vrijdag, november 30, 2012

Verslag Overleggroep Slachtoffers-Kerk van 26/11/2012





Verslag Overleggroep Slachtoffers-Kerk van 26/11/2012
  Aanwezig: Herman Cosyns, secretaris Bisschoppenconferentie, Manu Keirse opdrachthouder bisschoppenconferentie voor contacten met slachtoffers en hun organisaties, een lid overleggroep slachtoffers-kerk.

1. Er zijn geen bijkomende agendapunten gemeld.

2. Bespreking voorgestelde agendapunten (in schuine druk) zoals rondgestuurd aan de leden van de overleggroep en de kerkelijke vertegenwoordiging


 
Agendapunt 2.1. Betrokkenheid en afvaardiging van slachtoffers in de Interdiocesane Commissie voor de Bescherming van Kinderen en Jongeren – voor doel en samenstelling van deze commissie,
Bespreking: In voorbereiding tot de werkzaamheid van voormelde Commissie zijn 
er verschillende contacten geweest met leden van de stuurgroep van de werkgroep Mensenrechten in de kerk en een ander slachtoffer ten individuele titel zo wordt medegedeeld. Er zullen evenwel geen slachtoffers op vaste wijze zetelen in de 
commissie, er kan wel ten allen tijde contact gevraagd of opgenomen worden. 
 * Afspraak 1: de Commissie zal minstens 1x per jaar een overzicht opmaken van de meldingen en opvolging van seksueel misbruik in de kerk zoals dit langs de 10 contactpunten is gemeld. Het eerste verslag is voorzien voor maart 2012 en zal ook publiek gemaakt worden en aan de pers toegezonden, evenals aan de overleggroep.

Agendapunt 2.2. Stand van zaken van de Arbitragecommissie: aantal aanvragen en opvolging met onderscheid: melding, herstelbemiddeling, verzoening, arbitrage enerzijds en erkenning zonder en met financiële regeling anderzijds. Welk is de timing van afhandeling?
Bespreking: Volgens de laatste informatie vanuit het secretariaat zijn er 600 unieke 
meldingen gebeurd maar is er (nog altijd) een stapel post niet verwerkt zodat onduidelijk 
is of dit aanvullende documenten zijn of nieuwe meldingen. 2/3 van de meldingen 
komen uit Vlaanderen, 1/3 zijn Franstalig. 
Het huidige ritme van de werkzaamheden is 2 samenkomsten per week, waarvan 1 voor Nederlandstalige en 1 voor Franstalige dossiers. 
Elk contact omvat minstens een gesprek van 1h1/2 met aanwezigheid van het 
slachtoffer. Aan dit ritme zal het nog anderhalf jaar duren voor alle dossiers zijn afgewerkt. De kerk zelf kan op geen enkele wijze de snelheid van afwerking beïnvloeden gezien het de overheid is die de middelen bepaalt (1/2 secretariaatskracht) om de opvolging te organiseren en de kerk deze moeilijk kan financieren omwille van de onafhankelijkheid van de commissie, zo stellen de kerkelijke vertegenwoordigers.
Dat momenteel nog geen overzicht kan bezorgd worden van aantal melding, een maand nadat deze zijn afgesloten is een teken aan de want dat er dringend maatregelen dienen genomen voor een vlottere afwerking van de dossiers, zo stelt de Overleggroep vast.

 * Afspraak 2: De Overleggroep Slachtoffers-Kerk zal er bij de arbitragecommissie en het wetenschappelijk comité er ten stelligste op aandringen om het ritme van de afhandeling van dossiers te verhogen tot minstens 2 dagen per week voor de Nederlandstalige dossiers en 1 voor de Franstalige. Aan een ritme van 18 dossiers per week (6 per dag aan 1,5 uur) kunnen alle dossiers op 10 maanden tijd afgewerkt worden. Daarom dient dringend een bijkomende voltijdse kracht ingeschakeld om het onvoorzien hoge aantal dossiers op te volgen en de organisatorische maatregelen te treffen. 


Agendapunt 2.3. Stand van zaken van de 10 kerkelijke contactpunten: melding, herstelbemiddeling, verzoening, dading, al of niet met financiële regeling. Wat is de timing van afhandeling van de ingediende meldingen tot nu toe?
Bespreking: Na de start van de contactpunten zijn er naar schatting een 250 tal 
meldingen gebeurd, waarvan men kan uitgaan dat het meldingen zijn die niet bij de arbitragecommissie zijn binnen gekomen. Een sluitende controle of die 
andere en unieke meldingen zijn is niet mogelijk gezien de namen van de 
melders niet gecentraliseerd worden en dus niet afgepunt kunnen worden 
op de namenlijst van alle meldingen bij de arbitragecommissie waarover 
de kerk wel beschikt. In principe zou het kunnen maar de kerk doet dit niet om
 redenen van privacy.
 
* Afspraak 3: In maart 2013 zal een volledig overzicht meegedeeld worden van het aan aantal meldingen en opvolging in de 10 contactenpunten volgens een identieke registratie in de 10 contactpunten. Gevraagd wordt door de Overleggroep om dit overzicht zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij het registratieschema van de arbitragecommissie (en omgekeerd), met toevoeging van het al of niet gebeurd zijn van gerechtelijke opvolging in het verleden. Ook nagaan om deze overzichten minstens ook in continuïteit te stellen van de overzichten zoals opgemaakt in het rapport van de commissie Adriaenssens.
 

Agendapunt 2.3.  Is het mogelijk om tot een algemeen overzicht te komen van alle meldingen en de opvolging, Arbitrage en contactpunten samen.
      Bespreking: De opmaak van dit algemeen overzicht is vooralsnog niet mogelijk gezien de meldingen van de 10 kerkelijke contactpunten niet gecentraliseerd worden en er ook geen toets gebeurt met de lijst van de meldingen bij de Arbitragecommissie.

 Agendapunt 2.4. Is de opmaak van een algemeen overzicht mogelijk, Arbitrage, contactpunten en gerecht samen zodat duidelijk wordt wat de impact is geweest van seksueel misbruik in het verleden met aantal ‘unieke namen’ van slachtoffers.
Bespreking: Gezien er geen enkele afspraak bestaat tussen de arbitrage-
commissie, kerken  gerecht is de opmaak van een algemeen overzicht  onmogelijk. Het gerecht beschikt over de meldingen bij de Adriaenssens commissie, de Devillé-meldingen, de Halsberghedossiers, dossiers die in januari 2012 zijn verkregen langs de 30 bijkomende huiszoekingen bij bisdommen en religieuze orden, en de rechtstreeks aan het plaatselijke of federale parket overgemaakte meldingen. 
Hierbij zijn begrepen de dossiers die hetzij langs de melder, hetzij langs het bisdom gebeurd zijn aan het gerecht na de melding bij een contactpunt
Het slachtoffer wordt hier uitgenodigd zelf melding te doen bij het gerecht, indien dit niet gebeurd zal het bisdom in ieder geval de naam van de dader met omschrijving van de feiten aan het gerecht overmaken, zonder evenwel de naam van het slachtoffer te noemen. Het gerecht heeft evenwel op geen enkel punt zicht op de aanvragen bij die de arbitragecommissie, noch de slachtoffers, noch de daders. 

Er is dus niemand die op dit ogenblik een  overzicht heeft of kan maken van alle in het seksueel misbruik in de kerk vernoemde daders, niet de kerk, niet het gerecht en ook niet de arbitragecommissie die enkel zicht heeft op de bij hen gemelde dossiers, zonder evenwel te weten of hun dossiers ook bij het gerecht gekend zijn.

Agendapunt 2.5. Wat is de opvolging door de kerk of Arbitragecommissie wanneer meldingen aan de Arbitragecommissie nieuwe feiten en nieuwe daders aan het licht brengen? Worden deze door de Arbitragecommissie aan het gerecht gemeld, wordt dit door de kerk gedaan en indien niet hoe wordt het risico ingeschat van een inbeslagname door het gerecht? Worden de slachtoffers met melding aan de Arbitragecommissie hierover ingelicht, welke handelswijze wordt gevolgd?
Bespreking: Op vraag van de Overleggroep wordt het reglement van de Arbitragecommissie er bij gehaald. Er wordt vooreerst op gewezen te hebben dat in Nederland de verjaring voor seksueel misbruik is afgeschaft (juni 2011) hetgeen niet in België gebeurd is, wel een verlenging ervan. In de toelichting bij het reglement van de Arbitragecommissie staat: “De aanvrager moet het bewijs leveren dat de aangeklaagde feiten verjaard zijn. Bestaat er enige twijfel over de verjaring, dan wordt het bevoegde parket hierover ondervraagd, overeenkomstig art. 12.1., tweede streepje van het reglement. Dit bepaalt dat  “de Permanente Arbitragekamer bepaalt, op basis van de stuk ken van het dossier, of de aanvraag ontvankelijk is en of de arbitrageprocedure kan worden verder gezet” en “in geval van twijfel, kan zij het parket vragen  of een vooronderzoek, een onderzoek of een vordering hangende zijn en of daden van stuiting van de verjaring werden gesteld”. 
De info of vraag aan het parket heeft enkel tot doel om de aanvraag te filteren in verjaard of niet, dus niet om het gerecht te informeren of het gaat om nieuwe feiten, een nieuw slachtoffer en vooral ook een nieuwe dader. Het is ook de Permanente Arbitragecommissie zelf die bepaalt of er twijfel is en als er  twijfel is om het gerecht te raadplegen (kan, staat in het reglement, wordt, staat in de toelichting die hier verder gaat dan het reglement). 

De arbitragecommissie staat dus verder af van een informatie aan het gerecht dan de commissie Adriaenssens, die hierover nog een ‘afspraak’ hadden met het college van procureurs generaal, die trouwens, op elk moment toegang hadden tot alle dossiers van de commissie Adriaenssens. Is dit ook zo het geval voor de dossiers bij de arbitragecommissie of wordt de klok helemaal teruggedraaid? Wat gebeurt er met de tientallen of honderd en zoveel daders waar het gerecht niets over weet en die ook geen voorwerp zullen vormen van verder onderzoek. Stelt de bijzondere commissie, met al haar goede bedoelingen zichzelf hiermee niet meer voor schut dan zij dachten met de kerk te moeten doen?

* Afspraak 4.:  De kerk voelt zich in deze niet in de positie om verdere actie naar het gerecht te ondernemen voor de meldingen bij de arbitragecommissie, dit is de uitsluitende en autonome bevoegdheid van de commissie. De overleggroep zal aan de Wetenschappelijke commissie vragen om voor elke melding na te gaan of het gerecht in kennis is van de naam van de dader en hen hierover elke gewenste informatie te geven. Aan de slachtoffers kan gevraagd worden zelf een demarche naar het plaatselijke parket te zetten. Aan de kerk wordt gesuggereerd, om, zoals zij zelf doen bij meldingen bij de contactpunten, ook voor de meldingen en opvolging langs de arbitragecommissie, waarlangs zij dus in kennis zijn als het nieuwe daders betreft, de naam van de dader te melden bij het gerecht, zonder evenwel de naam van het slachtoffer te noemen. Of moet er een nieuwe huiszoeking gebeuren, ditmaal bij de arbitragecommissie, nu alle dossiers verzameld zijn?

Agendapunt 2.6. Welke mogelijkheid bestaat er om tot een algemeen overzicht, coördinatie, informatie en verslag te komen van daderopvolging binnen de kerkelijke bevoegdheid met respect voor de privacy van slachtoffer, dader en de gerechtelijke opvolging. Wat is in dit verband de ‘standaardopvolging’ van een dader nadat de kerk in kennis is gebracht van feiten langs eigen contactpunt, langs Arbitrage of langs gerecht? Is er een handelswijze waarbij het gerecht ook de daderopvolging van de kerk activeert, met goedkeuring van het slachtoffer, indien het een slachtoffer betreft dat niet langs Arbitrage of Contactpunt is gegaan. Indien niet dan zal de dader niet gekend zijn door de kerk en er door niemand op aangesproken worden. 
Bespreking: Langs de arbitragecommissie is de kerk op de hoogte van minstens 650 slachtoffers en daders, van 250 meldingen langs haar eigen contactpunten, en van minstens 206 meldingen bij de commissie Adriaenssens waarmee Adriaenssens nog gecommuniceerd heeft voor de opmaak van z’n rapport en het gebruik van de verhalen (143 hiervan werden met goedkeuring vande slachtoffers in het rapport weergegeven). Hierbij kunnen nog geteld de 250 dossiers die de kerk aan de bijzondere commissie gemeld heeft en waarvan 135 door de politie/gerecht zijn opgevolgd. Meer en beter dan het gerecht kan de kerk dus een overzicht opmaken en analyse doen van de daders en maatregelen nemen dat de daders geen risico meer vormen voor anderen en bv ook hun bijdrage leveren voor het fonds voor tegemoetkoming aan de slachtoffers. De kerk kan enkel optreden, na melding bij het gerecht, binnen de perken van haar eigen ‘wettelijkheid’ en voor zover zij in kennis 
zijn van feiten, slachtoffers en daders. Na alle bekommernis en bemoeienis van gerecht en politiek is niemand in staat de draagwijdte van het seksueel misbruik in beeld te brengen en te zorgen voor een gecoördineerde en sluitende daderopvolging, zo stelt de  de Overleggroep vast.


 * Afspraak 5. : Volgens de overleggroep is het vooralsnog de Interdiocesane Commissie voor de Bescherming van Kinderen en Jongeren om dit overzicht en handelswijze van de kerk mbt daders op te volgen en hierover verslag uit te brengen aan de slachtoffers en de Overleggroep. De overleggroep zal ondermeer Mieke Van Hecke (Onderwijs) , Franck Cuyt (Welzijnszorg), beide lid van hoger vermelde commissie, hiertoe nog expliciet uitnodigen. 
 
 
 

Agendapunt 2.7. Hoe kan verder onderzoek gebeuren naar het waarom en het hoe van seksueel misbruik in de kerk, naar het zwijgen van de slachtoffers gedurende jaren, naar het ontwikkelen van aangepaste (therapeutische) hulp die rekening houdt met voorgaande elementen, met de huidige ouderdom van de slachtoffers en het specifieke van de geleden trauma’s. Welke budgetten kunnen voor dit onderzoek vrijgemaakt worden, welke instituten kunnen met dit onderzoek belast worden? 
Bespreking: Vooreerst wensen de vertegenwoordigers van de kerk er op te wijzen dat, in tegenstelling tot de situatie in Nederland, een groot aantal aanbevelingen van de commissie Deetman in België al in praktijk gebracht zijn. Ook zou het  te vroeg zijn om al terug te kijken omdat best het geheel van de aanvragen  bij de Arbitragecommissie en de afwerking ervan afgewacht wordt.
 Daartegenover doet de Overleggroep het voorstel om op korte termijn een onderzoek ten gronde op te starten naar het waarom, het hoe en waarbinnen van het seksueel misbruik in de kerk, en naar het waarom van het zwijgen van de slachtoffers, de medepriesters, en de kerk zelf en naar een aangepaste specifieke therapeutische benadering van oudere mensen die nu pas hiermee naar buiten zijn getreden binnen de vertrouwelijk van commissies en gerecht.

* Afspraak 6. : De overleggroep zal aan universitaire instituten vragen een ontwerp van onderzoek met budget op te maken zodat hierover verder kan nagedacht en financieel geworven worden. Concreet zouden minsten de financiële middelen dienen verzameld voor 2 voltijdse wetenschappelijk krachten met een halftijdse administratieve kracht gedurende 2 jaar. Manu Keirse zou nagaan op welk budget dit zou neerkomen in man/vrouwdagen, met verrekening van enige anciënniteit voor de onderzoekers.


Agendapunt 2.7. Hoe kan continuïteit gegeven, ook voor de slachtoffers, van regelmatige info over alle voorgaande punten met inbegrip van aantal meldingen, opvolging en totaal aan uitgekeerde bedragen.
Bespreking: De Arbitragecommissie staat in voor z’n eigen verslaggeving, de Interdiocesane Commissie voor de Bescherming van Kinderen en Jongeren voor de info aan de slachtoffers, de Overleggroep en het publiek. 
 
Agendapunt 2.8. Andere punten
Geen andere punten
  
Met vriendelijke groeten,
 Jan Hertogen,

lid Overleggroep Slachtoffers-Kerk

Geen opmerkingen: