zaterdag, januari 22, 2011

zaterdag gehaktdag: RK jeugdjournaal: leeuwen op het menu

Publieke verontwaardiging is een groep leeuwen
zaterdag 22 januari 2011
RK Nieuwsnet
Mark Van de Voorde

Mark Van de Voorde is publicist en raadgever van de Belgische premier Yves Leterme en van de Belgische vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere. Hij schrijft op persoonlijke titel.

Publieke verontwaardiging gedraagt zich vaak als een groep leeuwen. Ze bespringen één antiloop uit de kudde en laten de rest lopen. Als ze zich aan hun prooi hebben verzadigd, gaan ze liggen in de schaduw van een boom. Rauw vlees verteert traag. De leeuwen hebben geen oog meer voor nieuwe prooien. De lekkerste antiloop kan veilig voorbij huppelen. Een kwaadaardig lijkend maar vooral verveeld gebrul is het enige dreigement dat de leeuwen laten horen. De verontwaardiging van de media over het kindermisbruik is net zo. De prooi van het misbruik in kerkverband was het makkelijkst te grijpen, de rest kon op wegkomen. Af en toe roept wel iemand dat er buiten nog een hele kudde loopt, maar de media lusten die niet rauw. Je kunt niet blijven eten. En dan komt het geval Luc Versteylen voorbij. De jezuïet en stichter van de groene politieke partij van Vlaanderen zou zich in zijn bezinningscentrum misdragen hebben. Zou, want zonder bewijs geen feit. Er was veel media-aandacht, maar die klonk toch veeleer als een kwaadaardig lijkend maar vooral verveeld gebrul. Versteylen past immers niet in het plaatje van de prooi die de achterbakse Kerk heet. Hij was een icoon van progressief Vlaanderen. De verontwaardiging vlijt zich stilaan in de schaduw van het andere nieuws.

Voor alle duidelijkheid, Luc Versteylen blijft onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Dat schreven ook de kranten, wat ze echter nooit hadden gedaan over die andere berichten van seksueel misbruik door geestelijken. Er waren in de media ook veel stemmen te horen die wat Versteylen zou hebben misdaan meteen relativeerden en nuanceerden.

Dat je het in z’n tijd moest plaatsen. Dat hebben ze bij die andere gevallen nooit gezegd of geschreven. Dat het 99 procent goede dat Versteylen gedaan heeft, toch niet door dat 1 procentje kwaad teniet kan worden gedaan. Wie dat opperde over die andere gevallen, kreeg ervan langs in de media. Dat de hetze nu eens moet stoppen, merkte een bekende Vlaming op tijdens een talkshow. Zo had hij het echter vóór Versteylen nooit gezien.

Maar Luc Versteylen is geen gewone geestelijke, hij is de stichter van een van de eerste groene partijen van Europa, Agalev (die vandaag Groen! heet). Agalav stond voor: anders gaan leven. En dus was Versteylen progressief en links. Dat was hij helemaal niet, maar die perceptie had hij. En dus zijn de media mild en klinken de stemmen zacht. Versteylen was een goeroe met heel nostalgische ideeën over de samenleving. Maar hij wist ze te verpakken als nieuw.

Die verpakkingskunst van hem had een gevaarlijke kant. Hij gebruikte voor alles eigen woorden, vooral voor zaken die met seksualiteit te maken hadden. Verdoezelende woorden die je maar begreep als je hem volgde. Ongewild hing er dus een sekteachtig geurtje in zijn Oude Brouwerij van Viersel, zijn bezinningscentrum. Verdoezelende woorden in een besloten kring van volgelingen die vol bewondering opkeken (moesten opkijken) naar hun goeroe, dat is vragen om grensoverschrijdend gedrag.

Of dit heeft plaatsgehad, weet ik niet (het vermoeden van onschuld is mijn plicht). Maar Versteylens pedagogische biotoop lag in het beloofde paradijs van de jaren zeventig, met zijn vrijheid van de naaktheid, zijn emancipatie van de antipreutsheid, zijn vermoeden van de onschuld van alles. En daarom was Versteylen, die eigenlijk premodern was en antirationeel, graag gezien in progressief Vlaanderen.

De media van dat zelfde progressieve Vlaanderen hebben het dus moeilijk met de aantijgingen tegen Luc Versteylen. Die aantijgingen zijn immers in wezen meer op hen gericht dan op de jezuïet die ze koesterden maar van wie ze het geloof verfoeiden. Zij waren het die in de jaren zeventig en tachtig artikels schreven over de ‘mooie’, zelfs opvoedende kant van de pedofilie, interviews publiceerden met pleitbezorgers van de zogenaamd emancipatorische ontluiking van seks voor minderjarigen.

Maar die media worden daar niet graag aan herinnerd. Net zo min als de inmiddels oud geworden tenoren van het vrijgevochten denken niet graag herinnerd worden aan het feit dat ze toen de pedofiliemusical Snoepjes naar Vlaanderen haalden en een prijs van de vrijzinnigheid toekenden aan een Nederlandse auteur die beroezende bladzijden schreef over pedofilie.

En daarom gaan de leeuwen in de schaduw van een boom liggen. Ook al heeft pater Luc Versteylen misschien geen oneerbare daden gesteld (de plicht van het vermoeden van onschuld), de aandacht voor de onnozele stoeipedagogie met haar temig taalgebruik roept een verleden op waarin progressief en links Vlaanderen promootten wat vandaag wordt verworpen.

Geen opmerkingen: