dinsdag, januari 13, 2015

Vereinigung ohne Gewinnerzielungsabsicht

De Uitspraak: Mag een zedenverdachte een schoolexamen worden geweigerd?

NRC 12-1-2015


Folkert Jensma 

Journalist en jurist  (1957) werkt sinds 1985 voor NRC Handelsblad op de terreinen bestuur, justitie, politiek en Europa.
 Op 'De Uitspraak' geven experts van het Nederlands Juristenblad commentaar.


Mag een MBO-opleiding een student weigeren voor het eindexamen sportcoördinator omdat Justitie hem verdenkt van ontucht met leerlingen?
  Met commentaar van NJB-experts Tom Barkhuysen, Leids hoogleraar staats- en bestuursrecht, tevens advocaat bij  Stibbe. En Machteld Claessens, advocaat bij Stibbe.

De Zaak. Een laatstejaars student sport- en bewegingscoördinator wordt verdacht van ontucht met leerlingen van alle drie basisscholen waar hij stage liep. De opleiding schorst hem en verbiedt hem de toegang. Het openbaar ministerie kondigt aan hem te vervolgen. De rechter-commissaris beslist dat de student niet in voorarrest hoeft.

Wat eist de student?
De student wil dat hij wordt toegelaten tot de laatste proef die hij moet doen voor zijn diploma. De opleiding wil dat alleen bij vrijspraak of een sepot.

Hoe onderbouwt de school dat?
De opleiding vindt dat zij een zorgplicht heeft om geen diploma’s af te geven aan studenten die ongeschikt zijn voor het beroep waarvoor wordt opgeleid.
Wie gaat werken met minderjarigen dient zich niet aan hen te vergrijpen is het argument. Voor de laatste ‘proeve van bekwaamheid’ moet de student bovendien een dag op een basisschool werken. Welke basisschool zou toestaan dat een zedenverdachte er examen als docent komt doen?
De opleiding vindt op basis van de onderwijsovereenkomst dat ze bevoegd is studenten te verwijderen als ze schuldig zijn aan ‘ernstig wangedrag’. ‘In gevallen waarin de overeenkomst niet voorziet’ is de directie ‘na overleg’ met de deelnemer bevoegd om andere maatregelen te nemen, zoals examen weigeren en schorsen.

Hoe oordeelt de civiele rechter?
De rechter vindt de mening van de school over de geschiktheid voor het beroep wel begrijpelijk, maar niet juist. In het algemeen is het volgens de rechter niet de taak van een opleiding om eenmaal toegelaten studenten van examens te weerhouden omdat ze voor het beroep niet geschikt zouden zijn. Dat geldt ook bij verdenking van strafbare feiten.

 Als personen uit een beroep geweerd moeten worden, dan zijn daar andere regels voor. Bijvoorbeeld de eis voor een Verklaring omtrent het Gedrag. Een zorgplicht voor de arbeidsmarkt van een school bestaat wettelijk niet. Wie slaagde voor alle examens moet ook tot het laatste examen worden toegelaten.
Weigeren is onbillijk.

Verder staat het nog niet vast dat er inderdaad sprake was van ‘ernstig wangedrag’. De student hoefde immers niet in voorarrest. Of de aangiften inderdaad tot een veroordeling zullen leiden is niet onderbouwd. Net zo min als de eventuele onrust op de opleiding als de student blijft komen. De rechter erkent dat het voor basisschoolleerlingen niet zonder risico is, voor de opleiding ‘ongemakkelijk’, gezien de eigen reputatie, en ook lastig om een school te vinden waar deze student zijn examen kan doen.

Anderzijds duurt het maar een dag, personeel van de opleiding is toch aanwezig en kan dan best op de student letten. Deze inspanning mag van de opleiding worden gevergd. De belangen van de student zijn te groot. Hij investeerde vier jaar en slaagde voor alle examens. Als hij niet mag afstuderen kan hij ook niet naar eventueel een andere HBO opleiding. Het wachten op de strafzaak kan nog jaren duren, zegt de rechter. En vooralsnog is hij onschuldig.
De school moet hem tot het examen toelaten.

Lees hier de uitspraak (ecli:nl:rbgel:2014:7595)





NJB experts Tom Barkhuysen (advocaat bij Stibbe en hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden) & Machteld Claessens (advocaat bij Stibbe)
Geschiktheidseisen student-stagiaires: wetgever moet aan de bak




uitspraken 

Geen opmerkingen: