vrijdag, oktober 02, 2015

Waar-zeggen

Marjan

Marjan was zes toen ze werd opgenomen in een RK kindertehuis. Vanwege haar Indisch Joodse achtergrond werd ze daar gezien als van nature slecht. Alle zeggenschap over lichaam en geest werd haar ontnomen, zij werd mishandeld en misbruikt. 

Op 20jarige liep ze weg, werd verkracht en kwam terug. Toen ze zwanger bleek te zijn schopte de kamerzuster haar diverse malen tegen en op haar buik. Ze kreeg de keuze tussen vrijwillig afstand doen of gedwongen. Bij gedwongen afstand zou zij alle rechten op een volgend moederschap verliezen en zou zij tijdens de aanstaande bevalling gelijk gesteriliseerd worden. Veel ex-militairen die in Indië hadden gevochten wilden graag een Indonesisch kind adopteren. Vanwege de pijnlijke koloniale geschiedenis van haar ouders verzocht Marjan een dergelijk adoptieverzoek niet te honoreren. Haar verzoek werd niet gehonoreerd. Haar dochter werd geadopteerd door een gezin met militaire banden met voormalig Oud Indië.

De adoptie verliep niet geheel legaal. Daarbij brachten de nonnen hun afkeuring en veroordeling van Marjan en haar ouders over op de adoptieouders. Dit is van grote invloed op de relatie tussen haar en haar dochter. 


Een belangrijke beschuldiging door de nonnen was dat ze niet verkracht werd maar een relatie had met haar verkrachter en zijn naam niet wil geven. Zij kan niet bewijzen dat ze de vader niet kent en staat machteloos tegenover die beschuldiging.




Geen opmerkingen: