanvraag af. Wat weegt voor de minister zwaarder, het belang en de bescherming van de rechten van kinderen zoals vastgelegd in die verdragen, of het zich houden aan wat de PVV wil en het uitvoeren van haar agenda voor het terugdringen van de migratie?
Wat is het ware gezicht van het CDA?
...


Ontwikkeling van jonge asielzoekers onder de loep
Trouw

Margrite Kalverboer, orthopedagoog en universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft het geld bij elkaar voor de oprichting van een onderzoeks- en expertisecentrum voor kinderen en vreemdelingenrecht. "Als we met ons werk iets willen bereiken, dan is een lange adem vereist. Met dit geld kunnen we het gevecht om erkenning voor de rechten van kinderen in het asielbeleid aangaan."

Kalverboer doet sinds 2004 onderzoek naar de ontwikkeling van asielkinderen en hun belang in het vreemdelingenrecht. Ze maakte samen met promovendus Elianne Zijlstra en onderzoeker Mijntje ten Brummelaar orthopedagogische rapportages die regelmatig een rol speelden in rechtszaken rond asielaanvragen van gezinnen met kinderen die in lange procedures ontwikkelingsstoornissen en trauma's opliepen. Kalverboer: "We hebben eigenlijk over alle kinderen gerapporteerd die later bekend werden, zoals Sahar en Mauro. Het werd steeds drukker, we worden door steeds meer asieladvocaten benaderd."

"We draaien nu productie, door al die rapportages is het onderzoek zelf een beetje stil komen te liggen. Er is nu geld om uit te breiden, waardoor er voor mij ook weer meer tijd vrijkomt voor de wetenschappelijke fundering van ons werk en om de methodiek voor het diagnostisch onderzoek van asielkinderen verder te ontwikkelen en goed vast te leggen."

Het geld voor het onderzoekscentrum (ruim 280.000 euro) komt van de Stichting tot Steun, die wetenschappelijk onderzoek en innovatieve projecten ondersteunt. De intentie is er nog een tweede gift van 300.000 euro aan toe te voegen. De subsidie is bedoeld voor een periode van vier jaar. Kalverboer zal het centrum leiden, de rapportages zullen voortaan worden gemaakt door studenten, "onder onze supervisie".

Kalverboer, die naast orthopedagoge ook juriste is, wijst al jaren op een zwakke juridische positie van kinderen in het vreemdelingenrecht. Net als Unicef, Defence for Children en de Kinderombudsman stelt ze dat in Nederland kinderrechtenverdragen worden geschonden. "Veel rechten die we voor Nederlandse kinderen de normaalste zaak van de wereld vinden, gelden dan ineens niet. In het strafrecht en civiel recht staat het belang van het kind altijd voorop, maar deze minister erkent gewoon openlijk dat hij het asielrecht belangrijker vindt dan de rechten van het kind. Dat hij liever blijft uitstralen dat onze grenzen dicht zijn, dat je hier niet welkom bent, dan dat je kijkt naar de trauma's die kinderen door het lange wachten, de onzekerheid, de angst oplopen."

Kalverboer ziet hoopgevende ontwikkelingen, bijvoorbeeld door gerechtelijke uitspraken waar ze haar rapportages inbracht. Het grote struikelblok blijft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), zegt ze. "Voor de rechtbank stelt de IND dat onze rapportages niet objectief, niet deskundig en wetenschappelijk zijn. We krijgen vaak het verwijt dat we voor een verblijfsvergunning pleiten. Dat klopt. Maar dat komt omdat we vooral worden ingezet in bijzonder schrijnende gevallen, door advocaten die echt schrikken van het leed bij kinderen en die het uiterste proberen om zo'n gezin te helpen." | |



Geen opmerkingen: